"Ondanks grote investeringen in innovatie dreigt toolbox van landbouwers leeg te raken"
nieuwsDe sector van gewasbeschermingsmiddelen investeert elk jaar meer dan vijf procent van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling. Ondanks die investering werd er afgelopen jaar geen enkele nieuwe stof goedgekeurd voor gebruik. Tegelijk werden er 14 actieve stoffen verboden. “Daarnaast zien we een spectaculaire evolutie van precisie- en digitale landbouw waardoor het gebruik en eventuele risico’s van gewasbeschermingsmiddelen sterk dalen, maar die geraken moeilijk geïntroduceerd op het landbouwbedrijf”, trekt sectorfederatie Belplant aan de alarmbel.
De boodschap van Belplant, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de industrie van plantenbescherming, op de Algemene Vergadering in Leuven was duidelijk. “Willen we de landbouw verder verduurzamen, dan is een efficiënte integratie van digitale en precisielandbouw in het toelatingsproces van gewasbeschermingsmiddelen essentieel”, zo sprak voorzitter Sylvain Moissonnier.
Het wordt voor landbouwers steeds moeilijker om op een duurzame en tegelijk rendabele manier voor ons voedsel te zorgen
Kantelpunt voor gewasbescherming
Hij wees erop dat we vandaag op een kantelpunt staan. “Veel gewasbeschermingsoplossingen staan onder druk en veel actieve stoffen worden verboden, terwijl nieuwe stoffen op Europees vlak maar met mondjesmaat worden toegelaten.” Tussen 1 april 2023 en 1 april 2024 werd geen enkele nieuwe stof goedgekeurd. In diezelfde periode verdwenen er veertien actieve stoffen uit de gereedschapskist van de landbouwers. Vijftien actieve stoffen werden hernieuwd: het gaat om negen Bacillus preparaten, vijf andere stoffen en tot slot nog… zand. “Dat maakt het voor landbouwers steeds moeilijker om op een duurzame en tegelijk rendabele manier voor ons voedsel te zorgen”, klinkt het.
Nochtans steekt de sector heel veel middelen in onderzoek en ontwikkeling. “Onze sector is zeer onderzoeksintenstief”, aldus Moissonnier. “In België werd door de Belplant-leden in 2020 in totaal 176 miljoen euro geïnvesteerd in onderzoek, ontwikkeling en registratie. In 2021 steeg dat bedrag met een kleine 20 procent tot 208 miljoen euro.” De voorzitter benadrukt dat de bedragen die productiesites investeren om bijvoorbeeld hun waterverbruik te halveren of om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, niet zijn inbegrepen. “In 2021 werd bijna 50 procent van het onderzoeks- en ontwikkelingsbudget geïnvesteerd in laagrisicomiddelen en biocontrolemiddelen. Dat was een stijging met ruim tien procent tegenover 2020.”
Spectaculaire evolutie
Volgens Belplant loopt onderzoek en ontwikkeling in de Europese Unie dan ook ver voorop op de concrete introductie van innovaties tot op het landbouwbedrijf. Bovendien voltrekt zich ook een spectaculaire evolutie op vlak van precisielandbouw en digitalisering. Dit kan helpen om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hun eventuele risico’s sterk te doen dalen, luidt het. “Dit is geen verre toekomstdroom, maar dat zijn technieken die nu al beschikbaar zijn of slechts een appje zijn verwijderd”, stelt Moissonnier.
Vandaag werken we met een systeem van 36 camera's die 196 vierkante meter per seconde in beeld kunnen brengen
Tijdens de jaarvergadering getuigde de Duitser Peter Hloben, ingenieur bij tractorfabrikant John Deere, over de evolutie die de technologie rond precisielandbouw ondergaat. Een voorbeeld: een aantal jaar geleden had een camera een paar seconden nodig om een vierkante meter van een veld in beeld te krijgen, vandaag werkt het bedrijf met een systeem van 36 camera's die 196 vierkante meter per seconde in beeld kunnen brengen. Een ander voorbeeld dat hij aanhaalde, komt van korter bij huis. Het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) slaagt er volgens hem vandaag al in om met een drone binnen de 15 minuten een taakkaart op te maken van een veld en die taakkaart te connecteren met een spuittoestel.
Implementatie als knelpunt
Volgens Hloben zal een professionele akkerbouwer in de toekomst een spuittoestel nodig hebben met onder meer GPS, sectieafsluiting, camera's die taakkaarten kunnen opstellen, spuitboomcontrole, enz. "Deze technologie heb je nodig wil je op een professionele manier omgaan met gewasbeschermingsmiddelen", luidt het. Tegelijk stelt hij vast dat in Duitsland maar 45 procent van de akkerbouwers vandaag een spuittoestel heeft met sectieafsluiting en dat maar 24 procent onder hen met taakkaarten werkt voor onkruidbestrijding.
In België zal dat wellicht niet anders zijn. Daarom is er voor de introductie van die nieuwe technieken veel meer ondersteuning en vorming nodig naar de gebruikers toe. “In België hebben we excellente vormingscentra, lesgevers en een sterk ontwikkeld fytolicentiesysteem. Bovenop het efficiënter laten verlopen, moet dringend werk gemaakt worden over hoe de nu al beschikbare en toekomstige systemen op een adequate manier kunnen ingebouwd worden in het toelatingsproces van gewasbeschermingsmiddelen. Vervolgens komt het erop aan om ze efficiënt te implementeren binnen een redelijk tijdsbestek”, besluit Belplant.
