WUR: Minder chemische bestrijdingsmiddelen, maar hoe dan?

Drie professoren aan de Wageningen universiteit (WUR) werpen hun licht over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. “Op papier is het gebruik van gewasbescherming met slimme ingrepen fors te verlagen, maar in de praktijk is het moeilijker”, klinkt het. “De les tot nu toe: het kan met minder chemie, maar helemaal zonder red je het niet.”

17 april 2024
Lees meer over:

Chemische bestrijdingsmiddelen spelen een sleutelrol bij het overgrote deel van de akkerbouwbedrijven en fruitteeltbedrijven. Landbouwers investeren in bestrijdingsmiddelen om de opbrengst en kwaliteit van hun producten op peil te houden. Zonder te spuiten zou de aardappelteelt vanwege Phytophtora infestans veel lagere opbrengsten halen, en zou de export van onze Vlaamse bloemen en planten ernstig gehinderd worden door infecties met plantenvirussen.

Wablief: gewasbescherming VILT TeeVee

“Elk jaar wordt er in Nederland ruim 9 miljoen kilo bestrijdingsmiddelen verkocht. Veruit het grootste aandeel daarin hebben antischimmelmiddelen (fungiciden) en onkruidbestrijders (herbiciden), waarvan 700.000 kilo glyfosaat”, staat te lezen in de laatste uitgave van Wageningen World, het magazine van de Nederlandse universiteit. “Het gebruik van gewasbescherming laat logischerwijs sporen na. Je vindt resten in voedsel, de bodem en het oppervlaktewater. Dat levert risico’s op voor de biodiversiteit, want een werkzame stof kan ook schadelijk zijn voor insecten. Neonicotinoïden bestrijden bijvoorbeeld gewasvraat van insecten, maar resten van het middel zijn ook giftig voor in het water levende insecten, die op hun beurt het voedsel vormen voor veel vissen.”

Risico via lucht en stof

Volgens Nederlands onderzoek zouden de grootste aantallen en hoogste concentraties resten van bestrijdingsmiddelen gevonden zijn in huisstof van landbouwers en tuinders. Of en in welke mate dat kwaad kan, is nog een open vraag. “We moeten de blootstelling en de gezondheidseffecten ervan in kaart brengen”, stelt Nederlands WUR-onderzoekster Violette Geissen. Geissen coördineert het Europese SPRINT-project dat ecologische en medische risico’s van gewasbescherminggebruik onderzoekt. “Hoeveel bijvoorbeeld een zwangere vrouw of een klein kind via huisstof kan inademen voordat een probleem ontstaat, weet niemand. Omdat lucht en huisstof niet worden gemonitord, doen we alsof het geen probleem is. Er zijn op dit moment alleen normen voor resten van gewasbescherming in drinkwater en voedsel, maar voor lucht, grond en huisstof zijn die er niet.”

Door polarisatie is een genuanceerde discussie over het nut en noodzaak van bestrijdingsmiddelen vrijwel onmogelijk geworden

Pieter de Wolf - Onderzoeker Open Teelten bij Wageningen Plant Research

Mogelijke oplossingen

Er zijn volgens Johan Bremmer, senior onderzoeker plantgezondheid bij Wageningen Economic Research, diverse opties om het gewasbeschermingsgebruik te verminderen: er kan meer ingezet worden op resistente rassen, op mechanische bestrijding van onkruid of beslissingsondersteunende software die helpt om de juiste hoeveelheid van een bestrijdingsmiddel op het juiste tijdstip toe te passen.

Uit een scenariostudie van Bremmer en collega’s blijkt dat bij een halvering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, en ondanks de inzet van innovatie en nieuwe teelttechnieken, er een effect te wachten staat op de opbrengst van gewassen. “Afhankelijk van het gewas kan die met maximaal dertig procent dalen, bijvoorbeeld in de teelt van olijven. Een daling van de opbrengst vertaalt zich in extra import en prijsstijgingen”, aldus Bremmer.

Ervaring en vaardigheden

In een grijs verleden heeft een collega van Bremer gekeken naar variatie in gewasbescherminggebruik tussen landbouwbedrijven in Nederland. “De hoeveelheid kon een factor vijf verschillen tussen het minst en meest verbruikende bedrijf. Of dat nog steeds zo is, zou je moeten onderzoeken. Stel dat de meest verbruikende boeren en tuinders het net zo goed gaan doen als de minst verbruikende, dan kun je gemakkelijk een forse reductie halen”, luidt het. “Je zou zeggen: de rest moet gewoon beter z’n best doen. Maar in de praktijk is dat een stuk lastiger, want het heeft te maken met ervaring, ondernemersvaardigheden, het inschatten van risico’s en het meewegen van kosten en eisen van afnemers. Er zijn heel veel zaken waar je rekening mee moet houden. Dat kun je niet allemaal in één seizoen leren.”

Robuustere teeltsystemen

Volgens Bert Lotz, teamleider Toegepaste ecologie bij Wageningen Plant Research , is nog veel ruimte om te innoveren met teeltsystemen waardoor ze robuuster komen en minder bestrijdingsmiddelen nodig hebben. In zijn onderzoek probeert hij de levenscyclus van de belangrijkste ziekten, plagen en onkruiden zo goed mogelijk te blokkeren. “De appelteelt wordt in Nederland geplaagd door circa twintig schimmelsoorten die vruchtrot veroorzaken. Daarom spuiten telers in het groeiseizoen zo’n 25 keer met fungiciden. Vocht speelt hierin een sleutelrol: nat weer doet de meeste schimmelsporen kiemen”, aldus Lotz. “Als je de appelboom en ook de vruchten droog kunt houden, heb je een eenvoudige strategie om de levenscyclus van vruchtrotschimmels te doorbreken.” Een oplossing die de onderzoeksgroep ontwikkelde is een mechanisch scherm dat openvouwt voor het gaat regenen en de appelbomen drooghoudt. “De cabrio-kap werkt goed, maar toch is er nog één schimmel, meeldauw, die onder droge omstandigheden wel blijft groeien”, duidt Lotz in het WUR-artikel. “Om helemaal zonder fungiciden te kunnen, zijn uiteindelijk appelrassen nodig die resistent zijn tegen meeldauw.”

Ook strokenteelt wordt in Nederland onderzocht als nieuw teeltsysteem. Hierbij wordt bijvoorbeeld aardappel, tarwe, ui en wortel in afwisselende banen op hetzelfde perceel groeien. Op een strokenteelt-akker is dan geen monocultuur meer en worden niet alle gewassen tegelijkertijd geoogst. “Elk teeltsysteem selecteert zijn eigen problemen”, zegt projectmanager Pieter de Wolf, onderzoeker Open Teelten bij Wageningen Plant Research. “Door over te stappen van grote percelen met één gewas naar strokenteelt, zie je dat sommige problemen beter beheersbaar zijn maar andere juist groter worden. Strokenteelt lijkt de biodiversiteit te bevorderen omdat er altijd gewas op het veld staat. Maar hierdoor creëren we ook jaarrond voedsel en beschutting voor muizen en floreert de coloradokever er.”

Volgens De Wolf kan er nooit helemaal ontkomen worden aan maatregelen tegen ziekten, plagen en onkruiden. “De vraag is hoe je het gewasbescherming zo duurzaam mogelijk doet, met minimale impact op bodem, water, biodiversiteit en energieverbruik. De les tot nu toe: het kan met minder chemie, maar helemaal zonder red je het niet.”

Als je helemaal geen chemische gewasbescherming meer wilt, zal je uit de bocht vliegen met andere klimaatdoelen

Pieter de Wolf - Onderzoeker Open Teelten bij Wageningen Plant Research

Big agro

“Er zijn allerlei mogelijkheden om de inzet van gewasbescherming te verminderen, maar een inhoudelijke discussie over dit onderwerp wordt steeds lastiger”, merkt De Wolf op. “Door polarisatie is een genuanceerde discussie over nut en noodzaak vrijwel onmogelijk. Glyfosaat is inmiddels het symbool geworden van big agro, gif, chemie en onnatuurlijk. Er wordt gedacht in absolute goed- en foutframes: je bent voor of tegen gewasbescherming. Als ik op basis van mijn expertise het gebruik van glyfosaat niet helemaal wil uitsluiten, krijg ik het verwijt dat ik me associeer met producent Bayer. Ik geef alleen vanuit mijn expertise een inschatting wat een verbod voor gevolgen kan hebben.”

De Wolf vindt een verbod op dit moment onverstandig. “Je gaat erop achteruit, want boeren gaan andere chemische middelen gebruiken die vaak minder effectief zijn, en meer risico’s hebben voor mens en milieu. En de niet-chemische alternatieven hebben ook nadelen. Onkruid kun je mechanisch of thermisch bestrijden. Dan ga je de grond flink beroeren en veel energie verbruiken”, aldus De Wolf. “Als je helemaal geen chemie meer wilt, vlieg je bijvoorbeeld met je klimaatdoelen uit de bocht.”

Europa schrapt halvering pesticidengebruik tegen 2030
Uitgelicht
“De Europese Unie neemt zijn verantwoordelijk. Wij hebben de landbouwers duidelijk gezien en gehoord en ondernemen actie”, aldus Ursula von der Leyen dinsdagochtend in het Eur...
6 februari 2024 Lees meer

Bron: WUR

Beeld: Cofabel

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek