Beleggen we binnenkort in de prijs van water?

De beurs van Chicago wil dit jaar voor het eerst een waterprijs lanceren. Het systeem, dat vergelijkbaar is met de termijnmarkt voor aardappelen, moet voor meer transparantie zorgen, het prijsrisico afdekken en vraag en aanbod van water beter op elkaar afstemmen. De Standaard ging na of het verhandelen van water op de beurs een goed idee is.

29 september 2020  – Laatste update 29 september 2020 16:15
Lees meer over:

CME in Chicago is de grootste derivatenbeurs van de wereld. Samen met de Nasdaq wil CME nog dit jaar ‘water futures’ lanceren. Deze termijncontracten zijn gekoppeld aan de waterprijs in Californië. De prijs wordt bepaald op basis van de prijzen van de maand voordien. Twee partijen gaan een contract aan om een bepaalde hoeveelheid water futures te verhandelen in de toekomst, aan een vooraf vastgelegde prijs.

Met dit systeem wordt het water niet fysiek gekocht, maar ontwijken de handelaars als het ware het risico op een prijsstijging. De Engelsen gebruik het woord ‘derived’ voor dit soort van afgeleide prijszetting. Vandaar de term ‘derivaten’ voor dit soort contracten.

Door dit systeem te introduceren voor water zorgt de beurs van Chicago voor een wereldprimeur. Beleggen in water kon op vandaag wel al, maar enkel onrechtstreeks, bijvoorbeeld via aandelen van waterzuiveringsbedrijven of bedrijven die irrigatiesystemen bouwen voor de landbouw.

Anticiperen op droogte

Welk voordeel levert beleggen in water nu eigenlijk op? Landbouwers of bedrijven die grote hoeveelheden water gebruiken, kunnen op die manier anticiperen op droogteperiodes, wanneer de waterprijs hoog staat. Volgens CME wordt 40 procent van het water in California gebruikt voor de irrigatie van de 9 miljoen hectare gewassen. Landbouwers kunnen dankzij de transparante termijnmarkt vooruit plannen, stelt CME in een persbericht.

Als de droogte toeslaat en de prijs van het water in Californië stijgt, maken de boeren die water futures kochten winst op hun termijncontracten

Philippe Gijsels - BNP ­Paribas Fortis

“Als de droogte toeslaat en de prijs van het water in Californië stijgt, maken de boeren die water futures kochten winst op hun termijncontracten. Die winst kunnen ze gebruiken om de nadelige effecten van de droogte (duurder water, minder omzet) te compenseren”, verduidelijkt ­Philippe Gijsels, marktstrateeg bij BNP ­Paribas Fortis in De Standaard.

Op die manier kunnen de gevolgen van de klimaatveranderingen financieel opgevangen worden. Bovendien wordt een bewustwording gecreëerd rond de maatschappelijke waarde van water. Het systeem zou pas in het 4de kwartaal uitgerold worden omdat het nog wacht op groen licht van de Amerikaanse beurstoezichthouder, maar die reageert alvast positief.

Gevaar van speculanten

Maar er zijn ook nadelen verbonden aan water als beleggingsproduct. Naast landbouwers en waterbedrijven zullen ook speculanten erop afkomen. Gijsels wijst op het risico dat die speculatieve beleggers de waterprijs kunstmatig zullen opdrijven. En dat is ethisch niet verdedigbaar, vindt hij.

Speculanten simpelweg verbieden is volgens hem ook amper haalbaar. “Dan riskeer je te weinig volume en een illiquide markt”, vertelt hij. “Om een juiste prijs te kunnen vaststellen, heb je voldoende transacties nodig. Zonder speculanten zal dat bijzonder moeilijk worden. Hoe gaan de marktmakers dan ­tegenpartijen vinden? Voor ­elke koper van een water future moet je een verkoper zoeken. Dat veel boeren in Californië termijncontracten voor water zullen kopen, ­betwijfel ik niet. Maar waar vinden de marktmakers op de beurs dan voldoende beleggers die willen speculeren op een ­dalende waterprijs?”

Wereldwijd uitrollen?

Dit systeem kan niet zomaar wereldwijd toegepast worden want een wereldmarkt voor water bestaat niet. Wat wel tot de toekomstige mogelijkheden behoort, is een scenario met verschillende lokale waterprijzen, naar analogie met de oliemarkt.

“Bij een grote droogte in Californië zou je je dan een scenario kunnen voorstellen waarbij sommige marktpartijen goed­koper water uit andere delen van de wereld zullen vervoeren en verkopen in de VS. Op voorwaarde dat ze hun transportkosten uit de meerprijs kunnen ­terugwinnen”, schetst Gijsels.

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek