Verworven rechten deels geschrapt: "NER-systeem is niet verenigbaar met stikstofaanpak"

Sinds de inwerkingtreding van het stikstofdecreet verviel een deel van de nutriëntenemissierechten (NER) die bepalen hoeveel dieren een landbouwbedrijf mag hebben. Het gaat over een gedeelte van de slapende NER’s, die bijna een kwart van alle NER’s uitmaken. Deze beslissing is er gekomen omdat het huidige NER-systeem niet verenigbaar is met de doelstellingen van de stikstofaanpak.

4 april 2024  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2024 14:10 Jozefien Verstraete
Lees meer over:
varkens

Wat zijn NER’s?

Nutriëntenemissierechten of NER’s zijn individuele productierechten die bepalen hoeveel dieren het landbouwbedrijf maximaal mag tellen. Per diersoort werd de berekening van NER’s gebaseerd op de stikstof- en fosforwaarden van de mest in 2007, toen het systeem werd ingevoerd. In totaal werden 285,7 miljoen NER’s toegekend aan alle veehouders samen in Vlaanderen.

De wet voorziet erin dat deze rechten vrij verhandelbaar zijn. Een landbouwer die zijn veestapel wil uitbreiden, kan dit doen door de NER’s van andere landbouwbedrijven via de Mestbank over te kopen. Op verschillende uitzonderingen na, wordt er bij een overname van de emissierechten telkens 25 procent afgeroomd. Deze afroming stemt overeen met twee doelstellingen van het Mestdecreet: de Vlaamse mestproductie beperken, zonder afbreuk te doen aan de bedrijfsontwikkeling van Vlaamse landbouwers.

Tot twee jaar geleden was er ook nog een andere manier waarop veehouders in dierenaantallen konden uitbreiden: door de bijkomende mest plus 25 procent extra mest van het bedrijf te verwerken. Zo werd de mestdruk verlicht bij een uitbreiding van de veestapel. Hiervoor kon een landbouwer nutriëntenemissierechten-mestverwerking (NER-MVW) verkrijgen, die niet verhandelbaar waren. Maar twee jaar geleden kwam de Vlaamse regering op deze maatregel terug en werd de uitbreidingsmogelijkheid via NER-MVW opgeheven. “Hiermee wil de Vlaamse regering voorkomen dat de veestapel verder groeit. Dat is een belangrijke stap om de ammoniakuitstoot onder controle te krijgen en zo de Europese natuur te beschermen”, luidde de motivatie van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) toen.

De veestapel, uitgedrukt in actieve NER, kende toen een stijging van 2,8 procent in 14 jaar tijd. In 2007 waren er 237,7 miljoen NER's actief. In 2021, het jaar voordat de NER-MVW’s werden opgeheven, waren dat er 244 miljoen. Nadat er geen NER-MVW meer verkrijgbaar waren in 2022, klokte het aantal af op 235,8 miljoen actieve NER's.

NER VLM

Slapende NER’s

Naast het opheffen van de NER-MVW’s worden dit jaar enkele bijkomende aanpassingen aan het NER-systeem doorgevoerd. Deze komen er omdat het huidige systeem niet verenigbaar is met de doelstellingen van PAS, zo staat geschreven in het stikstofdecreet. Dit heeft voornamelijk te maken met de ‘niet-ingevulde NER’s’ of ‘slapende NER’s.

Slapende NER’s ontstaan wanneer een veehouder zijn nutriëntenemissierechten niet maximaal benut. Volgens Eddy Vandycke, mestexpert bij Boerenbond, zijn er tal van redenen waarom een landbouwer niet de maximale dierbezetting in zijn stallen heeft. “Dit kan zijn doordat de bedrijfsleider beslist om het even wat rustiger aan te doen of omdat er bijvoorbeeld herstelwerken aan de stal zijn of ziektes bij de dieren zijn waardoor er een onderbezetting is.” In die gevallen worden de emissierechten voor een kortere periode niet ingevuld. Maar ook voor langere periodes kunnen NER’s in slaap dommelen. Wanneer een veehouder bijvoorbeeld rechten aankoopt met een uitbreiding in het vooruitzicht of wanneer een landbouwer zijn veehouderij-activiteiten stopzet en zijn NER’s niet onmiddellijk verkoopt.

De waaier aan redenen waarom NER’s niet altijd ingevuld zijn, weerspiegelt zich ook in de aantallen. In 2007 was 16 procent (48 miljoen) van de 285,7 miljoen beschikbare NER’s slapend. Vorige maand maakte VLM de meest recent NER-cijfers van 2022 bekend. Daaruit bleek dat er 72,1 miljoen slapende NER’s in de sector zijn, van de in totaal 307,9 miljoen beschikbare NER’s. 23 procent van het totaal aantal NER’s werd dus niet gebruikt.

Niet verenigbaar met PAS

Bijkomend heeft het NER-systeem niet gezorgd voor een daling van de Vlaamse mestproductie, iets wat PAS wel beoogt. Sinds de invoering ervan in 2007 viel slechts een zeer lichte daling van 0,8 procent op te tekenen. Nochtans wordt er bij een overname van NER’s in principe 25 procent afgeroomd, waardoor de mestproductie geleidelijk kan afnemen. De geringe daling van de mestproductie is grotendeels te verklaren door het grote aantal familiebedrijven in de landbouwsector. Bij een familiale overdracht van NER’s geldt een uitzondering op afroming. Uit de meest recente cijfers die VILT opvroeg, blijkt dat in 2022 38 procent van de verhandelde NER’s afgeroomd werd. De andere verhandelde emissierechten werden overgedragen in het kader van een familiale overname (44%), mestverwerking (8%) of in kader van een eerste installatie van startende landbouwers (8%). Allemaal uitzonderingen waarop de reductie van 25 procent niet van toepassing is.

Opdeling 2022 NER

Om deze twee obstakels te tackelen op weg naar het halen van de PAS-doelstellingen worden enerzijds een groot deel van de slapende NER’s geannuleerd en anderzijds het aantal uitzonderingen op afroming beperkt. Zo zal de uitzondering enkel nog verleend worden in geval van een dichte familiale overdracht (een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of een echtgenoot). In het geval van een overdracht waarbij vennootschappen of groeperingen bij betrokken zijn, zijn de uitzonderingen iets complexer. Ook werd de uitzondering van afroming geschrapt voor overnemers jonger dan 40 jaar die nog niet beschikten over een eigen bedrijf.

Daarnaast is er nog een extra regeling uitgewerkt voor de rundveesector waarbij een NER-opkoopregeling zal opgestart worden indien de rundveesector in 2026 niet in lijn zit om de PAS-doelstellingen te halen.

Annulering slapende NER

Het aantal slapende NER’s van een bedrijf wordt bepaald op grond van de gemiddelde invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de kalenderjaren 2020, 2021 en 2022. Deze gemiddelde invulling wordt vervolgens met 10 procent verhoogd, om normale schommelingen in de veestapel in rekening te brengen. Het aantal NER’s dat boven het berekende aantal zit, zijn de slapende NER’s. In sommige gevallen zal niet het volledige potje aan slapende NER’s afgenomen worden. Want alle NER’s die na 1 januari 2017 werden aangekocht blijven buiten schot, net als alle emissierechten waarvan de mest naar de verwerking gaat.

Voor bedrijven die legkippen houden, geldt er ook een afwijkende regeling. Voor hen wordt er naar de hoogste invulling in de jaren 2020, 2021 en 2022 gekeken, zonder een verhoging met 10 procent. Bij legkipbedrijven zijn er soms grote schommelingen in de veebezetting, waardoor een berekening op basis van de gemiddelde invulling niet representatief zou zijn.

De vergoeding van één euro is zeker niet representatief met de marktwaarde van één NER

Eddy Vandycke - Mest-expert Boerenbond

Voor een groot deel van de geannuleerde NER’s wordt ook een vergoeding van 1 euro per NER toegekend. Enkel de geannuleerde NER’s, verworven na 2007 worden vergoed. De NER’s die landbouwers toegekend kregen bij de start van het NER-systeem worden dus niet vergoed. “De vergoeding van één euro is zeker niet representatief met de marktwaarde van één gemiddelde NER. De marktwaarde verschilt per diercategorie en van jaar tot jaar, maar zelden is de waarde één euro geweest”, duidt Vandycke. NER’s gaan eerder richting gemiddeldes van twee tot vijf euro.

Geannuleerd maar wel nog zichtbaar

Alle niet-ingevulde nutriëntenemissierechten van een bedrijf werden in feite reeds geannuleerd op 1 januari 2024, met terugwerkende kracht. Maar landbouwers kunnen deze NER’s wel nog terugvinden op het mestbankloket. Niet-oplettende landbouwers zouden deze slapende NER’s alsnog kunnen invullen. In het stikstofdecreet staat dat de Mestbank ten laatste tegen 1 september 2024 de betrokken landbouwers moet informeren over hun nieuw toegekend NER-aantal, wat de landbouwer niet veel tijd meer geeft om te anticiperen en een fikse boete te voorkomen voor een NER-overschrijding op het einde van het jaar. “September is de uiterste datum maar de Mestbank beseft dat het belangrijk is om de landbouwers zo snel mogelijk te informeren en stelt alles in het werk om dit te doen”, reageert VLM.

Stel dat de landbouwer niet akkoord gaat met het berekende gemiddelde NER-aantal, kan hij of zij bezwaar indienen uiterlijk tegen 1 oktober 2024. Daarna heeft de Mestbank een half jaar de tijd om hierover te beslissen. Er is dus een kans dat sommige veehouders pas tegen volgend jaar zullen weten hoeveel NER’s ze uiteindelijk hebben.

VLM organiseert op 29 april een webinar over dit thema. Ook het Departement Omgeving en het Agentschap Landbouw en Zeevisserij organiseren verschillende webinars over het stikstofdecreet. Alle informatie kan hier teruggevonden worden.

Wat betekent het stikstofdecreet concreet voor de veehouderij?
Uitgelicht
Eind februari trad het stikstofdecreet in werking waardoor elke vergunningsaanvraag waar ammoniak- of stikstofemissies aanwezig zijn, getoetst wordt aan de voorwaarden uit dat...
11 maart 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek