VLM: "Ook in 2022 nog te veel nitraat in Vlaamse bodems"

Uit 30.175 bodemstalen die werden genomen tussen 1 oktober en 15 november 2022 blijkt dat er na de oogst nog te veel nitraat achterblijft in de bodem. Dat staat in het nitraatresidurapport 2022 van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Bij aardappelen en groenten is de kans op nitraatuitspoeling het grootst.

6 juni 2023  – Laatste update 6 juni 2023 19:27
Lees meer over:
nitraatresidu staalname bodemstaal diepte_VLM

Minder diepe bodemstalen

In totaal werden bij 11.031 Vlaamse landbouwers bodemstalen genomen om zicht te krijgen op het nitraatresidu op het einde van groeiseizoen. “Hoe hoger het nitraatresidu, hoe meer nitraat kan uitspoelen naar grond- en oppervlaktewater, met een slechte waterkwaliteit tot gevolg”, legt VLM uit. Elk jaar worden daarom in de periode van 1 oktober tot en met 15 november bodemstalen genomen, telkens op een diepte van 30, 60 en 90 centimeter.

Opvallend was dat afgelopen jaar maar 56 procent van de stalen genomen werd tot een diepte van 90 centimeter. “Door de langdurige droogte was de bodem niet volledig doordringbaar”, aldus VLM. Ter vergelijking: in de periode 2018-2020, die ook al droog was, bedroeg dat percentage nog 75 procent. “Door het nitraatresidu in de onderste laag niet mee te tellen, krijgen landbouwers lagere nitraatresidu’s. Dit geeft een vertekend beeld van het werkelijk nitraatresidu in de bodem”, luidt het.

Correctie van 73 naar 94 kilo nitraat per hectare

Uit de analyse van de nitraatresidumetingen blijkt dat er op de Vlaamse landbouwpercelen gemiddeld 73 kilo nitraat per hectare achterblijft. Dat is volgens VLM ongeveer gelijk aan de eerste drempelwaarde. Concreet betekent dit dat 68 procent van de perceelsevaluaties en 53 procent van de bedrijfsevaluaties gunstig waren. Al voegt VLM er meteen aan toe dat een recente literatuurstudie heeft uitgewezen dat de milieukundige drempelwaarde om een goede waterkwaliteit te bereiken in vele gevallen lager moet zijn.

Omdat maar iets meer dan de helft van de bodemstalen tot een diepte van 90 centimeter werd genomen, heeft VLM een correctie uitgevoerd op de bovenstaande metingen. “Als de ontbrekende nitraatresiduwaarden in de onderste bodemlagen worden gecorrigeerd, verkrijgen we een jaargemiddelde voor alle stalen van 94 kilo nitraat per hectare. Dit jaargemiddelde geeft een betere inschatting van het globale werkelijke nitraatresidu in de bodem in Vlaanderen en kan dus beter gebruikt worden bij de beleidsevaluatie”, klinkt het in een persbericht.

Grasland en bieten vs. aardappelen en groenten

Een andere vaststelling is dat de hoofdteelt een grote invloed heeft op het nitraatresidu. In 2022 werden de laagste waarden opgetekend bij grasland en bieten: de helft van de stalen heeft een nitraatresidu van ongeveer 30 kilo nitraat per hectare of lager. Bij fruit en graangewassen heeft de helft van de stalen een nitraatresidu van respectievelijk 35 kilo en 60 kilo nitraat per hectare of lager. De hoogste nitraatresidu’s komen voor bij aardappelen, groenten, sierteelt, boomkweek en maïs. Bij aardappelen heeft bijna de helft van de stalen een nitraatresidu van meer dan 120 kilo nitraat per hectare.

Ook het tijdstip waarop de stalen werden genomen, speelt een rol. “Het gemiddelde nitraatresidu per dag is vrij stabiel binnen de staalnameperiode, met een lichte stijging de laatste dagen van de meetcampagne”, concludeert VLM uit een analyse van alle campagnes van 2015 tot en met 2022. “Vermoedelijk is de stijging te verklaren doordat er later op het jaar meer mineralisatie is dan dat er nitraat wordt opgenomen door een (vang)gewas of dat er uitspoeling is”, zo klinkt het.

4 J's als advies

VLM geeft tot slot nog het advies aan landbouwers om volgens de 4 J’s te bemesten: bemesten met de juiste mestsoort, met de juiste dosis op het juiste tijdstip en met de juiste bemestingstechniek. “Op die manier is de kans groter dat hun bodems in het najaar een laag nitraatresidu hebben. Ook kiezen voor niet-nitraatgevoelige teelten zorgt er voor dat minder nitraat in de bodem achterblijft.”

Boerenbond vraagt dat staalnameperiode verlengd wordt

Boerenbond moet ook vaststellen dat de gemiddelde nitraatresidu’s het afgelopen jaar nog niet op het gewenste niveau zaten. "2022 was dan ook weer een jaar van klimatologische extremen. Het was het warmste jaar van de metingen, en ook oktober was de warmste oktobermaand sinds de start van de metingen. Dit gecombineerd met lange periodes van droogte en een natte septembermaand zorgt dat de nutriëntenopname doorheen het seizoen niet optimaal was, en de mineralisatie in het najaar een hoge vlucht kon nemen", ziet de organisatie als verklaring.

"Met dergelijke weersomstandigheden in het najaar, die zich meer en meer blijken voor te doen, lijkt het volgens ons aangewezen om de staalnameperiode nitraatresidu te verlengen om tegemoet te komen aan de langere groeiperiode, op zijn minst voor bepaalde teelten", klinkt het. Dat de droogte van 2022 deze week werd erkend als ramp, is volgens de landbouworganisatie een extra bevestiging van het extreme weer.

"Toch stellen we vast dat in 2022 een recordaantal landbouwers een vrijstelling kon bekomen op basis van de bedrijfsevaluatie, een trend die zich de afgelopen jaren ook al aandiende", zegt woordvoerder Nele Kempeneers. "Hieruit blijkt dat de landbouw zich binnen de beschikbare mogelijkheden duidelijk aanpast aan de wijzigende omstandigheden."  

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: VLM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek