Minister-president Diependaele onder de indruk van mestinstallatie melkveehouder
ReportageTijdens een bezoek aan melkveehouder Dries Maenhout in Poeke sprak Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) zijn bewondering uit over de “innovatieve” mestbewerkingsinstallatie van de Oost-Vlaamse boer. Met een pocketvergister zet Maenhout koeienmest om in energie, terwijl een stikstofstripper en hygiënisatieproces de mest verder verwerken tot renure en compost. Dit draagt niet alleen bij aan een efficiëntere mestafzet, maar zorgt ook voor een aanzienlijke stikstofreductie.
De mestinstallatie van Maenhout (43) krijgt regelmatig bezoek van experts, landbouworganisaties en beleidsmakers. Zo verwelkomde hij recent een delegatie van de Mestbank en eerder al leden van de Boerenbond tijdens een studiedag over pocketvergisting. Deze week was het de beurt aan minister-president Diependaele.
De installatie combineert een pocketvergister met een stikstofstripper-scrubber en een netwerk van buizen voor de hygiënisatie van de dikke mestfractie. De gehygiëniseerde mest wordt vervolgens gebruikt als strooisel in de ligboxen van het melkvee, waarbij een railsysteem het strooisel automatisch verdeelt.
“Ook andere boeren kunnen hier baat bij hebben”
Op uitnodiging van de lokale N-VA-afdeling, met in het bijzonder Aalterse schepen van Landbouw Michael Ally, kreeg Diependaele een uitgebreide rondleiding. “Het is belangrijk om innovatieve oplossingen te ontdekken die kunnen helpen bij de uitdagingen in de landbouw”, aldus de minister-president. “Andere boeren kunnen hier ook voordeel uit halen.”
Voor Maenhout was het groeiende mestoverschot de aanleiding om te investeren in de installatie. Sinds hij in 2003 het gemengde bedrijf van zijn ouders overnam, groeide zijn veestapel van 40 naar 170 melkkoeien en van 70 naar 200 zeugen. Zijn beschikbare landbouwgrond breidde echter niet mee uit, waardoor hij jaarlijks hoge kosten heeft voor mestafzet.
Momenteel doorloopt de melkveehouder het erkenningsproces om zijn installatie een 1069-certificering te geven, waardoor de dikke fractie officieel als “gehygiëniseerd mestproduct” kan worden verhandeld. “Met deze erkenning mag ik het mestproduct exporteren en bijvoorbeeld aanbieden op de consumentenmarkt”, zegt Maenhout. Hij ziet vooral kansen in de verkoop aan tuinaanleggers.
Tegenstrijdige wetgeving over mest
Hoewel Maenhout de dikke mestfractie kan verwaarden als compost, geldt dat niet voor de dunne fractie die via stikstofscrubbing deels wordt omgezet in ammoniumsulfaat. “Dat zou perfect als vloeibare kunstmest verkocht kunnen worden op de consumentenmarkt, maar dat is wettelijk niet toegestaan”, legt hij uit. Diependaele beloofde deze tegenstrijdigheid aan te kaarten bij Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns. “Dit soort bezoeken helpt ons om niet alleen innovaties te ontdekken, maar ook de knelpunten in de wetgeving in kaart te brengen.”
Een ander heikel punt is de erkenning van renure, een mestproduct met de eigenschappen van kunstmest maar dat volgens de EU-regels nog steeds als dierlijke mest wordt beschouwd. “Als renure officieel als kunstmestvervanger wordt erkend, kan ik meer van mijn eigen mest op mijn eigen land gebruiken. Dat vermindert zowel het mestoverschot als mijn kunstmestkosten én het verlaagt de klimaatimpact van mijn bedrijf”, stelt Maenhout. “Kunstmest wordt immers geproduceerd uit aardgas en over lange afstanden geïmporteerd.”
Wachten op erkenning renure
Renure is slechts één voorbeeld waarbij de wetgeving de technologische vooruitgang vertraagt, zeggen experts. In sommige gevallen blokkeert regelgeving innovaties zelfs actief. Zo beweren leveranciers van Maenhouts stikstofstripper dat de technologie een stikstofreductie van 65 procent kan realiseren, maar om die claim te bewijzen, moeten metingen van drie proefinstallaties worden voorgelegd. “Tegelijkertijd krijg je in de praktijk bijna geen vergunning voor een dergelijke installatie”, merkt Maenhout op. Hij is één van de weinige boeren die wel toestemming kreeg voor een biovergister.
Minister-president Diependaele toonde zich onder de indruk van Maenhouts ondernemerschap. “Het is inspirerend om te zien hoe een landbouwer zelf oplossingen ontwikkelt voor de uitdagingen waar hij mee geconfronteerd wordt. Zulke initiatieven moeten we als overheid ondersteunen en stimuleren.”