Bemestingsseizoen van start, maar loonwerkers wachten op droog weer

Vorige week klonk het startschot van het bemestingsseizoen. Van 16 februari tot en met 14 augustus mogen loonwerkers en veetelers drijfmest uitrijden over graslanden. Hoewel de sector reikhalzend uitkeek naar dit moment, moeten veel boeren nog wat geduld uitoefenen. Door de hevige regenval zijn veel percelen onbegaanbaar voor de zware machines en dreigt er structuurschade. “Maar we moeten wel. De putten zitten overvol.”

19 februari 2024  – Laatst bijgewerkt om 20 februari 2024 11:14 Jerom Rozendaal
Lees meer over:
Mestputten puilen uit

Melkveehouder Thijs Dams heeft met smacht gewacht op het bemestingsseizoen. Zijn mestput puilt uit. Door het opvoeren van de productie produceren zijn koeien meer mest en door de afschaffing van de derogatie heeft hij vorig jaar minder mest op eigen veld kunnen afzetten. “Eigenlijk is de capaciteit van mestopslag te klein”, zegt Dams. “Daar ben ik achter gekomen toen ik het bedrijf drie jaar geleden overnam.”

Om zich beter te wapenen diende Dams twee jaar geleden een vergunningsaanvraag in voor de bouw van een mestsilo van 3.000 kubieke meter. Twee weken geleden kreeg hij van het departement van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir een definitief “njet”. Tijdens het openbaar onderzoek had Dryade een bezwaar ingediend omdat extra stikstofuitstoot het maatschappelijke belang zou schaden. “Maar de mest is al geproduceerd en de mestsilo is hermetisch afgesloten”, spreekt Dams zijn onbegrip uit.

Thijs Dams bij het melken
Thijs Dams

In een brief aan Dryade probeerde hij de vzw tevergeefs te overtuigen om het bezwaar in te trekken. “Nu moet ik de mest afvoeren naar een verwerker, waar de mest wordt opgeslagen. Dat transport zorgt voor extra CO2-uitstoot, waardoor de klimaatvoetafdruk feitelijk hoger ligt dan wanneer ik de mest zelf kan opslaan om vervolgens uit te rijden over mijn eigen grond of dat van akkerbouwers”, argumenteerde hij in de brief. Ook de uiteenzetting van het economische belang is in dovenmansoren gevallen. Mest afvoeren naar de mestverwerker is immers een stuk duurder en ligt op dit moment bovendien moeilijk (zie kader).

Meer mestopvang bij boeren

Om de gebrekkige capaciteit op te vangen nam de veeteler een provisorische mestzak van 300 kuub in gebruik, maar ook deze puilt ondertussen uit. Hoewel de vergunningsaanvraag is afgekeurd, ziet Pieter Van Oost van Boerenbond dat veel boeren er wel in geslaagd zijn extra opvangcapaciteit te voorzien doorheen de voorbije jaren. “De afschaffing van derogatie heeft hiermee te maken, maar ook het feit dat de mestwetgeving steeds strenger wordt. De termijn om mest uit te rijden is steeds verder ingekort. Meer mestopslagmogelijkheden geeft ons de kans om te bemesten op het moment dat de plant het nodig heeft.”

VILT bezoekt melkveehouder Dams samen met loonwerker Jan Bevers, die vorige week in een artikel zijn licht liet schijnen over de gesprekken van een boerendelegatie met Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) na de blokkade van de Antwerpse haven. Bevers inspecteert de graspercelen van Dams en heeft slecht nieuws: “Het is momenteel te nat om te rijden. We moeten minstens een paar droge dagen hebben.”

Veenhuis Rotomax sleepslang machine

Bevers en een ploeg van vijf medewerkers werken voor de start van het mestseizoen koortsachtig aan het klaarzetten van het machines. Nieuwkomer in het machinepark is een Veenhuis Rotomax, een navelstrengmachine met pomp. “Daar zit een haspel op van 1 kilometer waardoor je de mesttank aan de rand van de akker kunt laten staan en met een minder zware combinatie het veld op kunt gaan. Daardoor is er minder kans op structuurschade”, vertelt de Kempenaar.

“Geen andere keuze”

De loonwerker constateert dat zijn voorjaarscampagne vertraging oploopt door de natte velden. Experts zien hetzelfde over heel Vlaanderen. “De velden zijn te nat. Door nu te rijden, doe je meer kwaad dan goed. Landbouwers moeten nog wat droge dagen afwachten, zeker de akkerbouwers”, aldus Van Oost die adviseert om bij de start van het bemestingsseizoen het stikstofgehalte op te meten, zodat de juiste startdosis toegediend kan worden. Bij veel teelten kan je dan later nog bijmesten in functie van wat het gewas nodig heeft.

Jan Haveneers, loonwerker en ondervoorzitter van de loonwerkersfederatie Landbouw-Service, beaamt dat de velden te nat zijn, maar dat melkveehouders geen andere keuze hebben en loonwerkers waar mogelijk hun werk doen. “De putten van de boeren zitten overvol. Gisteren hebben we nog drie giertanks gevuld om enige ademruimte te voorzien voor een melkveehouder.”

Behalve de afschaffing van de derogatie, waardoor boeren minder mest over hun grasvelden mogen uitrijden, wijst Haveneers ook nog op de slechte weersomstandigheden van vorig jaar. “De eerste twee weken van augustus heeft het erg veel geregend waardoor we het veld niet op konden en melkveehouders met veel mest bleven zitten.”

Natte percelen bij aanvang bemestingsseizoen

Overheid houdt vast aan kalenderlandbouw

Landbouw-Service kaartte deze situatie al in augustus 2023 aan bij het kabinet-Omgeving. “Wij hebben toen aan het kabinet van Demir gevraagd of we eenmalig twee weken uitstel konden krijgen.” Ook Landbouw-Service kreeg nul op het rekest. “Wij kregen laat nadien antwoord dat uitstel niet in de wet voorzien was en dat wij niet moesten denken dat wij na de deadline nog mest konden dumpen. Dat was behoorlijk schofferend. Als je op 14 augustus mest uitrijdt, dump je niet. Als je dat op 16 augustus doet, dan wel.”

Het onderwerp van de brief – kalenderlandbouw – is een doorn in het oog van de volledige landbouwsector en kwam ook bij de onderhandelingen tussen landbouworganisaties Boerenbond en ABS en de Vlaamse overheid aan bod. Hierin is onder andere toegezegd om te kijken naar de mogelijkheid om de deadline, afhankelijk van de weersomstandigheden, twee weken te vervroegen of te verlaten. Ook wordt er gekeken om soepeler om te gaan met de deadline voor de inzaai van vanggewassen.

Uit het recente landbouwakkoord is daarnaast voortgevloeid dat de Vlaamse regering werk maakt van de te hoge boetes bij overtredingen bij de mestbankaangifte. “Deze boetes staan niet in verhouding tot de overtreding”, klinkt het. Ook hebben de landbouworganisaties afgedwongen dat de overheid ijvert voor een hernieuwde invoering van derogatie, waarbij rundveehouders in plaats van 170 kilo stikstof 250 kilogram stikstof per hectare mogen aanbrengen op hun graslanden. Ook mag het niet meer zo zijn dat een fout op een perceel een sanctie of boete genereert voor het ganse bedrijf.

“De afschaffing van derogatie heeft onder andere tot gevolg gehad dat er meer rundveemest is uitgereden over de Vlaamse akkers in plaats van varkensmest. Rundveemest bevat minder stikstof waardoor je grotere volumes over het veld mag uitrijden. Dat heeft ook voor de akkerbouwer voordelen omdat meer mest ook het organisch gehalte van zijn grond verbetert”, vertelt Brecht Catteeuw, expert mestverwerking bij onderzoeksinstelling Inagro.

Direct inwerken van mest

Tegenover toekomstige versoepelingen van het mestbeleid, staan ook wat verstrengingen. “Zo stelt het stikstofdecreet dat mest meteen ingewerkt moet worden, terwijl dat voorheen twee uur was”, vertelt Van Oost. Dat betekent in de praktijk een nauwkeurige afstemming van de planning van de loonwerker op die van de akkerbouwer of veeteler die op hetzelfde moment zijn machines gereed moet hebben.

Jan Bevers geeft aan dat de planning bij het mesten überhaupt een hele puzzel is. Dat komt vooral omdat het verboden is om tussen zonsondergang en zonsopkomst mest uit te rijden. “Als je onderweg in een file belandt of andere problemen tegenkomt, kun je te laat op het perceel aankomen. Dan moet je tot de volgende dag wachten”, geeft hij een voorbeeld.  

Ook deze regels zijn een doorn het oog van de loonwerkers. “Wij hebben lampen op onze machines en kunnen prima ’s nachts werken. Dat zou een goede oplossing zijn om pieken op te vangen”, stelt Jan Haveneers die ook betrokken was bij de onderhandelingen over MAP7. Tractors die tot in de vroege uurtjes bezig zijn, zouden volgens VLM de nachtrust van mensen verstoren, meent Haveneers. “Maar dan zou je al het nachtelijk verkeer moeten verbieden. Bovendien kan een loonwerker prima inschatten waar hij ongestoord zijn werk kan doen. Het is ook niet in zijn belang om de burger in het harnas te jagen”, besluit hij.

Plafond bereikt

Waar veehouders in de winter hun mest nog kunnen afvoeren naar de verwerking, zijn deze mogelijkheden momenteel ook beperkt. “De mestverwerkers botsen op de limieten van hun opslag”, aldus Luc Vansteelant van VCM, de vereniging van Mestverwerkers. “De effluentbassins zitten vol”, verduidelijkt hij.

Effluent is een restproduct bij de verwerking van mest. Zit de opslag vol, dan kan de mestverwerker zijn werk ook niet doen. Vansteelant wijdt de overvolle bassins aan de vele regenval. Effluent wordt ook over akkers en in mindere mate weilanden uitgereden. “Er mag al een maand effluent uitgereden worden, maar door de natte velden is dat nog nauwelijks gebeurd.

De afnemers van effluent zijn in belangrijke mate akkerbouwers. “Waar de melkveehouder, die van zijn mest af moet, het wel aandurft om zijn akkers te bemesten, wacht de ontvangende akkerbouwer langer totdat de grond het aankan”, verklaart Vansteelant die concludeert dat op termijn de mestverwerkers en ook de melkveehouders meer capaciteit moeten bijbouwen.

Tot het zo ver is, adviseert de mestexpert melkveehouders om goede afspraken te maken met mestverwerkers. “De eigenschappen van rundveemest zijn niet ideaal voor verwerking en verwerkers kunnen maximaal 10 tot 15 procent van hun capaciteit voor rundveemest benutten. Het is daarom beter dat de boer gespreid zijn mest aanlevert en niet in januari en februari, wanneer zijn put vol is. Idealiter neemt hij effluent terug mee. Dat is een goede kaliumbron en een uitstekende aanvulling op dierlijke mest.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek