3% minder Mestbankboetes, maar boetebedrag met 85% gestegen

nieuws

In 2023 schreef de Mestbank 145 boetes minder uit dan in 2022, een minieme daling van drie procent. Toch steeg het totale boetebedrag met 85 procent, van 4 miljoen naar 7,4 miljoen euro. Opvallend hierbij is dat slechts zes reuzeboetes voor een overschrijding van de mestbalans bij mestverwerkers aan de basis van deze stijging liggen. Samen maken ze een derde van het totale boetebedrag uit. Vorig jaar werden ook vijf 'balansboetes' uitgeschreven, toen goed voor "slechts" 660.000 euro. "De boetes kunnen jaar na jaar verschillen, afhankelijk van de handhavingsaccenten in een bepaald jaar en de doorlooptijd van bepaalde dossiers", duidt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Naast de stijging van het boetebedrag springen ook enkele positieve resultaten bij controles in het oog. Zo is het aantal niet-werkende luchtwassystemen gehalveerd en is er een forse daling van aantal landbouwers die een te hoog nitraatresidu hebben.

14 december 2024 Jozefien Verstraete
vlm-controle-mestbank-1108

Bij veel land- en tuinbouwers begint hun hart sneller te kloppen als ze 'Mestbank' lezen. Want naast haar ondersteunende en begeleidende rol, heeft de Mestbank ook een uitgebreide handhavingsrol. Daardoor kunnen landbouwers, tuinbouwers en mestverwerkers gecontroleerd worden door de Mestbank via onder meer administratieve controles, gerichte data-analyses, gerichte terreincontroles, risicogebaseerde bedrijfsdoorlichtingen en nitraatresiducontroles.

Bij overtredingen heeft de Mestbank ook de bevoegdheid om te sanctioneren. “Sanctioneren is geen doel op zich maar een sluitstuk om het naleven van de wetgeving te bewerkstelligen”, laat VLM optekenen in het mestrapport 2024. "De sancties bestaan uit waarschuwingen, maatregelen, boetes of strafbepalingen die in verhouding staan tot de overtreding en de impact op de waterkwaliteit."

Hoger boetetotaal

Ten opzichte van het voorgaande jaar bereikte het boetebedrag in 2023 nieuwe hoogtes in de statistieken met een totaal van 7,4 miljoen euro. Dit is een stijging van 85 procent in vergelijking met 2022. Toen werden 5.000 boetes voor 4 miljoen euro uitgeschreven. In 2021 werd 5 miljoen euro geïnd en in 2020 3,3 miljoen euro.

Een stijging van het aantal boetes kan de sprong alvast niet verklaren want er werden 145 boetes minder uitgeschreven in 2023 dan in 2022. Wat dan wel? “Het aantal opgelegde boetes en het boetebedrag kan jaar na jaar verschillen, afhankelijk van de handhavingsaccenten en de doorlooptijd van bepaalde dossiers", verklaart VLM. "Als er ernstige overtredingen met milieu-impact worden vastgesteld bij een bedrijfsdoorlichting van risicobedrijven of bij terreincontroles, dan legt de Mestbank de nodige en gepaste gevolgen op. Het hogere boetebedrag in 2023 is voornamelijk het gevolg van een aantal bedrijfsdoorlichtingsdossiers bij risico-mestverwerkingsinstallaties, waar de ernstige vaststellingen geleid hebben tot een grote boete.”

Het zou hierbij gaan om zes boetes die samen 2.289.694 euro waard waren. De boetes werden uitgeschreven na een doorlichting van de mestbalans bij mestverwerkingsinstallaties. Het voorgaande jaar werden ook inbreuken vastgesteld op de mestbalans, toen bij vijf mestverwerkingsinstallaties. Hun boetes hadden 'slechts' een som van 663.362 euro.

Deze zes boetes van 2023 houden uiteindelijk een derde in van het volledige opgelegde boetebedrag in 2023. Samen met ook het aantal boetes voor balansoverschrijding op een landbouwbedrijf (12%) en de boetes voor een NER-overschrijding (10%), vertegenwoordigt deze categorie 'boetes na terreincontrole of bedrijfsdoorlichting' 69 procent van het totale opgelegde boetebedrag.

Dit staat in schril contrast met de vele boetes (4.415) die na een administratief controleproces uitgeschreven worden. Deze vertegenwoordigen met hun 2,3 miljoen euro slechts 31 procent van het totaal boetebedrag, maar wel 91 procent in aantal. Ten opzichte van het voorgaande jaar is dit bedrag van administratieve boetes niet buitensporig, het is zelfs wat minder. De mestverwerkers lijken zodus dit jaar het kind van de rekening te zijn.

Men kan bezwaar aantekenen en in beroep gaan, maar doorgaans blijft de boete na een uitspraak van kracht

VLM - Mestrapport 2024

Minder geldboetes voor lichte overtredingen

Een verschil met vorig jaar is dat de Mestbank ondertussen voor sommige eenmalige, lichte administratieve overtredingen geen administratieve geldboete meer oplegt, maar een waarschuwing. Dat is een recente aanpassing als gevolg van het Landbouwakkoord. Voorwaarde is wel dat er in de drie jaar voorafgaand aan de overtreding, geen soortgelijke overtreding is gebeurd. Voor zwaardere overtredingen tegen de mestwetgeving, legt de Mestbank wel nog verschillende administratieve boetes op.

Pv's

Voor ernstigere overtredingen kan de Mestbank ook overgaan tot een aantal strafbepalingen. In deze gevallen wordt een proces-verbaal opgesteld en bezorgd aan het parket. In 2023 ging het over een 370-tal pv's in totaal. In voorgaande mestrapporten werd dit aantal niet gespecifieerd.

In de meeste situaties besluit het parket om het dossier niet strafrechtelijk te behandelen en door te sturen naar de afdeling Handhaving van het departement Omgeving voor verdere behandeling. De afdeling Handhaving informeert eerst de betrokken landbouwer en stelt een minnelijke schikking voor, afhankelijk van de ernst van de inbreuk. Als de landbouwer deze niet aanvaardt, volgt een boete. “De landbouwer kan bezwaar aantekenen en in beroep gaan, maar doorgaans blijft de boete na een uitspraak van kracht”, zodus VLM.

0

3.9 (miljoen) - Boetebedrag voor 5.000 boetes in 2022

0

7.4 (miljoen) - Boetebedrag voor 4.855 boetes in 2023

0

370 Opgestelde PV's

De uitbating van de mestverwerkingsinstallaties gaat gepaard met grote milieurisico’s. Veel overtredingen zijn toe te schrijven aan nalatigheid van de uitbater

VLM - Mestrapport 2024

Mestbalans bij verwerkers

In 2023 werden 11 risicovolle mestverwerkingsbedrijven doorgelicht. Bij vijf installaties werden maatregelen opgelegd, terwijl zes installaties boetes kregen, waarvan drie voor het overschrijden van de mestbalans. De andere drie installaties, die eveneens zwaar werden beboet om deze reden dit jaar, waren al in voorgaande jaren doorgelicht. Wat gaat de Mestbank na bij een doorlichting van de mestbalans? "Bij mestverwerkingsinstallaties wordt voornamelijk gekeken of de fosfaten in de aangevoerde mest overeenkomen met die in de afgevoerde producten", legt VLM uit. "Een onevenwicht ontstaat vaak doordat ruwe mest op papier hogere inhoudswaarden heeft dan in werkelijkheid, terwijl verwerkte producten op papier juist lagere inhoudswaarden hebben dan in realiteit. Dit betekent dat in werkelijkheid minder mest wordt verwerkt. Dit is een ernstige overtreding die leidt tot zware boetes. We dringen er al langer op aan dat de inhoudswaarden van mest beter de realiteit moeten weerspiegelen."

Naast de mestbalans worden op terrein onder meer ook gerichte controles uitgevoerd waarbij de staat van de installatie en de risico’s op nutriëntenverliezen worden nagegaan. Bij 40 procent van de 67 gecontroleerde mestverwerkingsinstallaties in 2023, werden inbreuken vastgesteld. Dit waren onder meer inbreuken zoals lozing van effluent door lekkages aan het doek van het bekken, of het te hoog vullen van het effluentbekken of lozing door het overlopen van opslagen. “In de meeste gevallen, is de vaststelling ernstig en wordt een PV opgemaakt. Vele overtredingen zijn toe te schrijven aan nalatigheid van de uitbater van het verwerkingsbedrijf”, duidt VLM. “De terreincontroles zijn in grote mate gericht en daardoor niet representatief voor alle mestverwerkingsinstallaties, maar wijzen wel op de grote milieurisico’s die gepaard gaan met de uitbating van de installaties.”

We dringen er al langer op aan dat de inhoudswaarden van mest beter de realiteit moeten weerspiegelen

VLM - Mestrapport 2024

Doorlichting landbouwbedrijven

Naast de risico-mestverwerkingsbedrijven worden ook risicolandbouwbedrijven met dierlijke productie doorgelicht op het terrein. Van de 107 doorgelichte productiebedrijven werden bij 57 bedrijven boetes opgelegd (53%), voornamelijk voor foutieve aangifte en overschrijdingen van de mestbalans. Worden ook de bedrijven meegeteld die vorig jaar een doorlichting kregen, maar dit jaar pas hun boete dan werden in 2023 68 boetes opgelegd aan landbouwbedrijven, samen goed voor net geen 1 miljoen euro.

"Het belangrijkste knelpunt bij de doorgelichte varkensbedrijven met een balansoverschrijding blijft een tekort aan gronden om mest op te gebruiken", duidt VLM. "Er wordt vaak vastgesteld dat de samenstelling van de mest niet overeenkomt met de werkelijkheid. Knelpunten hier zijn het werken met niet-representatieve forfaitaire samenstellingen of te lang gebruikmaken van een analyseresultaat van mestsoorten met een erg variabele samenstelling, zoals zeugenmest."

NER-overschrijding

Het derde grootste bedrag die vorig jaar geïnd werd door de Mestbank was het boetebedrag van circa 750.000 euro voor overschrijdingen van nutriëntenemissierechten (NER). Deze NER bepalen hoeveel dieren een landbouwbedrijf mag hebben. Daarbij controleert de Mestbank alle landbouwers in Vlaanderen of ze niet meer dieren op stal hebben dan de toegelaten. De cijfers die VLM in het Mestrapport vrijgeeft dateren van 2022, voor de inwerkingtreding van het stikstofdecreet dat heel wat wijzigingen aan het NER-systeem inhield, en liggen in lijn met het voorgaande jaar. Zo hielden 762 landbouwers meer dieren dan toegelaten volgens hun NER, waarvan ongeveer de helft van hen recidiveerde. Bij ongeveer de helft van de landbouwers met NER-overschrijding, bedraagt de NER-overschrijding in 2022 minder dan 500 NER, wat overeenkomt met ongeveer vier melk- of zoogkoeien.

In 2023 werden 41 dossiers opgesteld voor het incorrect vermelden van mestsamenstellingen op transportdocumenten. In 2022 waren dit er nog 264

Mestrapport 2024

Mesttransport en opslag

Een hardnekkig blinde vlek voor de Mestbank in 2023 blijft de mestproductie die landbouwers op eigen gronden plaatsen omdat deze niet gevolgd kunnen worden. Bij alle andere mesttransporten geldt de verplichting om te rijden met het AGR-GPS-systeem. Vorig jaar werd bij 11 procent van de 1.528 terreincontroles op mesttransporten onregelmatigheden vastgesteld, een percentage vergelijkbaar met eerdere jaren. Het niet (correct) gebruiken van AGR-GPS, vooral bij burenregelingen, blijft de meest voorkomende overtreding, hoewel dit afnam van 442 dossiers in 2022 naar 115 in 2023.

Ook bij het incorrect vermelden van mestsamenstellingen op transportdocumenten is een opmerkelijke daling te zien: van 264 dossiers in 2022 naar slechts 41 in 2023. Ondanks deze afname bleef het opgelegde boetebedrag relatief hoog, met 75.400 euro in 2023 ten opzichte van 99.400 euro het jaar ervoor. Daarnaast halveerde ook het aantal overtredingen bij niet-gemelde transporten door erkende mestvoerders, van 116 dossiers in 2022 (18.300 euro) naar 55 dossiers in 2023 (14.350 euro).

Bij mestopslagcontroles was er dan weer een stijging in overtredingen. Van de 311 gecontroleerde landbouwbedrijven werd bij 49 procent een inbreuk vastgesteld, een forse stijging ten opzichte van 33 procent in 2022. "Een slechte staat van mestopslag vormt een groot risico voor nutriëntenverliezen, zeker in de winter met regenval en volle opslagen", stelt VLM. "Hercontroles laten echter een aanzienlijke verbetering zien, wat erop wijst dat landbouwers na controles vaak actie ondernemen om hun mestopslag in orde te brengen."

De correcte interpretatie en toepassing van de bemestingsadviezen blijft een knelpunt. Bemesting berust nog vaak op gewoonte

VLM - Mestrapport 2024

Bemestingspraktijken

De bemestingspraktijken bij risicobedrijven met akkerbouw en vollegrondstuinbouw zijn, net als vorig jaar, vaak nog niet op orde. Van de 35 doorgelichte akkerbouwbedrijven kregen 23 (75%) gevolgen opgelegd, zoals het beperken van bemesting tot de maximale norm op perceelsniveau. Deze bedrijven kregen ook boetes.

"Niet-oordeelkundige bemesting en foutieve aangiftes blijven de meest voorkomende problemen," stelt VLM in haar mestrapport. Regelmatig worden nutriënten verkeerd afgezet, bemestingsdoses overschreden, of vindt bemesting op het verkeerde moment plaats. "De correcte interpretatie en toepassing van bemestingsadviezen blijft een knelpunt," aldus VLM. “Bemesting berust nog vaak op gewoonte.”

De Mestbank zet verschillende tools in om de bemestingspraktijken van landbouwers op te volgen. Door middel van data-analyses van de transport- en perceelsgegevens, wordt de bemesting op percelen met een bemestingsverbod in kwetsbare natuurgebieden (2GVE/ha) bijvoorbeeld opgespoord. In 2023 kreeg vier procent van de in totaal 4.510 landbouwers met één of meerdere percelen met bemestingsverbod, een boete omdat bemesting werd vastgesteld. In totaal werden vorig jaar 196 dossiers opgesteld omdat er te veel mest gebracht werd op een perceel gelegen in natuurgebied. Dit is meer dan een verdubbeling in dossiers vergeleken met 2022, toen waren dit slechts 69 dossiers.

Ook wordt via terreincontroles nagegaan of de bemestingspraktijken correct gebeuren. “De terreincontroles worden gericht ingezet, met een grotere aanwezigheid in gebieden met een slechtere waterkwaliteit”, duidt VLM. Bij zes procent van de 2.821 terreincontroles op de bemestingspraktijken werd minstens één inbreuk vastgesteld. Ten opzichte van het voorgaande jaar werden ongeveer evenveel vaststellingen gedaan. Een voorbeeld van zo'n terreincontrole is het nagaan of de teeltvrije zone van minstens 1 meter tot de waterloop wordt gerespecteerd. Er werden 640 percelen gecontroleerd waar bij acht procent van de akkerlanden een overtreding vastgesteld werd. Voor deze overtredingen werden meestal pv’s opgemaakt. "Bij vaststellingen verwijzen de meeste landbouwers naar onwetendheid, een vergetelheid of het onnauwkeurig bewerken van het perceel", aldus VLM. "Door de aanscherping van de handhaving is de nalevingsgraad tijdens de laatste jaren sterk verbeterd, daar is de daling van het inbreukpercentage van 50 procent in 2018 tot acht procent in 2023 getuige van."

Door de ernstige wateroverlast in oktober en november 2023 kon een groot aantal landbouwers zijn nateelten niet zoals gepland inzaaien. Wegens deze overmachtssituatie is slechts bij een kleine twee procent van de landbouwers een beoordeling van het gerealiseerde areaal gebeurd.

Vorig jaar had 22 procent minder landbouwers een te hoog nitraatresidu op bedrijfsniveau

Mestrapport 2024

Nitraatresiducontroles

Vorig najaar werden zoals gewoonlijk ook de nitraatresiducontroles uitgevoerd. De Mestbank controleerde één of meerdere percelen bij 10.200 landbouwers. Dit komt overeen met 34 procent van het aantal aangifteplichtige landbouwers. In vergelijking met 2022 werden iets minder nitraatresiducontroles uitgevoerd, toen werd 37 procent gecontroleerd. Van de gecontroleerde landbouwers in 2023 bleek bij 17 procent van de perceelsevaluaties en 20 procent van de bedrijfsevaluaties het nitraatresidu te hoog te zijn. In vergelijking met 2022 is dit een aanzienlijke daling. Toen was nog bij 30 procent van de landbouwers met een perceelsevaluaties en 42 procent van de landbouwers met bedrijfsevaluaties het nitraatresidu te hoog.

De Mestbank controleert ook of de staalname correct verloopt. In 2023 werden 88 staalnemers gecontroleerd op het terrein waar bij drie staalnemers een zware overtreding werd vastgesteld die geleid heeft tot schorsing van de registratie of tijdelijke uitsluiting van de staalnamecampagne. Dit ligt in lijn met vorige jaren.

0

Gunstige perceelsevaluatie 2023

0

Gunstige bedrijfsevaluatie 2023

Luchtwassers

In afspraak met de afdeling Handhaving van het departement Omgeving, voert de Mestbank ook terreincontroles uit op de luchtwassers. In 2023 werden 35 landbouwers gecontroleerd, bij 11 procent van de gecontroleerde landbouwers werd vastgesteld dat het luchtwassysteem niet in werking was. Ten opzichte van niet-werkende luchtwassystemen in 2022 (33%) is dit een ruime halvering. Toen werden er 49 landbouwers gecontroleerd. “Voor zo’n ernstige vaststellingen wordt telkens een proces-verbaal opgesteld”, aldus VLM.

Naast de niet-werkende systemen, werd bij 29 procent van de gecontroleerde landbouwers geen verplicht jaarlijks onderhoudscontract vastgesteld en had 40 procent onvoldoende analyse laten uitvoeren van het spuiwater. "Een luchtwasser heeft een continue opvolging nodig om een goede werking te garanderen", aldus VLM. Bij 17 procent was er geen of een defecte debietmeter voor het spuiwater.

In totaal werd bij meer dan de helft (57%) van de gecontroleerde landbouwers in 2023 minstens één probleem gedetecteerd. Bij 31 bedrijven was er een controle van de biologische luchtwasser, bij 6 van de chemische luchtwasser en bij 1 bedrijf van het biobed luchtwassysteem. Sommige landbouwers hebben meer dan 1 luchtwasser op hun bedrijf.

In 2022 besliste de Vlaamse regering dat alle nieuwe luchtwassers over een elektronische monitoring moeten beschikken zodat het toezicht op een goede werking van luchtwassers kan worden versterkt. Bestaande luchtwassers krijgen tot 31 december 2025 om aan deze verplichting te voldoen.

0

Luchtwassystemen niet in werking

0

Problemen met luchtwassystemen

Gevreesd en veelbesproken, een gesprek met VLM
Uitgelicht
Het aantal klachten bij de Vlaamse Landmaatschappij over het mestbeleid daalde vorig jaar van 34 naar 11. Ook op het terrein ervaren de medewerkers van VLM dat de sfeer overwe...
17 mei 2023 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek