"MAP7 bevat te veel generieke maatregelen en negeert milieutechnische oplossingen"

De plannen voor het nieuwe mestactieplan zijn volgens UGent-professor Erik Meers “draconisch”. Hij gelooft niet in al te generieke maatregelen, tegelijkertijd ziet hij wel een aantal kansen voor milieutechnische oplossingen. Volgens Meers moet er ook ruimer gekeken worden dan alleen naar landbouw als het gaat om waterkwaliteit. “Huishoudens dragen ook een belangrijke verantwoordelijkheid”, aldus de professor.

2 november 2022  – Laatste update 2 november 2022 21:07
Lees meer over:

Na alle reacties uit landbouw- en milieuhoek leggen zowel De Tijd als Radio 1 de plannen voor MAP7 van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) ook voor aan professor Erik Meers. Aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent is hij verantwoordelijk voor de vakgroep Groene Chemie en Technologie. Als milieutechnoloog beseft hij dat de waterkwaliteit omhoog moet. “Daar is iedereen het roerend over eens”, klinkt het.

“Landbouw is meest nutriënten-intensieve activiteit”

“Landbouw is de meest nutriënten-intensieve activiteit die er bestaat”, zo stelde professor Meers eerder al in een interview met Radio Agribex. “Alles in landbouw en voeding draait om het benutten van de nutriënten fosfor en stikstof. Het zijn de essentiële bouwstenen van alle leven.” Hij erkent dat het nodig is om de verliezen van die nutriënten naar het milieu verder te doen dalen.

Meers legt uit dat stikstof, een bestanddeel van nitraat, in het oppervlaktewater nefast is voor de biodiversiteit. “Nitraat en fosfor die niet door de gewassen zijn opgenomen, spoelen weg naar waterlopen. Dit creëert algenbloei in gewone oppervlaktewaters en in oceanen. Die algen halen de zuurstof uit het water waardoor het hogere leven, zoals vissen en planten, afsterft. De voorbije decennia zagen we grote oppervlakten in de oceaan waar het leven verdween”, vertelt Meers aan De Tijd.

Eenzelfde dynamiek is volgens hem aan de gang in veel waterlopen, al is Vlaanderen niet de enige regio met dat probleem. Ook in Nederland, Duitsland, Noord- en Zuid-Spanje, Noord-Italië en Denemarken is mest een belangrijke oorzaak van slechte waterkwaliteit. "We zitten in het peloton van regio's die aan intensieve landbouw doen", zegt Meers.

Het lijkt alsof enkel landbouw verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit, maar dat klopt niet. Huishoudens zijn verantwoordelijk voor 40 procent, landbouw voor 60 procent

Erik Meers - Professor UGent

Rol van de huishoudens

Tezelfdertijd wil hij meteen de nodige nuance aanbrengen. “De waterkwaliteit heeft niet alleen te maken met dierlijke mest of landbouw. In een groot deel van Vlaanderen zijn huishoudens niet aangesloten op de riolering. En ook vanuit kleinschalige waterzuivering zijn er nog altijd redelijk hoge lozingen in het oppervlaktewater”, legt de professor uit aan Radio 1.

Volgens hem gaat het in onze waterlopen om een verhouding van 40 procent veroorzaakt door huishoudens en 60 procent veroorzaakt door landbouw. “Met alle discussies van de laatste dagen lijkt het alsof enkel landbouw verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit, maar dat klopt dus niet”, aldus Meers. Hij wijst erop dat van alle stikstof die in de Noordzee terechtkomt vanuit onze waterlopen de helft ervan afkomstig is van huishoudens en de andere helft uit landbouw.

Het aandeel van landbouw kan op zijn beurt opgesplitst worden: de helft is afkomstig uit dierlijke mest, de andere helft van kunstmest. “Hoewel we in Vlaanderen een mestoverschot hebben, gebruiken we paradoxaal genoeg ook nog heel veel kunstmest in onze regio. Het gaat jaarlijks om 90 miljoen kilo kunstmest die geproduceerd wordt uit aardgas. Het is dus duidelijk dat het niet alleen om een probleem van de dierlijke productie of de mest die eraan gelinkt is, gaat. Het probleem is veel ruimer en veel genuanceerder en moet in de juiste context geplaatst worden.”

Frustratie bij landbouwers

Dat is een frustratie die ook bij heel wat landbouwers leeft. Al kort na de berichtgeving in De Tijd ontstond op de Facebook-pagina heel wat commotie. Er werd ook opgeroepen om alle informatie te delen over uitslagen van nitraatmetingen in het lozingswater van waterzuiveringsinstallaties, in waterlopen die ontspringen in bos of natuurgebied of van anderen mogelijke externe bronnen die extra depositie in landbouwgebied achterlaten.

https://www.facebook.com/groups/170515769658184/permalink/5711981465511559/

Turnhoutse boeren in de clinch met Natuurpunt: “Organisatie overtreedt regels kunstmestopslag”
Uitgelicht
Een groep Kempense boeren is woensdagochtend met de politie en een deurwaarder naar een perceel van Natuurpunt getrokken in Turnhout. De natuurorganisatie zou volgens de landb...
28 juli 2022 Lees meer

De bewering van Natuurpunt dat landbouwers op het maximum bemesten om hun mestoverschotten kwijt te raken, wil professor Meers eveneens nuanceren. “In Vlaanderen wordt naast dierlijke mest ook veel kunstmest gebruikt om aan de behoeften van het gewas te voldoen. Landbouwers gaan dit niet aankopen om uit te rijden op hun akkers als het niet nodig zou zijn. Dus stellen dat we te veel dierlijke mest hebben en die gewoon uitrijden om er vanaf te zijn, is een boutade die niet volledig opgaat.”

Te veel generieke maatregelen

Globaal genomen vindt Meers dat er te veel generieke maatregelen in de mestplannen van Demir staan. “Een generieke maatregel is in mijn ogen nooit goed. In principe moet je gaan kijken naar bodemtypes, naar textuur, naar zones waar er effectief problemen zijn, enz. en daar je beleid op afstemmen”, luidt het.

Ook de uitbreiding van de teeltvrije zone naar zes meter is volgens hem een zeer verregaande maatregel die ervoor zorgt dat er bijzonder veel areaal verloren gaat omdat Vlaanderen versnipperd is in kleine percelen. “Bovendien is in een deel van Vlaanderen de waterkwaliteit wel goed. Moet je daar dan zo'n maatregelen gaan opleggen als het water er door de vele inspanningen al gunstig aan het evolueren is? Laat me zeggen dat het een interessante basis kan zijn, maar dat de praktijkzin ontbreekt.”

Goede aanknopingspunten

Toch ziet de UGent-professor ook een aantal goede elementen in het plan staan. “Zo is er aandacht voor eco-engineering. Ter hoogte van de waterlopen kan je een aantal maatregelen nemen die een positieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Hetzelfde geldt voor maatregelen ter hoogte van drainages die uitmonden in een rivier”, meent Meers die interessante uitgangspunten ziet, maar tegelijkertijd ook de nood aan extra studiewerk onderstreept.

De professor benadrukt het belang van meer technisch overleg. “Er zijn oplossingen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan precisietechnieken die toelaten om met veel meer nauwkeurigheid te gaan bemesten.” Hij verwijst daarbij naar de opgang van drones die veel beter in kaart kunnen brengen waar een perceel meer bemesting nodig heeft en waar minder. “Zo kan je de efficiëntie van het gebruik verhogen, want niet-efficiënt gebruik van stikstof leidt tot stikstofverliezen. Er zijn heel veel evoluties op dat vlak bezig.”

Via renure kringlopen sluiten

Meers heeft een ander technisch aspect volledig gemist in de discussie. “Je kan stikstof recupereren uit dierlijke mest, het zogenaamde renure”, komt Meers bij één van zijn stokpaardjes uit. “Die stikstof uit dierlijke mest zou je kunnen inzetten als kunstmestvervanger. Dat is een win-win-win-situatie, want door dierlijke mest op te waarderen en efficiënter te maken, kan je het gebruik van kunstmest uit aardgas verminderen of sterk reduceren en door kringlopen te sluiten kan je milieuwinsten boeken, zeker als je dit kan combineren met een reductie van het totaalverbruik aan meststoffen.”

Voor de kostprijs vreest Meers niet. “Renure is een techniek waar landbouwers zelf mee aan de slag kunnen gaan. Ze kunnen hun eigen mest laten verwerken en het is voor hen voordelig om minder kunstmest aan te kopen. Door de prijsstijging van aardgas zijn de prijzen voor kunstmest het afgelopen jaar meer dan verviervoudigd. Dit vormt de economische driver voor landbouwers om milieutechnisch op een duurzamere manier te gaan werken. In principe is het een perfect economisch model.”

Het is technisch perfect mogelijk om dierlijke mest om te zetten in een meststof die dezelfde eigenschappen heeft als kunstmest. De wil is er bij landbouwers om dat te doen, maar de wetgeving laat het niet toe

Erik Meers - Professor UGent

Maar helaas moet de professor vaststellen dat de “stand der techniek” voorloopt op “de stand der wetgeving”. Het is met andere woorden technisch perfect mogelijk om dierlijke mest om te zetten in een meststof die dezelfde eigenschappen heeft als kunstmest en de wil is er bij landbouwers om dat te doen, maar de wetgeving erkent die eigenschappen nog niet. “De discussies lopen volop op Europees niveau. Eens er daar groen licht komt, moet Vlaanderen het nog omzetten in eigen regelgeving”, vertelt Meers die alvast hoopt dat het snel kan geïmplementeerd worden.

Samenvattend stelt de milieutechnoloog dat er nog veel werk is aan de plannen zoals die nu voorliggen. “Ik pleit daarbij voor overleg en sereniteit in de discussies. En ik pleit er ook voor dat landbouwers en milieutechnologen mee plaatsnemen aan de tafel, samen met alle andere belanghebbenden en de politiek”, besluit Erik Meers.

Landbouworganisaties buitenspel bij nieuw mestactieplan
Uitgelicht
Binnen drie maand moet het nieuwe MAP7 in voege zijn. De Vlaamse overheid is daarover al in gesprek met de Europese Commissie, maar de landbouworganisaties tasten in het duist...
6 oktober 2022 Lees meer

Bron: Radio 1 / De Tijd / eigen berichtgeving

Beeld: CVBB

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek