Overgangsperiode voor elektronische monitoring op luchtwassers
nieuwsVeehouders moeten vanaf 1 januari 2026 bepaalde parameters over de werking van hun luchtzuiveringssystemen automatisch kunnen doorsturen naar de overheid via een elektronisch monitoringssysteem. Door vertraging bij de regelgeving en het digitale platform hebben nog niet alle veehouders zo'n systeem kunnen installeren. "Daarom is er nu een overgangsperiode", kondigde Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v) aan in de Commissie Leefmilieu.
In 2022 besliste de Vlaamse regering dat nieuwe en bestaande luchtzuiveringssystemen zoals luchtwassers en biobeddden tegen 1 januari 2026 moeten beschikken over elektronische monitoring. Zo’n elektronisch monitoringssysteem registreert verschillende parameters van een luchtzuiveringsinstallatie. Wanneer een parameter een alarm geeft, kan de veehouder of een onderhoudsfirma snel zien waar het probleem zit en hoe het kan worden verholpen, zodat de installatie opnieuw correct functioneert.
Vanaf volgend jaar zullen bepaalde relevante parameters van dit systeem ook automatisch doorgestuurd moeten worden naar een digitaal platform van de overheid, zodat er opgevolgd kan worden of een luchtwasser volgens de voorschriften functioneert.
Papieren logboek volstaat niet meer
De registratie van deze parameters is vandaag al wettelijk verplicht, hetzij elektronisch of op papier. Die analoge optie verdwijnt echter volgend jaar. “Inspecties uit het verleden van de Mestbank tonen aan dat analoge registraties onvoldoende garantie bieden op een correcte en tijdige opvolging van de werking”, antwoordde minister Brouns op een parlementaire vraag hierover van Vlaams parlementslid Bart Dochy (cd&v).
Nieuwe luchtzuiveringssystemen zijn al sinds 2022 verplicht om over een elektronisch monitoringsysteem te beschikken. Bestaande luchtwassers krijgen tot 31 december 2025 om aan deze verplichting te voldoen. Beiden zouden dan vanaf het nieuwe jaar de betreffende parameters automatisch ter beschikking moeten stellen van de overheid.
Overgangsperiode
Maar de opmaak van regelgeving en systeemkoppeling liep vanuit de overheid vertraging op. “Ik krijg signalen dat de elektronische monitoring op het terrein wordt uitgerold en dat er snelheid wordt gemaakt, maar dat het niet evident is om bestaande luchtwassers op zo’n korte termijn uit te rusten met de vereiste technologie”, gaf minister Brouns mee in de commissie. “Daar zullen we rekening mee houden. Er is nu een overgangsperiode, zodat de installateurs op het terrein kunnen volgen.” Meer informatie over de overgangsperiode gaf de minister nog niet prijs. Latere communicatie zou nog volgen.
Het is nog niet volledig duidelijk welke parameters de overheid precies wil monitoren. Het zou jammer zijn als veehouders nu investeren, om later te horen dat niet alle parameters nodig blijken
Onduidelijkheid
Databedrijf Liquisens die samen met Crodeon elektronische monitoring op bestaande luchtwassers installeert beaamt de vaststelling van de minister. “We installeren inderdaad volop onze systemen. Maar door de blijvende onduidelijkheid in de regelgeving wachten ook nog veel varkenshouders voorlopig af”, zegt Steven De Schrijver, CEO van Liquisens. “Zo is nog niet volledig duidelijk welke parameters de overheid precies wil monitoren, zeker bij biobedden. Dat heeft een grote impact op de kostprijs van de monitoring. Het zou jammer zijn als veehouders nu investeren in een volledig pakket, om later te horen dat niet alle parameters nodig blijken.”
“Ook het platform ARMOS, waar de registratie van de gegevens op moet gebeuren, is vandaag nog niet operationeel”, geeft De Schrijver mee.
Kostenplaatje
Voor de installatie van een elektronisch monitoringssysteem op een bestaande luchtwasser kan de landbouwer rekenen op een steunbedrag van 14.000 euro via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Dat zou volgens de overheid overeenkomen met 80 procent van de investeringskost. “Onze ervaring toont dat de volledige monitoring voor de meeste bestaande systemen binnen het voorziene steunbedrag kan worden opgezet.” geeft De Schrijver mee.
In de commissie stelde Dochy de vraag in welke mate elektrische monitoring bij oude systemen wenselijk is. Volgens hem is de kostprijs disproportioneel in verhouding tot het doel van de maatregel, waardoor hij pleitte om analoge registraties toch toe te laten, maar dan in een meer performante vorm. “De kostprijs is inderdaad hoog”, reageerde Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA). “Maar de kostprijs van slecht of niet-werkende systemen is ook hoog.”