Europa onderzoekt GLB-scenario’s: investeren in productiviteit, duurzaamheid, of… niets?
AnalyseDe Europese onderzoeksinstelling JRC heeft drie “wat-als”-scenario’s uitgetekend om het beleidsdebat over het GLB te ondersteunen. Eén van deze vragen luidt als volgt: ‘Hoe had de landbouw eruitgezien zonder GLB?’ Er werd ook gekeken naar hoe de landbouw zou evolueren moest het GLB de focus verleggen naar productiviteit enerzijds, of milieu en klimaat anderzijds.
"Deze scenario’s van extremen zijn vooral bedoeld als stof tot nadenken. Ze dienen niet als blauwdruk voor het beleid", benadrukt JRC. Als wetenschappelijk onderzoekscentrum van de Europese Commissie ondersteunt JRC het beleid met onafhankelijk, evidence-based onderzoek.
Het productiescenario
In een eerste scenario gaat de GLB-steun vooral naar maatregelen die de productiviteit en het concurrentievermogen verbeteren. In vergelijking met het referentiescenario – waarbij de huidige koers van het GLB behouden blijft - leidt dit tot een stijging van 2,7 procent van de landbouwproductie in de EU in alle sectoren, lagere voedselprijzen, betere handelsresultaten en een verbetering van de handelsbalans van de EU met 2,7 miljard euro. Van banencreatie of -verlies zou amper sprake zijn.
Alleen goed nieuws dus? Neen, want door duurzaamheid links te laten liggen, zou de druk op het milieu binnen de EU kunnen toenemen. Dit zou onder meer kunnen leiden tot hogere broeikasgasemissies door de landbouw (+0,5%) en een toename van 1,4 procent van het stikstofoverschot per hectare.
Loont investeren in milieu?
Over naar het andere uiterste, waarbij het GLB vooral ten dienste staat van milieu en klimaat. In dit scenario wordt de GLB-steun verschoven naar meer op milieu- en klimaatgerichte maatregelen. Dit zou aanzienlijke milieuvoordelen voor de EU opleveren: een vermindering van de broeikasgasemissies met 1,7 procent en van de stikstofverontreiniging met 2 procent per hectare, terwijl de diversiteit van de gewassen zou toenemen en 90.000 nieuwe banen zouden worden gecreëerd.
Aan de keerzijde van de medaille zou de landbouwproductie met vier procent dalen. De voedselprijzen zouden stijgen en de invoer zou toenemen, waardoor de handelsbalans van de EU met 1,8 miljard euro zou verslechteren.
Lagere efficiëntie en wereldwijd hogere uitstoot als EU extensiveert
Wat opvalt aan beide scenario’s, is dat de gevolgen misschien wel voelbaar, maar ook niet dramatisch zijn. De twee scenario's laten zien dat beleidsmaatregelen weliswaar van invloed kunnen zijn op de productie- en prijsdynamiek, maar dat de fundamentele marktfactoren de belangrijkste drijvende krachten achter de productieresultaten blijven.
Toch onderstreept het verslag de belangrijkste structurele afwegingen tussen intensivering en extensivering. Op productiviteit gerichte strategieën verbeteren de efficiëntie van het gebruik van hulpbronnen, verhogen de productie en de economische prestaties en beperken de uitbreiding van veestapels en landbouwgrond.
Het pleidooi voor milieugerichte extensivering omvat dan weer de verlaagde milieudruk per hectare of per dier. Maar door het productiviteitsverlies vereist extensivering vaak meer vee en land om het niveau op peil te houden. Omdat de efficiëntie lager is, neemt de druk per productie-eenheid toe.
Focus op productiviteit net beter voor het milieu?
Bovendien is de EU niet alleen op de wereld. Handelseffecten voegen nog een extra laag van complexiteit toe. Hoewel het milieugerichte scenario de landbouwemissies in de EU met succes verlaagt, zou dit onbedoeld de wereldwijde emissies kunnen verhogen. Door de eigen productie te verminderen, zou de EU dit kunnen opvangen met import uit wereldregio's met minder koolstofefficiënte landbouw. Het klimaatprobleem wordt zo dus opgeschoven en verergerd: een fenomeen dat bekend staat als een emissielek.
Het productiviteitsgerichte scenario zou echter, hoewel het de EU-emissies licht doet stijgen, de totale wereldwijde emissies kunnen verlagen, aangezien emissie-efficiënte EU-producenten minder duurzame concurrenten in het buitenland zouden kunnen verdringen.
Wat als er geen GLB was?
Tot slot simuleert de Scenar 2040-studie een hypothetisch “NoCAP”-scenario. Dit dient als extra referentiepunt voor de alternatieve beleidsscenario's. Het volledig afschaffen van het GLB is vrij ondenkbaar, onder meer omdat dit onverenigbaar is met de EU-verdragen. Bovendien zou het volgens JRC verschillende negatieve gevolgen hebben.
Een eerste slachtoffer van een GLB-loze wereld, is de landbouw zelf. Het inkomen van landbouwbedrijven zou met ongeveer 11 procent dalen, waarbij kleinere en kwetsbaardere bedrijven te maken zouden krijgen met verliezen tot 21 procent. De totale voedselproductie in de EU zou met vijf procent dalen, waardoor de EU minder goed in staat zou zijn om aan de binnenlandse en mondiale vraag te voldoen. De voedselprijzen voor consumenten zouden stijgen, wat onevenredig zwaar zou wegen op de voedseluitgaven van de meest kwetsbare huishoudens in de EU.
Ook tekenend voor de welvaart: zonder GLB zou de werkgelegenheid in de agrovoedingssector met ongeveer 250.000 banen dalen.
Niet enkel economisch zou het afschaffen van het GLB een ramp betekenen. Het fenomeen van de ‘emissielekken’ zou des te harder spelen, en dus ook het risico van een netto toename van de wereldwijde broeikasgasemissies door de landbouw. Ook hier zou de productie verschuiven naar minder koolstofefficiënte regio's buiten de EU.
Dit zijn de nieuwigheden binnen het GLB vanaf 2026
7 november 2025"GLB is stabiliserende factor"
Al deze resultaten onderstrepen volgens JRC de belangrijke rol van het GLB als stabiliserende factor die de economische veerkracht, de sociale cohesie en het ecologisch evenwicht in de landbouwbedrijven, regio's en sectoren van de EU ondersteunt.
Welke lessen vallen hier dus te trekken? Hoewel er argumenten vallen te maken voor diverse scenario’s, deelt JRC geen uitgesproken voorkeur aan het ene GLB-traject boven het andere. “Het dient veeleer als een instrument voor beleidsmakers, dat illustreert dat er geen ‘wondermiddel’ bestaat”, noteren de auteurs. “De bevindingen vragen om een slimme, evenwichtige en genuanceerde aanpak van het beleid, die een weg kan banen tussen de complexe afwegingen tussen economische levensvatbaarheid, voedselzekerheid en milieubescherming op zowel lokaal als mondiaal niveau.”
De resultaten zijn gepubliceerd in de Scenar2040-studie van de Europese Unie.
Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Wervel