Uitrijregeling mest wordt niet verlengd: “Niet klimaatrobuust en achterhaald”
nieuwsDe Vlaamse Landmaatschappij (VLM) gaat niet in op de vraag van de landbouworganisaties om de uitrijregeling te verlengen. Volgens het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is de einddatum van 15 augustus niet klimaatrobuust en als zodoende achterhaald. “We begrijpen deze beslissing niet”, reageert ook Boerenbond. “Landbouwers zouden twee weken langer de tijd moeten krijgen om onder optimale bodemcondities de laatste dierlijke mest op grasland aan te brengen.”
VLM heeft maandag beslist om het einde van de uitrijregeling op grasland te behouden op 15 augustus. Een beslissing die op veel onbegrip stuit bij de landbouworganisaties. Zij hadden verlenging aangevraagd omdat veel landbouwbedrijven door het extreem natte voorjaar en de buien van de afgelopen dagen nog geen mest konden uitrijden en hun mestkelders nog vol zitten.
Boerenbond en ABS laten weten dat er eind juni al werd aangedrongen bij de Mestbank om de situatie op het terrein op de voet op te volgen en een verlenging te voorzien op basis van wetenschappelijk advies. “Ondanks de strakke kalenderlandbouw-deadlines, moet het beleid landbouwers immers helpen om onder de meest optimale omstandigheden te kunnen bemesten met zo weinig mogelijk impact op de bodem en de waterkwaliteit”, aldus Boerenbond. De beslissing van VLM stuit dan ook op veel onbegrip bij de landbouworganisatie. “Boerenbond kan niet begrijpen dat, ondanks de extreme weersomstandigheden, de landbouwers geen twee weken langer de tijd krijgen om onder optimale bodemcondities de laatste dierlijke mest op grasland te kunnen aanbrengen. Gezien de gunstige groeiomstandigheden van het gras is het risico op uitspoeling van nutriënten onder grasland beperkt, deze stelling wordt zelfs door een wetenschappelijk advies bevestigd. De Mestbank houdt echter geen rekening met deze argumenten en houdt vast aan de uitrijstop voor grasland op 15 augustus.”
Weinig mogelijkheden om af te wijken
Als argument om de uitrijregeling niet te verlengen geeft VLM in een persbericht mee dat de het uitrijden effectief een stuk later gestart is dan in andere jaren, maar dat er zich een inhaalbeweging heeft voorgedaan in de maanden juni en juli. "Uit cijfers van de Mestbank blijkt dat er tot eind juli 2024 slechts 1,6 procent minder dierlijke mest werd uitgereden tegenover dezelfde periode in 2023. Een verschil dat deels te verklaren valt door de algemene daling van de mestproductie", aldus VLM.

Daarnaast verwijst VLM ook naar de recente veroordeling door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Dat vonnis bepaalt dat het Vlaamse Gewest een dwangsom moet betalen van 1.000 euro per dag indien er geen extra verstrengde maatregelen genomen worden. Ook de mogelijke Europese veroordeling van Vlaanderen voor de ontoereikende aanpak inzake nitraatvervuiling wordt door VLM aangehaald. "Op basis van de huidige wetgeving zijn er weinig mogelijkheden om af te wijken van de uitrijregeling. Gezien de context van veroordelingen is dit bovendien niet bespreekbaar met de Europese Commissie", aldus VLM.
“Als antwoord op die Europese veroordeling had MAP7 al lang moeten goedgekeurd zijn, nu zijn de boeren en de bodem het slachtoffer,” reageert Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens hierop. Ook ABS vraagt zich af “hoe vaak landbouwers nog het slachtoffer zullen worden van een slabakkende overheid”. “MAP7 werd uitgewerkt door de landbouw- en milieusector op 7 maart 2023, anderhalf jaar na datum is het nog steeds niet in wetgeving omgezet, ondanks de vele dreigingen vanuit de rechtbank. Wat is er nog meer nodig?”, aldus ABS.
Frustrerend
Volgens ABS is Vlaanderen door deze beslissing terug een stap verder verwijderd van een klimaatrobuust en circulair landbouwsysteem. “Veehouders worden nu dus verplicht om op ongunstige periodes mest uit te rijden, terwijl het gewoonweg beter is om dit één of twee weken later te doen”, aldus ABS dat ook aankaart dat het milieukundig bewezen is dat er geen probleem zou vormen moest de deadline uitgesteld worden. “Er is door de Mestbank een vraag gesteld aan een team wetenschappers of een verlenging milieukundig verantwoord is. Dat wetenschappelijk advies was positief. Letterlijk staat er dat er overwogen kan worden het bemestingsseizoen te verlengen met 14 dagen. Dit wel met de beperkende voorwaarde dat er maximaal 36 kilogram werkzame N toegediend mag worden. Stikstof uit organische mest is minder gevoelig voor uitspoeling dan stikstof uit kunstmest, en door het langere groeiseizoen is de opname verzekerd.”
Het is frustrerend om te moeten vaststellen dat een wetenschappelijk advies geen basis kan zijn voor een tegemoetkoming aan de landbouw in dit uiterst moeilijk seizoen
“De einddatum van 15 augustus is achterhaald”, gaat ABS verder. “In vergelijking met pakweg tien jaar geleden worden er steevast kwantitatief goede snedes gras gemaaid tot eind oktober. Maar kwalitatief is het geoogste gras bij ‘onderbemesting’ veel minder. Door een gebrek aan stikstof loopt het eiwitgehalte immers terug en is de voederwaarde minder. Eiwit uit gras is een belangrijke en goedkope bron van eiwit voor de koe. Hoe meer eiwit uit gras, hoe minder er extern aangevoerd moet worden. Het alternatief om tot 31 augustus de laatste stikstofbehoefte van gras in te vullen met kunstmest, druist eveneens in tegen alle logica van circulaire landbouw.”
“Het is frustrerend om dan te moeten vaststellen dat een wetenschappelijk advies geen basis kan zijn voor een tegemoetkoming aan de landbouw in dit uiterst moeilijk seizoen”, concludeert ABS. “Hier is niemand mee gediend. Het is enkel koren op de molen van de criticasters die het plan MAP7 ofwel te streng of te zwak vinden.”
Ademruimte
Boerenorganisatie Farmers Defence Force Belgium (FDF) riep eerder deze week de politici op om een verlenging te bewerkstelligen. "Het is overduidelijk dat de kalenderlandbouw niet werkbaar is. De natuur beslist en laat zich niet forceren", luidde het in hun statement naar de politici doen. "De verlenging zal natuurlijk niet alle problemen voor de landbouw oplossen, maar het geeft de landbouwers toch een beetje ademruimte. Als bedrijven met halfvolle mestkelders de winter in moeten gaan, komen grote problemen op ons af. Dit komt het dierenwelzijn trouwens ook niet ten goede en wij nemen aan dat niemand dierenleed wil veroorzaken. Iedereen wil dat dieren in een propere, schone stal kunnen verblijven."
Deadlines
Na 14 augustus mag er op grasland dus geen vloeibare dierlijke mest (type 2 meststoffen) meer uitgereden worden. Maar meststoffen van type 3 zoals kunstmest en effluent kunnen wel nog na 14 augustus.
Op akkerland kan drijfmest nog toegediend worden tot 31 augustus, mits enkele beperkingen. Het mag enkel na een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt zoals granen en vlas, met een beperkte dosis van 36 kg werkzame N/ha, en er dient een vanggewas voor 15 september te worden ingezaaid.
Voor de Polders en zware kleigronden kan er tot 15 oktober bemest worden, met inzaai van een vanggewas binnen de 14 dagen na bemesting. “Gezien de oogstwerkzaamheden voor de granen al goed gevorderd zijn, kunnen de komende weken nog aangewend worden om een beperkte dosis drijfmest aan te brengen, waardoor de opstart van de vanggewassen kan worden ondersteund”, aldus Boerenbond. "Een goed ontwikkeld vanggewas kan op veel plaatsten helpen om de bodemstructuur te herstellen en vermijden dat er nutriënten uitspoelen.”
Bron: Eigen berichtgeving