Boerenbond: "PFAS-gewasbescherming vormt slechts één deel van de discussie"
nieuwsLandbouworganisatie Boerenbond plaatst enkele kanttekeningen bij het nieuwe voorstel van resolutie over PFAS-houdende gewasbeschermingsmiddelen. De landbouworganisatie wijst erop dat PFAS in gewasbeschermingsmiddelen slechts een deel uitmaken van het totale PFAS-gebruik. Boerenbond zegt ook dat de stoffen die vandaag in de landbouw worden gebruikt, niet te vergelijken zijn met die uit vroegere industriële processen.
Deze week dienden parlementsleden van cd&v, Vooruit en N-VA een voorstel van resolutie in over PFAS-houdende gewasbeschermingsmiddelen. Daarmee willen ze de Vlaamse regering aansporen om een eerder vastgelegde deadline zeker te halen: die van 1 januari 2026. Dan zou er volgens het ‘Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik tot 2027’ een strategisch plan op tafel moeten liggen dat het drinkwater beter beschermt, en waarin ook een verbod komt op moeilijk verwijderbare stoffen zoals PFAS. Dit verbod moet opgesteld worden "met oog voor de beschikbaarheid van alternatieven en een werkbare invoering", zo luidt het.
Naast het uitwerken van deze afspraken, vragen de meerderheidspartijen dat de regering ook in kaart te brengt welke gewasbeschermingsmiddelen PFAS bevatten, waar ze worden gebruikt en welke PFAS-vrije alternatieven beschikbaar zijn. “Daarnaast is het nodig om zicht te krijgen in welke tijdsspanne de onderzochte alternatieven Europees erkend kunnen worden en federaal op de markt kunnen worden gebracht”, luidt het.
De parlementsleden pleiten tot slot voor meer begeleiding op het terrein. Landbouwers die PFAS-middelen gebruiken, moeten beter worden geïnformeerd en ondersteund bij hun overstap naar alternatieven. Ook vragen ze een kader dat investeringen in vul- en spoelplaatsen voor landbouwvoertuigen stimuleert.
Eén stuk van de puzzel
Hoewel de resolutie focust op PFAS in gewasbeschermingsmiddelen, halen de indieners aan dat dit slechts één stukje van de puzzel is. “De kwestie van de PFAS-houdende pesticiden is maar één onderdeel van zowel de PFAS-discussie als het bredere gewasbeschermingsdebat”, klinkt het. “PFAS omvat veel meer dan bestrijdingsmiddelen, en omgekeerd.”
In een reactie op het resolutievoorstel onderstreept Boerenbond dit met nadruk: “PFAS in gewasbeschermingsmiddelen zijn minder dan vijf procent van de PFAS die vandaag op de markt komen. We moeten vaststellen dat er nog heel wat toepassingen zijn waar PFAS op vandaag minder in vraag gesteld wordt.”
De organisatie haalt onder meer de aanwezigheid van trifluorazijnzuur (TFA) in drinkwater aan als voorbeeld. “TFA is niet alleen een afbraakproduct van PFAS in gewasbeschermingsmiddelen, maar komt ook in het milieu terecht via farmaceutica, industriële processen, synthetische koelmiddelen, antischuimmiddelen, enzovoort”, klinkt het. “De aanwezigheid van TFA in drinkwater is dus deels toe te schrijven aan landbouw, maar komt ook in grote mate van andere bronnen.”
De organisatie wijst er ook op dat de PFAS-stoffen die vandaag in de landbouw worden gebruikt, niet te vergelijken zijn met de stoffen die vroeger bij industriële processen vrijkwamen. “Bij correct gebruik vormen ze volgens de huidige inzichten van de FOD Volksgezondheid slechts een beperkt risico voor mens en milieu.”
Wat als alternatieven resistent worden?
Dat zowel het regeerakkoord als het resolutievoorstel stellen dat PFAS-middelen pas kunnen worden uitgefaseerd als er volwaardige, mens- en milieuvriendelijke alternatieven beschikbaar zijn, stemt Boerenbond wel tevreden. “De noodzaak van een alternatief wordt erkend”, aldus Boerenbond. De organisatie waardeert verder dat de resolutie aandacht besteedt aan een duidelijk wettelijk kader voor vul- en spoelplaatsen en aan steunmaatregelen die landbouwers helpen overschakelen op alternatieven.
Tot slot brengt Boerenbond een punt naar voren dat in de resolutie ontbreekt: resistentiemanagement. “Nochtans zeer cruciaal”, reageert de organisatie. “Eén alternatief volstaat niet. Ziekten en plagen passen zich aan. We moeten zorgen dat er voldoende alternatieven zijn om, in geval van nood, op een verantwoorde manier snel te kunnen schakelen.”
