"Nulbemesting in VEN-gebied is symptomatisch voor huidig landbouwmodel"

De onderhandelingen over het nieuwe mestactieplan (MAP7) sprongen een paar weken geleden af over de nulbemesting in VEN-gebied. VILT bracht daarop het verhaal van een jonge melkveehouder die zijn bedrijfsmodel zou zien sneuvelen als het zover komt. Volgens Stijn Leestmans, beleidsmedewerker landbouw van Natuurpunt, heeft begrip voor de situatie van individuele landbouwers, maar stelt ook dat het invoeren van nulbemesting in VEN-gebied gaat om een afspraak die al lang werd gemaakt. “In plaats van te investeren in productieverhoging zouden landbouwers beter investeren in inkomensverhoging”, schrijft hij in een opiniestuk.

21 december 2023  – Laatst bijgewerkt om 21 december 2023 15:03
Lees meer over:

Het verhaal van de familie De Brabander-De Cuyper uit Maldegem, dat nu als voorbeeld aangehaald wordt om aan te tonen dat sommige landbouwbedrijven hun toekomst bedreigd zouden zien door een versnelde nulbemesting in VEN-gebieden, verdient de nodige nuance. Voor individuele bedrijven kan dit problematisch zijn, maar het is helaas symptomatisch voor het huidige landbouwmodel dat gericht is op maximale productie.

Hoewel Natuurpunt begrip heeft voor de situatie waar een aantal individuele landbouwers zich in bevinden, zijn er bedenkingen te maken bij het huidige landbouwmodel. De algemene regel is dat er in natuurgebied niet bemest wordt sinds 2000. Landbouwers konden tijdens de implementatie van het tweede mestactieplan (MAP2) een ontheffing op die nulbemesting vragen met als achterliggende reden dat over een periode van 20 tot 25 jaar tijd de bemesting in de natuurgebieden wel vanzelf zou uitdoven. Dit uitdoofbeleid heeft in de praktijk echter nooit plaatsgevonden. Om deze reden, en omdat de milieudrukken onvoldoende afnemen, maakt het beleid er nu werk van om nulbemesting in natuurgebieden sneller te laten ingaan.

Als we de case van het familiebedrijf uit Maldegem als voorbeeld nemen, zien we dat de betrokken percelen momenteel geen nulbemesting hebben. Dit wijst erop dat daar indertijd een ontheffing werd toegekend. De ontheffing was geldig voor de landbouwer die op dat moment het bedrijf uitbaatte en kon maximaal 1 generatie worden overgedragen, bijvoorbeeld van vader op zoon, zoals in dit geval gebeurde. Dit wil ook zeggen dat de ontheffing automatisch zal komen te vervallen bij het overgaan van het bedrijf naar de volgende generatie.

Met kennisneming van deze wetgeving is het tegenstrijdig dat men dan, zoals in dit familiebedrijf, zware investeringen doet voor een significante productie-uitbreiding van 190 naar 280 melkkoeien. Dit betekent immers dat je veel meer voer nodig zal hebben om al die dieren te voederen en dat ook de productie van mest zal toenemen. En dit wetende dat voor meer dan 20 procent van het areaal sowieso nulbemesting van toepassing zou worden op termijn. Het is duidelijk dat het, in die toestand, heel moeilijk wordt om dit bedrijf dan nog over te laten aan een toekomstige generatie.

Of zoals minister van Landbouw Jo Brouns op het symposium van 15 jaar Boerennatuur Vlaanderen onlangs zei: “Een landbouwer kijkt niet naar het volgende kwartaal maar naar de volgende generatie om zijn bedrijf door te geven”.

Blijkbaar niet overal.

Dit sluit aan bij een tweede bedenking. De advisering van individuele landbouwers laat vaak te wensen over. Er wordt helaas nog te vaak geadviseerd om te investeren in productieverhoging in plaats van te investeren in inkomensverhoging. Onder druk van de agro-industrie worden landbouwers geadviseerd om te investeren in meer dieren, waardoor grotere stallen nodig zijn, meer grond, meer diervoeder, meer kunstmest en meer pesticiden, met als gevolg: grotere investeringen gekoppeld aan hogere leningen, veel meer kosten en onhoudbare druk op het milieu. De boer melkt de koe en de industrie melkt de boer.

Vermoedelijk zal de advisering ook in dit geval een invloed gehad hebben om te investeren in productieverhoging in plaats van te investeren in een duurzamer businessmodel gebaseerd op agro-ecologische principes. Anders lag er nu een businessmodel klaar dat toekomstbestendig is, waardoor een versnelde nulbemesting in VEN-gebied veel minder impact zou hebben.

Over de noodzakelijke aanpassing van advisering waren de landbouw en milieu-en natuurorganisaties het volmondig eens tijdens het MAP 7 proces. We hebben gezamenlijk een nota rond toekomstige duurzame begeleiding en advisering van landbouwers overgemaakt aan de Vlaamse Landmaatschappij en kabinet Demir. Het is nu aan de Vlaamse overheid om dit verder om te zetten in beleid. De nodige stappen daarvoor zijn opgenomen in het ontwerp mestdecreet.

Om af te sluiten toch even terugkomen op de essentie van het artikel, namelijk de nulbemesting in VEN-gebieden.

Het principeakkoord van 7 maart is op 12 april omgezet naar, tot nu toe, de enige officiële beleidstekst van MAP 7. Deze werd op 14 april bezorgd aan de Europese Commissie (EC) als reactie op de ingebrekestelling van Vlaanderen inzake het niet naleven van de nitraatrichtlijn.

In deze tekst aan de EC werd het volgende opgenomen over nulbemesting:

“In het kader van het PAS-akkoord van 10 maart 2023, komt er een algemene nulbemesting in alle groene bestemmingen in Speciale Beschermingszones in toepassing van de Habitatrichtlijn (SBZ-H) vanaf 2028 (met uitzondering voor huiskavels). Voor de betrokken landbouwers wordt een flankerend beleid uitgewerkt. Nulbemesting betekent dat er maximaal 2 GVE/ha kunnen grazen en geen enkele andere vorm van bemesting mogelijk is.

Er wordt van uitgegaan dat, conform de politieke beslissing krokusakkoord 2022, de nulbemesting ook ingevoerd wordt in de VEN gebieden (met uitzondering voor huiskavels en voor ecologisch waardevol agrarisch gebied). Voor de betrokken landbouwers wordt eveneens een flankerend beleid uitgewerkt conform bovengenoemde politieke beslissing.

Binnen het opvolgingsorgaan wordt bekeken hoe de ecologische en eco-hydrologische samenhang binnen de SBZ-H gebieden en de noodzaak om binnen deze SBZ-H gebieden op systeemniveau natuurmaatregelen uit te voeren zich verhouden tot bemesting.”

Deze tekst is door alle onderhandelende partijen goedgekeurd en werd door de administratie dan ook logischerwijs opgenomen in het ontwerp mestdecreet.

Er kan tot in de eeuwigheid gediscussieerd worden over hoe deze omzetting van het akkoord geïnterpreteerd moet worden. Voor de milieu- en natuurorganisaties was het van begin af aan duidelijk dat nulbemesting in het VEN onderdeel was van het akkoord, en dat nog steeds is. Dit was ook zo tijdens de besprekingen van het ontwerp mestdecreet in november.

Daarnaast zullen we blijven ijveren voor een duurzame land- en tuinbouw in Vlaanderen en daarbuiten. Een landbouw die leefbaar is voor boer én natuur.

Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. Hij schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De auteur

Stijn Leestmans is beleidsmedewerker landbouw bij Natuurpunt. In die hoedanigheid was hij betrokken bij het overleg over MAP7 tussen de natuur-, milieu- en landbouworganisaties.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek