nieuws

Nieuwe WUR-studie sluit aan bij eerdere ILVO-bevinding: ammoniakuitstoot melkkoeien ligt hoger dan gedacht

nieuws

De Nederlandse universiteit van Wageningen toont in een nieuw onderzoek opnieuw aan dat de ammoniakemissies van melkveestallen hoger ligt dan tot nu toe ingeschat werd. ILVO kwam eerder dit jaar tot eenzelfde conclusie via eigen onderzoek. Een mogelijke actualisatie van de emissies zou zwaar doorwegen, want emissiefactoren zijn een fundament van het vergunningsbeleid. WeComV is zich reeds aan het buigen over de vraag of de emissiefactor voor melkkoeien dient bijgesteld te worden.

Vandaag Jozefien Verstraete
koeien stal Hoeve t’Alkeveld

Nieuw onderzoek van Wageningen University & Research concludeert dat de veelgebruikte ‘CIGR’-formule verouderd is waardoor de ammoniakuitstoot van melkvee in natuurlijk geventileerde stallen onderschat is.

Wat houdt de CIGR-formule in?

Voor het vaststellen van emissies uit open melkveestallen is het belangrijk om te weten hoeveel ventilatie er plaatsvindt. Elke kubieke meter ventilatielucht transporteert immers een hoeveelheid ammoniak naar buiten. Omdat ventilatie in melkveestallen moeilijk direct te meten is, wordt de ventilatie doorgaans berekend aan de hand van CO₂ concentraties in combinatie met de CIGR-formule.

“Om het ventilatiedebiet te bepalen wordt bij deze methode het verschil tussen de CO₂-concentratie van de stallucht en die van de inkomende lucht bepaald”, legt Eva Brusselman, emissie-onderzoeker bij ILVO uit. “Door dit te combineren met de ingeschatte CO₂-productie van de koeien en die van de mestput wordt vervolgens het ventilatiedebiet berekend.”

Om de geproduceerde hoeveelheid CO₂ van melkkoeien te kunnen inschatten, werd in 2002 de CIGR-formule opgesteld op basis van veehouderijkenmerken van toen. Maar intussen zijn melkproductie, voeropname en rantsoensamenstelling aanzienlijk veranderd en is de CIGR-formule niet meer aangepast geweest.

Verschil van 16 procent

Uit het WUR-onderzoek blijkt dat de werkelijk gemeten CO₂-productie gemiddeld 16 procent hoger is dan de waarden die de CIGR-formule voorspelt. “Het verschil tussen de werkelijke metingen en de voorspellingen schommelde doorheen het jaar”, merkt WUR ook nog op.” Dat kan samenhangen met variaties in de mesthoeveelheid in de kelder en de temperatuur van de drijfmest.”

Een onderschatting van de CO₂-productie betekent dat ook de emissie van ammoniak en methaan uit de stal waarschijnlijk te laag is ingeschat in eerdere emissieberekeningen en emissiefactoren van natuurlijk geventileerde melkveestallen. 

Bevestiging conclusies onderzoek ILVO

“Elk wetenschappelijk onderzoek kent variatie en heeft beperkingen. Daarom is herhaling van onderzoeken belangrijk”, stelt WUR. De universiteit geeft aan dat dit niet de eerste keer is dat de CIGR-formule onderzocht werd. “Ook de resultaten van eerdere studies wijzen in dezelfde richting als onze nieuwste studie.” Zo is in 2016 een onderschatting van 10 tot 12 procent gevonden, in 2024 een onderschatting van ongeveer 15 procent en in 2025 een onderschatting van gemiddeld 9 procent. “Deze eerdere resultaten geven de onderzoekers vertrouwen in de gevonden onderschatting in de huidige studie”, aldus WUR.

In maart stelde ook ILVO vast dat de ammoniakuitstoot de natuurlijk geventileerde melkveestallen in haar onderzoek hoger lag dan de huidige gehanteerde emissiefactor. De Vlaamse onderzoeksinstelling mat een gemiddelde ammoniakemissie van 17 kilogram per dierplaats per jaar, met een eigen ILVO-meetmethode waarbij het ventilatiedebiet werd bepaald op basis van snelheidsmetingen.

De ammoniakemissiefactor die gehanteerd wordt in de vergunningsverlening is 13 kilogram is. Deze emissiefactor werd overgenomen uit Nederland en werd vastgesteld op basis van metingen bij Nederlandse stallen die gebaseerd zijn op de CIGR-formule.

Moeten emissiefactoren bijgesteld worden?

Het ILVO-meetrapport kwam uiteindelijk ook bij het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) terecht. Daar buigen Vlaamse wetenschappers zich over de vraag of de emissiefactor voor melkkoeien op basis van de nieuwe informatie uit het ILVO-rapport dient bijgesteld te worden.

Ondertussen plant ILVO ook een herrekening van de emissiewaarden bekomen met de CO₂-methode op basis van de nieuwe inzichten die uit het WUR-onderzoek zijn gekomen.

De CIGR-formule wordt voornamelijk gebruikt voor open melkveestallen, minder voor mechanische stallen zoals in de pluimvee- of varkenssector. “De CIGR-formules voor varkens en kippen werden bovendien door WUR al eerder gevalideerd”, geeft Brusselman nog mee.

De emissiefactoren voor melkvee werden in 2022 bijgesteld, ik ga er in eerste instantie van uit dat ze nog correct zijn

Jo Brouns (cd&v) - Vlaams minister van Landbouw en Omgeving

De nieuwe WUR-cijfers zijn volgens Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns op dit moment niet van die aard dat ze de huidige emissiefactoren onder druk zetten. “Ik ga er in eerste instantie van uit dat de emissiefactoren correct zijn. Ze werden in 2022 bijgesteld, en ik twijfel er niet aan dat de toenmalige minister (Zuhal Demir, red.) dat streng en goed onderbouwd heeft gedaan, waardoor ze vandaag nog niet achterhaald zijn”, geeft Brouns in de commissie Leefmilieu mee dinsdag. "Zodra nieuwe wetenschappelijke inzichten dat vereisen, zullen we beleidsmatig bijsturen.”

Vlaams parlementslid Leo Pieters (Vlaams Belang) vindt dat de WUR-studie vooral een aanleiding moet zijn om de betrouwbaarheid van het huidige systeem opnieuw tegen het licht te houden. "En niet zozeer een reflex om de lat voor de veehouder opnieuw hoger te leggen", aldus Pieters.

Volgens Brouns tonen de studies aan dat er metingen aan de stal moeten gebeuren, maar dat ze tegelijk grote variaties kunnen geven, onder meer door verschillen in stalmanagement. Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA), die de WUR-studie op de commissieagenda plaatste, vindt dat bij de vergelijking van methodes niet alleen moet worden gekeken naar de effectiviteit, maar ook naar de foutenmarge van elke techniek. “Als de foutenmarge groter wordt bij metingen aan de stal, dan is het noodzakelijk die nauwkeurig af te wegen tegenover de foutenmarge van andere methodes.”

Overgangsperiode voor elektronische monitoring op luchtwassers
Uitgelicht
Veehouders moeten vanaf 1 januari 2026 bepaalde parameters over de werking van hun luchtzuiveringssystemen automatisch kunnen doorsturen naar de overheid via een elektronisch...
19 november 2025 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek