Verliest Zutendaal zijn laatste boer door afroming NER's?
ReportageVleesveehouder Jos Meesters uit Zutendaal wordt hard getroffen door de afroming van de nutriëntenemissierechten. Tijdens de referentiejaren, waarop het aantal slapende NER's wordt vastgesteld, was hij net bezig aan de transitie naar een ander businessmodel. “Van een kweekbedrijf zijn we naar een afmestbedrijf geëvolueerd. Daarbij heb ik de stal in 2020 volledig ontruimd en de noodzakelijke verbouwing doorgevoerd.” Meesters verliest liefst 70 procent van zijn NER's en vreest voor zijn toekomst als landbouwer. “Hopelijk wordt er bij de behandeling van de bezwaarschriften met boerenverstand naar het dossier gekeken."
"Zutendaal is de groenste gemeente van Vlaanderen en ik ben de enige overgebleven professionele landbouwer. Maar wie weet voor hoe lang nog”, vertelt vleesveehouder Jos Meesters wanneer we bij hem aanschuiven aan de keukentafel op zijn bedrijf in de Limburgse gemeente. Meesters heeft een vergunning voor 195 koeien en runde jarenlang een Belgisch witblauw zoogkoeienbedrijf. Na de afkalving werden stieren verkocht aan afmesters.
Doordat de rentabiliteit in de sector jarenlang onder druk stond en er volgens Meesters geld bij moest, besloot hij in 2020 zijn businessmodel te veranderen. Uiteindelijk kwam hij uit op het afmesten van Belgisch witblauwe runderen. “Vleesvee is en blijft mijn passie”, verklaart hij. De dieren die aanvankelijk op zijn bedrijf geboren werden en enige tijd opgroeiden, kocht hij voortaan op bij collega-veehouders. De dieren verblijven enkele maanden op zijn bedrijf en worden daarna aan een groothandelaar verkocht die lokale slagers bevoorraadt.
Voor het afmesten moest de stal aangepast worden. “De voerhekkens die we hadden, waren te smal voor vette dikbillen”, aldus de 49-jarige Limburger die de voerhekkens in 2020 verving voor een buizensysteem. “Maar voor deze verbouwing, die ik zelf uitgevoerd heb, moesten de stallen leeg en heb ik de runderen (er waren destijds 145 koeien op het bedrijf, red.) weggedaan."
De transitie naar een ander bedrijfsmodel kwam in retrospect erg ongelegen op dat moment. In het stikstofdecreet werd namelijk vastgelegd om de slapende nutriëntenemissierechten (NER's) - NER's die in de referentiejaren 2020, 2021 en 2022 niet werden ingevuld - af te romen. “In mijn geval betekent dit dat ik 70 procent van mijn NER's moet inleveren. Van de 11.050 hou ik er nog maar 3.500 over, dat komt overeen met een vijftigtal koeien”, vertelt Meesters.
Opbouw veestapel tijdens referentiejaren
Het zit zo: In het verbouwingsjaar 2020 had hij maar 1.245 NER's ingevuld (15 dieren), in 2021 3.873 (53 dieren) en in 2022 4.415 NER's (60 dieren). “De opbouw van de veestapel is een kostelijke zaak en neemt tijd in beslag”, verklaart Meesters de lage bezetting. Anno 2024 heeft hij weer 90 dieren op stal staan, maar nu dreigt hij dus weer te moeten snijden in de veestapel per 1 oktober. “Als ik boven mijn NER's produceer, moet ik een boete betalen”, klinkt het.
Meesters bereidde in samenwerking met Boerenbond een bezwaarschrift voor dat hij deze week zal opsturen naar VLM. In deze brief motiveert Meesters waarom er in zijn geval sprake zou zijn van overmacht. De 49-jarige vleesveehouder hoopt dat VLM met gezond boerenverstand naar zijn dossier kijkt. “Mijns inziens is er in mijn geval sprake van een investering in dierplaatsen, minstens van overmacht. Ik stapte over naar een ander businessmodel en moest wegens de verbouwing mijn stal ontruimen.”

"Afroming NER's nekt perspectief bioboeren"
23 september 2024Het is de vraag of VLM hiermee instemt. Ziekte van de veestapel of ziekte van de landbouwer behoren tot de echte duidelijke gevallen die als overmacht worden beschouwd. “Ook investeringen zijn een geldige reden om bezwaar in te dienen”, vertelt Kris Peeters die bij Boerenbond de juridische ondersteuning biedt bij de voorbereiding van een bezwaarschrift. “Als je na 2017 binnen een geldige vergunning investeringen hebt gedaan in dierplaatsen, dan kom je voor de uitzonderingsregel in aanmerking.”
Hoewel Meesters geen vergunning aanvroeg voor de verbouwing van de stal (de verbouwing was niet vergunningsplichtig, red.) en hij de werken zelf uitvoerde, hoopt de Limburger toch op clementie. Zijn dossier lijkt wat dat betreft een beetje op dat van biologische vleesveehouder Johan Christiaens die in 2019 de transitie naar een biologische bedrijfsvoering inzette en hiervoor tijdens de referentiejaren eveneens een onderbezetting van zijn stallen kende.
Onwetendheid
Niet alleen op het bedrijf van Meesters en Christiaens, maar ook op andere veebedrijven, hangt de afroming van NER's als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de veehouders. Volgens Meesters zijn veel veehouders zich niet bewust van de impact. “Ik sprak laatst een boer die niet akkoord ging met de vergoeding van 1 euro door VLM en zijn slapende NER's niet wilde afgeven. Deze boer dacht dat de afroming van NER's optioneel is, en ik denk dat dat misverstand wijdverspreid is.”
Ook Boerenbond vraagt zich af of veehouders zich bewust zijn van de gevolgen van de afroming van NER's. Uit de contacten met de leden blijkt dat heel wat veehouders hun Mestbankloket nog niet hebben geopend en dus niet op de hoogte zijn. Na een informatief webinar en herhaalde communicatie, zowel in het papieren ledenblad, als digitaal, kwam een al bij al beperkte respons. “We zijn zelf nog maar door enkele tientallen leden gecontacteerd om hen te helpen bij een bezwaar. Dat baart ons zorgen", aldus Peeters die boeren adviseert meteen hun Mestbankloket te raadplegen en zo nodig direct actie te ondernemen. “De deadline van 1 oktober, dat is dus volgende week dinsdag, ligt immers decretaal vast.”
Zowel Meesters als Boerenbond hopen op de nodige redelijkheid van VLM. In een reactie aan VILT liet de overheidsinstantie gisteren weten elk ingediend bezwaar grondig te bestuderen en te beoordelen volgens de bepalingen in de regelgeving. "Bij overmacht of bij bepaalde investeringen kan er overgestapt worden naar een ander referentiejaar", klinkt het.
Voor Meesters is het bang afwachten. Wat als VLM het bezwaarschrift afwijst? “Dan blijft hier slechts een hobbybedrijf over en weet ik niet hoe het verder moet. Boeren is mijn leven en passie”, vertelt Meesters die in bijberoep nog stro en hooi verhandelt aan lokale paardenhouders. “Maar dat is niet meer dan een bijberoep.”
