Slecht mestrapport: “Druk vanuit landbouw op waterkwaliteit blijft groot”

Uit het nieuwste Mestrapport van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) blijkt dat de maximale nitraatgehalten vorig jaar op een kwart van de meetpunten overschreden waren. In vergelijking met het voorgaande jaar is dat een stijging met drie procent. De nood aan een nieuw mestactieplan (MAP7) wordt terug aangevoerd.

21 februari 2024  – Laatst bijgewerkt om 21 februari 2024 21:39 Jozefien Verstraete
Lees meer over:

Nutriënten zoals stikstof en fosfor zijn noodzakelijk voor het leven in het water. In elk waterlichaam hoort een andere concentratie, zodat de planten en dieren die er van nature thuishoren er kunnen leven. Zijn er te veel nutriënten aanwezig, dan spreken we over eutrofiëring of vermesting. Bij een teveel aan nutriënten kunnen bepaalde soorten zich beter gedijen, zoals algen. Planten en de bijhorende diersoorten die van nutriëntenarme omstandigheden houden, gaan hierbij sterker achteruit. Een teveel aan nutriënten kan het waterecosysteem dus ontwrichten. Hoge nitraatconcentraties maken de productie van drinkwater ook moeilijker omdat het oppervlakte- en grondwater bijkomend behandeld moeten worden.  

Infographic Wat zijn stikstof en nitraat (1920 x 1080)

De landbouwsector is de belangrijkste oorzaak van te veel stikstof in het water, en dan vooral door het gebruik van mest of kunstmest. In de landbouwsector gaat een deel nutriënten verloren naar het water via het bemesten van het perceel, via afspoeling zoals erosie of via uitspoeling. Voor fosforconcentraten zijn de huishoudens een belangrijke factor.

Het element stikstof, dat in nutriënten zit, komt in allerlei vormen voor, waaronder ammoniak, nitraat en stikstofoxiden. Nitraat is één van de vormen waarin stikstof voorkomt in het water. Voor landbouw zijn er mestactieplannen (MAP) die nitraatmaatregelen opleggen zoals perioden waarin niet mag worden bemest. Ook het gebruik van mest in de nabijheid van waterlopen en op hellingen, de opslagmethoden van dierlijk mest of uitrijmethoden worden gereguleerd.

Achteruitgang

Het recent gepubliceerde rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij toont dat in het winterjaar 2022-2023 bij 25 procent van de nitraatmeetplaatsen in het oppervlaktewater, de EU-norm van 50 mg nitraat per liter minstens één keer werd overschreden. In vergelijking met het voorgaande winterjaar is dit een stijging met drie procent. Ten opzichte van tien jaar geleden werd in het afgelopen decennium geen vooruitgang geboekt.

Er zijn grote regionale verschillen, met West-Vlaanderen en het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg als slechtst scorende regio’s en de bekkens van de IJzer, Leie en Maas als slechtst scorende bekkens. In 2022-2023 blijft West-Vlaanderen met overschrijdingen in 43 procent van de meetplaatsen de slechtst scorende provincie. Alleen in de provincie Antwerpen is er een lichte daling van het percentage overschrijdingen tegenover het winterjaar 2021-2022.

De huidige beoordeling van de aanwezigheid van nitraat in het freatische grondwater, de bovenste laag grondwater onder landbouwgebied, toont globaal ook een ongunstige evolutie van de kwaliteit en dit zowel op basis van de huidige toestand als de trend van voorgaande meetjaren.

Schermafbeelding 2024-02-21 165306
Schermafbeelding 2024-02-21 171954

Doel MAP6 niet gehaald

Het doel van Mestactieplan 6 (MAP6) voor 2022 was een daling met 4 mg nitraat per liter voor alle afstroomzones die in de periode 2015-2018 een hogere gemiddelde concentratie hadden dan 18 mg nitraat per liter. “Aangezien er vandaag geen MAP7 bestaat dat normaal vanaf 2023 had moeten gelden, toetsen we voor winterjaar 2022-2023 opnieuw aan het doel van MAP6”, stelt VMM.

“Voor winterjaar 2022-2023 wordt het doel in gebiedstype 1, 2 en 3 niet gehaald. Het doel werd ook in de vorige vier winterjaren niet gehaald.” Vlaanderen deelt de afstroomzones op in vier gebiedstypes. In die gebiedstypes gelden verschillende gebiedsgerichte maatregelen om de waterkwaliteit in het landbouwgebied te verbeteren. Gebiedstype 0 is weggelegd voor de gebieden met een goede waterkwaliteit. Gebiedstype 3 is het verst verwijderd van een goede waterkwaliteit, daar gelden dan ook de strengste maatregelen.

De langetermijndoelstelling voor de gemiddelde nitraatconcentratie per afstroomzone is in MAP6 ingesteld op 18 mg nitraat per liter. In het winterjaar 2022-2023 wordt de streefwaarde in 101 van de 179 beoordeelde afstroomzones behaald, overeenkomend met 50 procent van het landbouwareaal. Dat is een achteruitgang ten opzichte van de uitgangssituatie van MAP6. Bij de start van MAP6 voldeed 52 procent van het landbouwareaal aan de streefwaarde van 18 mg nitraat per liter.

Klimaatwijzigingen

“De onvoorziene, uitzonderlijke droogteperiodes, zoals opgetekend in de jaren 2017-2020 en in 2022, spelen ongetwijfeld een rol in de achteruitgang van de waterkwaliteit”, stelt VLM in het Mestrapport 2023. “Als er bij de bemesting, het bodembeheer en de teeltkeuze onvoldoende geanticipeerd wordt op uitzonderlijk droge weersomstandigheden, blijft een hoger nitraatresidu achter in de bodem in het najaar en is er meer uitspoeling van nitraat naar het oppervlaktewater tijdens de winterperiode.”

Ook WUR-onderzoekers stelden eerder al dat de droogtepriodes afwisselend met hevige neerslag door klimaatverandering een serieuze uitdaging vormen voor het waterbeheer wereldwijd. “Tijdens droogte is er minder water beschikbaar om verontreinigingen te verdunnen, terwijl tijdens hevige neerslag en overstroming er meer verontreinigingen afstromen vanaf het land naar rivieren”, aldus WUR-onderzoeker Nynke Hofstra. Hofstra stelt dat er naast weersomstandigheden ook andere factoren invloed hebben op de waterkwaliteit. “We zagen dat veranderingen in landgebruik en andere menselijke factoren zoals populatiegroei en afvalwaterzuivering ook meer invloed hebben op nutriënten en micro-organismen in rivierwater dan klimaatverandering op lange termijn.”

Zowel milieu- als landbouworganisaties hebben al erkend dat het meetpuntennetwerk ernstige fouten bevat en geëvalueerd moet worden

Boerenbond en ABS

Correcte metingen en gedeelde verantwoordelijkheden

“De achteruitgaande waterkwaliteit mag niet enkel op de kap van de boer terechtkomen”, herhaalt ABS zijn boodschap van december in VILT. Volgens ABS zal het bereiken van een goede waterkwaliteit meer vergen dan enkel een goed mestactieplan. “Het rioleringsstelsel is nog steeds ontoereikend en niet klimaatbestendig. Bij zware regenval, en dat is er deze winter veel geweest, komt er nog steeds ongezuiverd afvalwater via talloze overstorten en matig werkende waterzuiveringsinstallaties in beken en grachten. Nog steeds veel te veel woningen in Vlaanderen lozen rechtstreeks hun afvalwater in grachten en beken. Hier moet de Vlaamse Regering nog zwaar aan de bak.”

Zowel Boerenbond als het Algemeen Boerensyndicaat wijzen er nog eens op dat het Mestrapport gebaseerd is op resultaten van het MAP-meetpuntnetwerk. “In het akkoord stelden zowel de milieu- als de landbouworganisaties dat dit meetpuntennetwerk ernstige fouten bevat en dringend moet geëvalueerd worden. Ook hier moet dringend werk van worden gemaakt. Want juist meten is weten”, besluit Boerenbond.

Bemestingspraktijken nog niet op punt

Volgens VLM daalt de milieudruk vanuit de landbouw op de waterkwaliteit licht, maar blijft hij nog steeds hoog. “In Vlaanderen wordt veel mest geproduceerd en gebruikt”, reageert VLM-woordvoerder Leen Van den Bergh in De Standaard. “In 2022 werden weliswaar een half miljoen varkens minder gekweekt, wat tot een afname van de dierlijke mestproductie leidde. Toch werd er op de akkers niet minder mest gebruikt. Op bijna de helft van de landbouwgrond staan gewassen zoals maïs en aardappelen, die goed gedijen bij veelvuldige mest, maar waarbij ook veel nitraat in de bodem achterblijft.” Dat het mestgebruik gelijk blijft op akkers, verbaast Boerenbond niet. “Mest is een circulaire grondstof, cruciaal voor een goede plantengroei”, luidt het.

VLM stelt verder in het Mestrapport dat de nitraatresidumetingen erop wijzen dat de bemestingspraktijken bij een aanzienlijk deel van de bedrijven ook nog niet op punt staan. Bij 42 procent van de landbouwers met een bedrijfsevaluatie in 2022 was het nitraatresidu hoger dan de nitraatresidudrempelwaarde. Door verkeerde bemestingspraktijken blijven er te veel nitraten achter in de bodem in het najaar. “Er valt nog veel winst te boeken bij de bemestingsstrategie, meer bepaald via een verlaging van de basisbemesting, gefractioneerde bemesting, en een goede inzet van bemestingsadviezen”, aldus VLM.

Aanpassingen of versoepelingen aan MAP7?

De Europese Commissie heeft de voorbije jaren meermaals haar bezorgdheden geuit over de slechte Vlaamse waterkwaliteit en aangedrongen om krachtigere maatregelen te nemen om de nitraatvervuiling aan te pakken. Vorig jaar heeft de Commissie een inbreukprocedure tegen de Vlaamse overheid opgestart wegens het niet naleven van de Europese Nitraatrichtlijn. Daarnaast werd het Vlaams Gewest veroordeeld door de rechtbank van eerste aanleg in Brussel in het kader van de Nitraatzaak die door vijf milieuorganisaties werd aangespannen.

“Met MAP7 zullen de nodige maatregelen moeten genomen worden om op termijn de Europese waterkwaliteitsdoelen te realiseren”, stelt VLM. Vorig jaar werd in maart door de landbouw- en de natuur- en milieuorganisaties een priniciepsakkoord bereikt over de uitgangsprincipes voor MAP7. “MAP7 is disruptief ten opzichte van de eerdere mestactieplannen”, reageert ABS. “In de plaats van uit te gaan van veel generieke maatregelen die te vaak het doel ver voorbijschoten of compleet onwerkbaar bleken te zijn, keert MAP7 terug naar de basis en dat is het landbouwbedrijf zelf.” Maar vlak voor de finish werd het akkoord getackeld door een issue rond het verbod op bemesting in VEN-gebieden waarbij de natuur-en milieuorganisaties de onderhandelingstafel verlieten.

Ondertussen wordt een milieueffectenrapport opgemaakt over MAP7 om de resultaten van beoogde acties te berekenen, maar vooraleer dit afgerond kan worden moet het princiepsakkoord geconcretiseerd worden. Iets wat nu eventueel vlugger kan gebeuren nu de Vlaamse overheid na de onderhandelingen met de landbouworganisaties in het landbouwakkoord, de nulbemesting in VEN-gebieden uit de berekeningen van het plan-MER haalde. Daarnaast zal Vlaanderen bij de Europese Commissie de derogatie opnieuw aanvragen om graslanden te mogen bemesten met dierlijke mest binnen de geldende bemestingsnormen.

Aanpassingen die volgens milieuorganisaties op onbegrijpelijke versoepelingen lijken: “Uit de eerste berekeningen bleek al dat het mestactieplan nog strenger zou moeten. Het lijkt me sterk om dan, nog voor de totaalberekeningen voor het ontwerpplan bekend zijn, een aantal elementen uit het plan vast te klikken en toe te zeggen aan de boeren”, aldus Ineke Maes Bond Beter Leefmilieu (BBL)

De enige versoepelingen aan MAP7 zijn administratieve versoepeling, luidt het bij Boerenbond. “In het princiepsakkoord zat geen nulbemesting in VEN. Dit is bovendien geen maatregel die bijdraagt aan de verbetering van de waterkwaliteit maar eerder tot doel heeft om landbouwgrond om te zetten in natuur. En de extra bemesting uit dierlijke mest op grasland was eveneens een onderdeel van het princiepsakkoord. Het zorgt er enkel voor dat er minder kunstmest gebruikt moet worden. Wetenschappelijke studies bevestigen dat dit geen negatief effect heeft op de waterkwaliteit. De enige versoepeling in het akkoord gaat over het huidige boetesysteem, waarover iedereen het eens is dat deze boetes vandaag disproportioneel hoog zijn.”

Bij het kabinet-Demir ontkennen ze dat de aanpassingen finaal tot een versoepeling leiden. “De milieudoelstellingen blijven dezelfde: dat staat als een paal boven water”, zegt woordvoerder Andy Pieters in de Standaard. “Of de aanpassingen kunnen, zal moeten blijken uit het milieueffectenrapport.” Bij het kabinet van minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) twijfelen ze er niet aan. “Dat het huidige MAP onvoldoende effect heeft, is al langer bekend”, zegt woordvoerder Bram Bombeek. “MAP7 is met zijn gebiedsgerichte aanpak streng genoeg, ook zonder de symboolstrijd in de VEN-gebieden. In Europa waait intussen ook een andere wind, en groeit het besef dat de groene ambitie doorgeslagen is.”

Vlaanderen niet enige slechtste van de klas

De waterkwaliteit is niet enkel in Vlaanderen de achilleshiel van de landbouw, ook in de rest van Europa is deze zwakteplek op te merken. In het laatste verslag van de Commissie over de uitvoering van de nitraatrichtlijn staat te lezen dat in een groot aantal grondwatermeetstations nog steeds niveaus boven het maximum van 50 mg nitraat per liter geregistreerd worden. Zo ook in Duitsland, Luxemburg, Malta, Portugal en Spanje. “Uit de gegevens over de nitraatconcentratie op EU-niveau blijkt dat de grondwaterkwaliteit sinds de vaststelling van de richtlijn is verbeterd, maar dat de verdere verbetering ervan sinds 2012 zeer langzaam verloopt”, concludeert het EU-rapport. “Dit kan zo worden geïnterpreteerd dat de laaghangende vruchten reeds zijn geplukt en er nu meer verstrekkende maatregelen nodig zijn om de positieve trend te verbeteren.”

Ook onze noorderburen hebben moeite met de waterkwaliteit. Net zoals België staan ze met nog enkele landen het verst van de EU-waterkwaliteitsdoelstellingen. In Nederland voldoet de helft van de waterlichamen niet aan de stikstof- en fosfaatdoelen en valt ook slechts één procent van hun wateren onder de categorie ‘goed’.

Van de 195 waterlichamen, gaande van een lokaal beekje tot grote rivieren, telt Vlaanderen maar één waterlichaam dat de volledige goede ecologische toestand haalt. Dat bleek uit cijfers van VMM en INBO. Deze score heeft niet enkel met de nitraatconcentraties te maken. Om aan de EU-richtlijn te voldoen, moeten de waterlichamen zich in een ‘goede ecologische en chemische toestand’ bevinden. Dat betekent dat een waterlichaam een hele checklist aan kwaliteitseisen moet kunnen afvinken, zoals onder meer de kwaliteit van het waterleven, de nitraat- en fosfaatconcentratie en concentraties van 'prioritaire stoffen' zoals benzeen of dichhloorvos. Met andere woorden, als aan één criterium van de optelsom aan kwaliteitseisen niet is voldaan, dan scoort het hele waterlichaam als onvoldoende.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek