Nieuw Belgisch-Frans project ontwikkelt bio-alternatieven voor gewasbescherming tegen 2028
nieuwsHet ambitieuze Interreg-project ‘Biocontrol 4.0’ omvat zeven deelprojecten en heeft als doel biocontroleproducten en digitale tools te ontwikkelen voor de Frans-Belgische grensregio. Hiermee wil het project het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen verminderen. “Dit project brengt een uitzonderlijk aantal partijen samen en biedt zo een unieke kans om duurzame oplossingen te realiseren voor de hele voedselketen in deze regio,” aldus de projectleiding.
Plantenstress en gewasbescherming
Net zoals mensen, ervaren ook planten stress, veroorzaakt door factoren zoals extreme temperaturen, voedingstekorten, watergebrek of biotische stress door bacteriën, virussen of insecten. Sinds de jaren 1950 worden fytosanitaire middelen ingezet om deze problemen te bestrijden. “Deze middelen waren lange tijd de standaardoplossing,” legt professor Philippe Jacques, projectmedewerker en voorzitter van het agrobiotech-onderzoekscentrum in Gembloux, uit. “Maar de laatste 20 jaar werken we aan alternatieven om de milieu-impact van chemische middelen te verkleinen. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling van biocontroleoplossingen, zoals biostimulanten, biofungiciden en bio-insecticiden.”
Biocontroleproducten kunnen gebaseerd zijn op natuurlijke pathogenen zoals schimmels, op levende organismen zoals lieveheersbeestjes, of stoffen zoals essentiële oliën en feromonen die plaagorganismen aantrekken of afstoten.

Nieuwe evolutie in biostimulanten op komst
15 maart 2023Roet in het eten
De markt voor biocontroleproducten heeft de afgelopen jaren een sneller dan verwachte groei doorgemaakt. “Toch vertegenwoordigt biocontrole anno 2024 slechts 5,5 procent van de wereldwijde gewasbeschermingsmarkt,” zegt Jacques. “Er is dus aanzienlijk groeipotentieel.”
Tegelijk brengt klimaatverandering nieuwe uitdagingen met zich mee. Biologische producten zijn gevoeliger voor variabele weersomstandigheden en complexe interacties tussen plant en omgeving. Jacques illustreert dit met een biofungicide dat eerder zeer effectief was, maar dit jaar, door natte omstandigheden, de ontwikkeling van een nieuwe schimmel stimuleerde. “Met Biocontrol 4.0 willen we zulke problemen aanpakken door de werkingsmechanismen van biocontroleproducten beter te begrijpen en ze veerkrachtiger te maken.”
Digitale hulpmiddelen en kennisoverdracht
Naast biocontroleproducten ontwikkelt het project digitale tools die telers helpen de producten op het juiste moment, in de juiste dosering en op de juiste plaats toe te passen. Dit verhoogt de efficiëntie en minimaliseert het gebruik van middelen. Ook worden trainingen georganiseerd voor producenten, verkopers en onderzoekers om de toepassing van de producten te optimaliseren.
Grensoverschrijdende samenwerking
De landbouw in de Frans-Belgische grensregio is gericht op vergelijkbare gewassen, zoals granen, suikerbieten, aardappelen, prei, appels, peren en aardbeien. De regio kampt met vergelijkbare uitdagingen, zoals plagen (Coloradokever, bladluizen, trips, mijten) en schimmelziekten (Phytophthora en Septoria). Dit maakt grensoverschrijdende oplossingen extra relevant.
Het totale budget voor het project bedraagt 14 miljoen euro, waarvan 60 procent gefinancierd wordt door de Europese Unie. De overige middelen worden verstrekt door lokale partners, waaronder universiteiten en provincies. In totaal werken 46 partners mee, waaronder Vlaamse instellingen zoals het Oost-Vlaamse praktijkcentrum Viaverda en het West-Vlaamse onderzoeksinstituut Inagro.
Deelprojecten in de kijker
Trans-Pathoflax 2.0 richt zich op vlasziekten zoals Verticillium-verwelking, Septoria en echte meeldauw, waarvoor momenteel geen duurzame bestrijdingsstrategieën bestaan. “Door klimaatverandering zien we bovendien nieuwe ziekten opduiken,” zegt Inagro, coördinator van dit project. Via demonstraties zullen aan het einde van het project de nieuwste inzichten worden gedeeld met telers.
Trans-Control, gecoördineerd door Viaverda, focust op praktijkonderzoek en demonstraties bij landbouwers. Nieuwe biocontrole- en digitale hulpmiddelen worden getest en de opgedane kennis breed verspreid onder telers, fabrikanten, onderzoekers en het grote publiek. Het doel is succesvolle combinaties van biocontrolemethoden en digitale tools breed inzetbaar te maken.
