IFOAM ontkracht twee claims rond biologische gewasbeschermingsmiddelen

In een nieuwe analyse ontkracht IFOAM de claims dat bestrijdingsmiddelen die toegestaan zijn in de biologische landbouw even toxisch zijn als bestrijdingsmiddelen uit de klassieke landbouw en dat biologische boeren evenveel bestrijdingsmiddelen zouden gebruiken als klassieke boeren.

23 februari 2023  – Laatst bijgewerkt om 24 februari 2023 9:43
Lees meer over:

De analyse werd opgemaakt door de koepelorganisatie van de biologische landbouw- en voedingssector IFOAM in samenwerking met de Oostenrijkse milieuorganisatie GLOBAL 2000. Om de eerste claim te ontkrachten werd een analyse gemaakt van de verschillen in toxiciteit tussen de 256 werkzame stoffen van bestrijdingsmiddelen enkel toegestaan in de conventionele landbouw (ConvAS) en de 134 werkzame stoffen die in de biologische landbouw (OrgAS) toegestaan zijn.

De analyse werd gemaakt door het gevarenpotentieel te vergelijken aan de hand van de GHS-indicatoren, het wereldwijde systeem voor de gevarenindeling van stoffen. Deze gevarenindeling bestaat uit negen gevarenpictogrammen en beschrijven de gradaties van giftigheid en de gradaties van wetenschappelijke zekerheid over onder meer kankerverwekkende effecten. Ze geven ook informatie over negatieve milieueffecten. De gezondheidsrisico’s in de analyse werden vergeleken aan de hand van drie indicatoren: ADI, ArfD en AOEL. ADI definiëert de aanvaardbare dagelijkse inname, ArfD is de referentiedosis voor een veilige eenmalige consumptie en de maximum hoeveelheid waaraan kan worden blootgesteld zonder schadelijke gezondheidseffecten is de AOEL-indicator.

UGent-professor Pieter Spanoghe, expert in gewasbeschermingsmiddelen, duidt het gebruik van de indicatoren: “Het gebruik van deze indicatoren lijkt me één van de vele wijzen waarmee de druk van gewasbeschermingsmiddelen op mens en milieu gemeten kunnen worden. Wat niet opgenomen wordt in de analyse is de hoeveelheid van welk middel, waar en wanneer terechtkomt. Dit zijn belangrijke gegevens als we willen weten hoeveel we van de middelen innemen bij het consumeren van voeding. Zo’n gegevens zijn ook interessant om te zien wat in het water komt en hoeveel vissen opnemen.”

Uit de analyse concludeert IFOAM dat de bestrijdingsmiddelen ingezet in de biologische landbouw minder toxische effecten hebben op mens en milieu dan de bestrijdingsmiddelen van klassieke landbouw. Van de 256 ConvAS is 55 procent voorzien van waarschuwingen voor gezondheids- of milieurisico's. Voor de 134 OrgAS is dit slechts 3 procent. Op 16 procent van de ConvAS staat een gevarenaanduiding voor mogelijke schade aan een ongeboren baby, kanker of dodelijke effecten bij inademing of inname. Deze gevarenaanduiding werd bij geen van de OrgAS gevonden. Daarnaast werd vastgesteld dat anderhalf procent van OrgAS zeer toxisch voor het aquatisch ecosysteem is. Bij ConvAS werd dit vastgesteld bij 40 procent. Voor 93,3 procent van de OrgAS bleek ook geen gezondheidsrisico-indicator nodig te zijn. Een omgekeerd verhaal blijkt bij de ConvAS, daar bleek 93 procent wel een gezondheidsrisico-indicator nodig te hebben.

1/2

Spanoghe merkt hierbij op dat in de analyse een dubbel aantal klassieke bestrijdingsmiddelen wordt vergeleken met het aantal biologische: 256 tegenover 134. “Dubbel wil ook zeggen dubbele mogelijkheid van problematisch”, licht Spanoghe toe. “Is dit verplicht, moet dit? Misschien niet, maar een bredere aanpak zou voor mij echter wel wenselijk zijn.”

De tweede claim dat biologische boeren evenveel bestrijdingsmiddelen zouden gebruiken als klassieke boeren wordt ook ontkracht in de fact-check van IFOAM. Hiervoor wijzen ze op een misinterpretatie van gegevens over de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen die de lidstaten jaarlijks moeten publiceren.

Deze verkoopcijfers staan in kilogram waarbij geen rekening gehouden wordt met de gemiddelde toepassingsdosering van de gewasbeschermingsmiddelen. IFOAM duidt een wijze aan waarbij men gewasbeschermingsmiddelen kan vergelijken aan de hand van de oppervlakte waarmee de verkochte hoeveelheden kunnen bestreden worden. Daaruit blijkt dat biologische boeren minder bestrijdingsmiddelen gebruiken dan de klassieke boeren.

IFOAM wijst er ook op dat de data over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de klassieke en biologische landbouw niet openbaar zijn. De landbouwers zijn nochtans verplicht om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gedetailleerd door te geven maar deze data mogen tot op heden niet gebruikt worden voor statistische doeleinden. Het zou nog duren tot 2028 tegen dat deze cijfers gepubliceerd zullen worden.

De analyse werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Toxics.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek