"Geen enkele groep chemicaliën wordt zo grondig bestudeerd als gewasbescherming"

Nu de Europese Raad vrijdag moet beslissen over de verlenging van de vergunning van glyfosaat voor de komende tien jaar, staan de voor- en tegenstanders van glyfosaat weer lijnrecht tegenover elkaar. Professor gewasbescherming aan de UGent Pieter Spanoghe betreurt die tweespalt. “Gewasbeschermingsmiddelen zijn de enige groep chemicaliën die zo intens worden bestudeerd en gereguleerd. Dat staat in schril contrast met de manier waarop we als maatschappij omgaan met andere chemicaliën die wij slikken, prikken en daardoor lossen in het milieu.”

12 oktober 2023  – Laatst bijgewerkt om 13 oktober 2023 9:46 Griet Lemaire
Lees meer over:

België heeft al laten weten dat het zich zal onthouden bij de stemming over glyfosaat. Die onthouding komt er na de druk die Groen uitoefende. Ook in Nederland is al behoorlijk wat beroering geweest over de stemming over glyfosaat. De Tweede Kamer daar heeft er al meermaals op aangedrongen dat landbouwminister Piet Adema tegen de verlenging stemt, maar de minister legt die vragen naast zich neer en zal zich onthouden.

In de aanloop van de stemming van vrijdag klinkt de roep van de tegenstanders van glyfosaat almaar luider. Professor Spanoghe vindt het vreemd dat tijdschriften en media zich voordoen “als ledenbladen van drukkingsgroepen en zich pro een verbod van glyfosaat opstellen”. Volgens hem doen ze dit op basis van foute aannames. Omdat hij zelf her en der geciteerd wordt en er naar zijn visie gerefereerd wordt, wil hij vlak voor de stemming de puntjes nog eens op de i zetten.

“Er is een essentieel verschil tussen toxicologische effecten en veilig geachte dosissen voor landbouwgebruik”, benadrukt hij. “Dat veilig gebruik gaat over risicomanagement en de beslissing komt toe aan onze politiekers. Dat zij enkel richting krijgen door wetenschappers, drukkingsgroepen en media op vlak van het gevaar dat aan stoffen is verbonden, is niet aangewezen.”

Spanoghe zegt dat hij, als professor met kennis over gewasbeschermingsmiddelen, vandaag op de rem staat omdat glyfosaat symbool staat voor ons huidig landbouwsysteem. “Dat is een systeem dat ons tot op heden de zekerheid geeft dat wij voedsel van hoge kwaliteit aan betaalbare prijzen in onze rekken vinden.” Als we de 350 gewasbeschermingsmiddelen die vandaag in de EU zijn toegelaten op dezelfde manier onder de loep nemen zoals we dat vandaag met glyfosaat doen en “waarbij spraakmakende studies met niet realistische, veel te hoge dosissen naar gevaren testen”, dan zou dat er volgens hem toe leiden dat er middelen zijn die vele malen hoger scoren naar druk op mens en milieu dan glyfosaat.

Spanoghe wijst erop dat de intrinsieke eigenschap van alle bestrijdingsmiddelen het afdoden is van levende organismen. “Is het nu een schimmeldodend, onkruidbestrijdend of insectenverdelgend middel of wat ook, het maakt een onderdeel van de levende materie rondom ons stuk, en dat gevaar zal je altijd meten”, klinkt het. Daarbij kan er in zijn ogen geen onderscheid gemaakt worden tussen bestrijdingsmiddelen van biologische, natuurlijke oorsprong of door de mens chemisch gesynthetiseerde middelen. “Voor beide types zal je hoe dan ook neveneffecten waarnemen.”

Het advies van EFSA en ECHA zegt dat het niet alle toxicologische studies bekeken heeft en dat het die niet belangrijk vindt. Het zegt wel: wij definiëren met de ons gekende informatie een dosis die veilig in landbouw gebruikt kan worden

Pieter Spanoghe - Professor gewasbescherming UGent

Hij is ook van mening dat de adviezen van EFSA en ECHA juist moeten gelezen worden. “Het antwoord dat deze instanties mij geven is niet: “wij hebben al die toxicologische studies niet bekeken en vinden die niet belangrijk”. Het antwoord is: “wij, Europese Commissie, EFSA en ECHA definiëren met de ons gekende informatie” - en wees er maar zeker van dat zij werkelijk alles wel hebben bestudeerd want dat is bij wet verplicht – “een dosis die veilig in de landbouw kan worden gebruikt.”

De professor zegt dat deze dosis het gevaar erkent dat verbonden is aan het middel. “Deze dosis is wel een dosis waarbij deze instellingen stellen dat wanneer de mens en het milieu eraan worden blootgesteld, dat zij er minimale neveneffecten van zullen ondervinden. Dit is een verantwoorde afweging tussen het voordeel en het nadeel van een gebruik.” Er wordt op die manier niet enkel gekeken vanuit het oogpunt van de toxicologen, maar ook vanuit het oogpunt van de agronomen, meent hij.

Waar Spanoghe het vooral moeilijk mee heeft, is dat we als maatschappij niet vertrouwen op het werk van collega’s bij onze overheden op Vlaams, Belgisch en Europees niveau. “Het gaat over wetenschappers die we als hogescholen en universiteiten zelf opleiden en waarvan we hun werk nu als waardeloos bestempelen. Er wordt al 70 jaar nagedacht over hoe gewasbeschermingsmiddelen op een veilige wijze aan te pakken en steeds meer wordt die aanpak verfijnd. Het is de enige groep van chemicaliën in de hele wereld die zo intens wordt bestudeerd en gereguleerd. Het gemak waarmee wij als maatschappij omgaan met andere chemicaliën die wij slikken, prikken en daardoor lossen in het milieu is met een blik op de regulering, die wij voor de landbouwindustrie voorzien, onbegrijpelijk en totaal onverantwoord.”

De media die zich als voorstander van een verbod op glyfosaat opstellen, doen dit volgens hem op foute aannames. “Glyfosaat ligt niet los op onze oprit en ook niet op ons bord. Vraag als journalist de residudata van de voedselcontroles bij het voedselagentschap op en dan weet u dat net zoals ik”, doet hij een oproep naar de media. “Als we glyfosaat toepassen op ons groenten en fruit hebben we geen groenten en fruit meer.”

Wat de uitslag van de stemming op 13 oktober ook wordt, het zal opnieuw tot resultaat hebben dat mensen verder tegen mekaar worden opgezet

Pieter Spanoghe - Professor gewasbescherming UGent

Spanoghe gaat ook nog dieper in op de verschillende studies rond glyfosaat. “Betrouwbare studies worden door overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen niet zonder meer van tafel geveegd. Als dit toch gebeurt, loont het de moeite om na te gaan wat de redenen hiervoor zijn en dan komt er een ander verhaal naar voor.” De professor wijst er ook op dat labo’s die studies voor evaluatiedossiers afleveren, geaccrediteerd zijn. “Dat betekent dat zij daardoor niet partijdig zijn voor industrie. Zij hebben meldingsplicht voor positieve en negatieve onderzoeksresultaten en mogen bij wet niets verstoppen.”

Hij legt uit dat de dosissen waaraan wij blootgesteld worden, vaak onmeetbaar laag zijn. “Het toewijzen van nadelige gezondheidseffecten voor de mens is daarom bijzonder complex en consensus onder de wetenschappers is er niet. Op dat vlak vormt glyfosaat een essentieel verschil met dossiers als die van tabak of asbest”, aldus de professor die erop wijst dat het daarom ook belangrijk is om met agronomen te spreken. “Zij zullen u vertellen dat alternatieven voor glyfosaat helemaal niet even efficiënt zijn en vaak de druk op mens en milieu nog extra verhogen. Hierdoor komt onze duurzame samenleving niet dichter, maar juist verder van ons af te staan.”

Tot slot uit Spanoghe zijn bezorgdheid over dit zwart/wit-denken. “Wat de uitslag van de stemming op 13 oktober ook wordt, het zal opnieuw tot resultaat hebben dat mensen verder tegen mekaar worden opgezet”, besluit hij.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek