Analyse

Brede weersverzekering: zinkend schip of reddingsboei nu Rampenfonds opgedoekt wordt?

Analyse

Met de afbouw van het Rampenfonds ligt de verantwoordelijkheid voor teeltschade nu grotendeels bij de landbouwers zelf. De brede weersverzekering, die tot 65 procent gesubsidieerd wordt door de overheid, lijkt een logische bescherming tegen extreme weersomstandigheden. Toch blijft de interesse laag: amper vijf procent van de landbouwers sloot vorig jaar een verzekering af. Hierdoor komt ook de rendabiliteit van de verzekering voor de maatschappijen onder druk te staan. Heeft de brede weersverzekering nog toekomst in Vlaanderen?

11 maart 2025 Jozefien Verstraete

Met een brede weersverzekering kunnen land- en tuinbouwers sinds 2020 hun teelt verzekeren tegen schade door extreme en ongunstige weersomstandigheden. Met een subsidie wil Vlaanderen deze verzekering stimuleren bij de landbouwers waardoor ze tot 65 procent van hun premie kunnen terugkrijgen.

Desondanks daalt het aantal landbouwers met een brede weersverzekering als sinds deze in de markt werd gezet. De meest recente cijfers dateren van 2023, toen de landbouwers nog voor een klein deel terug konden vallen op het Vlaams Rampenfonds. Toen waren 1.582 landbouwers verzekerd, dat is tien procent van alle landbouwers met een beroepsmatig karakter. In 2020 waren dit er nog dubbel zoveel (2.974).

KBC bevestigt dat de daling zich in 2024 heeft voortgezet. “In 2023 hadden we nog 800 polissen, maar in 2024 zijn dat er nog slechts 600”, duidt Arnold Rahier, verantwoordelijk voor de brede weersverzekering bij KBC. In totaal zou naar schatting slechts vijf à zes procent van de Vlaamse landbouwers verzekerd zijn vorig jaar. “Ook in het aantal verzekerde hectares was er in 2024 een terugval van ongeveer de helft (19.000 ha) ten opzichte van 2020. Het aantal hectare per polis bleef dan weer stabiel.” In absolute aantallen wordt voornamelijk de maïsteelt en grasland verzekerd. Procentueel worden dan weer vooral de fruitteelten verzekerd. Dit wordt ook bevestigd in de afgesloten polissen van KBC.

Het Rampenfonds was lang een veilig vangnet, maar nu het wegvalt, is het cruciaal om de bedrijfsvoering aan te passen

Arnold Rahier - Verantwoordelijke Brede Weersverzekering bij KBC

Gebrek aan urgentie

De uitdoofregeling van het Rampenfonds heeft niet geleid tot een grotere interesse in de brede weersverzekering. Integendeel, de interesse is juist afgenomen. “Ik denk dat het bij de landbouwers nog niet helemaal doordringt dat het Rampenfonds effectief beëindigd is”, aldus Rahier. “Heel soms heb ik ook het gevoel dat er vanuit de overheid en landbouworganisaties warm en koud tegelijk geblazen wordt, dat er onterecht de hoop wordt gegeven aan landbouwers dat ze uiteindelijk wel op een tussenkomst zullen kunnen rekenen als ze in de problemen geraken door extreem weer. Zolang dit gevoel er nog is, dan zijn de landbouwers niet geneigd om die verzekering af te sluiten.”

Boerenbond benadrukt echter dat ze de brede weersverzekering blijven promoten bij de leden. “We hebben het Rampenfonds destijds vooral gesteund voor de niet-verzekerbare risico's”, aldus de landbouworganisatie. “Met het wegvallen van het landbouwluik nu voor verzekerbare risico’s, zullen we leden blijven aanmoedigen om een brede weersverzekering aan te gaan. 

Kostprijs als struikelblok

Naast het feit dat landbouwers de hoogdringendheid nog niet aanvoelen, verbaast het Rahier toch dat er niet meer interesse is. “De polis werd door de jaren heen telkens afgestemd naar de noden van de landbouwer. Bovendien wordt de verzekering voor 65 procent gesubsidieerd en wie werkt met een boekhoudsysteem, kan de kost van de verzekering ook fiscaal inbrengen. Financieel is een brede weerverzekering dus zeer gunstig voor landbouwers”, aldus Rahier.

Toch blijkt het de kostprijs volgens Boerenbond nog steeds het grootste struikelblok te zijn. “De subsidie is een zeer belangrijk aspect om het betaalbaar te maken, maar de polis blijft op dit moment nog erg duur”, klinkt het. “Om de kostprijs naar beneden te halen, pleiten we ervoor om de verzekeringsbelasting van negen procent te schrappen en om het subsidiesysteem aan te passen. De landbouwer moet op dit moment de polis volledig pré-financieren. Als de overheid de subsidie rechtstreeks aan de verzekeraar stort op het moment dat de landbouwer de netto-premie betaalt, zou dat de drempel verlagen.”

Navraag bij KBC leert ons dat een gemiddelde polis voor 32 hectare met 2,3 akkerbouwgewassen - het gemiddeld aantal gewassen- bruto 4.650 euro kost, waarvan 65 procent later wordt terugbetaald.

Consequenties lage verzekeringsgraad

Onpopulaire verzekeringen aanhouden is financieel lastig voor de verzekeringsmaatschappijen. Het brengt hoge administratieve kosten met zich mee, omdat de vaste lasten zoals schade-expertise, polisbeheer en risicobeoordeling over een klein aantal klanten verdeeld moet worden. Bovendien werkt een verzekering pas optimaal als er voldoende solidariteit is: hoe meer verzekerden, hoe beter de risico’s gespreid worden.

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij evalueert momenteel de brede weersverzekering . “Die evaluatie is cruciaal en hoogdringend”, aldus Rahier. Vanwege de risico’s die een nieuwe verzekering met zich meebrengt, herverzekeren verzekeringsmaatschappijen deels hun verzekering. Deze herverzekeraars hanteren een risicospreidingstermijn van vijf tot tien jaar, terwijl de toekomst van de brede weersverzekering onzeker is na 2026. Dan zouden de tegemoetkomingen van 65 procent wegvallen, en zonder deze subsidie zal quasi niemand nog interesse vertonen in deze verzekering. “Het is bijna onmogelijk om in deze situatie een herverzekeraar te vinden”, getuigt Rahier.

Volgens Rahier geeft de lage verzekeringsgraad ook een dubbel signaal naar de buitenwereld. “Slechts vijf procent van de landbouwers vindt het nodig om zich te verzekeren, maar wat met de andere 95 procent? Als zij het zelfs met een subsidie van 65 procent niet noodzakelijk achten, rijst de vraag of verdere financiering nog zin heeft. In 2023 gaf de overheid 10,8 miljoen euro steun aan de 10 procent landbouwers die hun areaal deels verzekerden.”

Veel potentieel

Rahier gelooft nochtans sterk in het product en ziet nog veel opportuniteiten om van de brede weersverzekering een succesverhaal te maken. Maar hoe kan de verzekering een goed vangnet worden voor de landbouwers en niet langer verlieslatend zijn voor de verzekeringsmaatschappijen?

“Het is meer dan het te overwegen waard om de brede weersverzekering toe te spitsen op de meest waardevolle teelten”, duidt Rahier. “Vandaag moeten alle teelten in Vlaanderen verzekerd worden binnen éénzelfde verzekering.” Bij niet-waardevolle teelten zoals grasland is er een onevenwicht tussen de lage premie-inkomsten en de hoge administratiekosten bij de schade-uitkeringen. “Het is een beleidskeuze van Vlaanderen dat we alle teelten verplicht moeten opnemen in de verzekering, dit kan dus aangepast worden.”

Een andere optie om perspectief te bieden aan de verzekering is een gedifferentieerde premie op basis van risicoprofielen. “Via het platform ‘Watch It Grow’ van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) kunnen de verzekeringsrisico’s van onze dossiers worden berekend”, duidt Rahier. “Zo kan er onder meer worden gekeken naar de bodemsoort en de waterhuishouding van het perceel. Het platform is hier erg voor geschikt, maar het potentieel ervan blijft onbenut. Met een verdere ontwikkeling zouden we gronden beter kunnen differentiëren en de premie daarop afstemmen. Zo zou een perceel met meerdere rustjaren tussen aardappelteelten een lagere premie kunnen krijgen dan een perceel met slechts één jaar ertussen. Ook organisch materiaal in de bodem en overstromingsgevoelige gebieden zouden factoren kunnen worden in de differentiatie. Maar momenteel ontbreekt de investeringstimulans binnen de brede weersverzekering om dit systeem verder uit te bouwen.”

De bedrijfsvoering en keuzes van teelten moeten de huidige, niet-extreme weersveranderingen kunnen dragen

John Doe - Developer

Switch in bedrijfsvoering

Volgens Rahier zal er ook nog een switch in bedrijfsvoering en mindset moeten komen in de sector om van de brede weersverzekering een echt succesverhaal te maken. “De weersveranderingen van vandaag zijn het nieuwe normaal. Dit wil zeggen dat er niet meer gerekend kan worden op een uitbetaling van verzekeringsgelden telkens er zich een iets hevigere regenbui of kleinere abnormale weerssituatie heeft voorgedaan”, aldus Rahier. “De bedrijfsvoering en keuzes van teelten moeten de huidige, niet-extreme weersveranderingen kunnen dragen. Soms overreageren landbouwers en geven ze te gauw teeltschade door.”

Daarnaast moet er nagedacht worden over de verantwoordelijkheid bij risicovolle keuzes. “Als een boer een risico neemt om aan groenteteelt te doen vlak bij een waterloop in overstromingsgevoelig gebied of wanneer een teelt wordt gezet in bodems die daar niet geschikt voor zijn, is dat zijn risico. Hij zal misschien vier goede oogsten hebben en één jaar niet. Wie moet dan opdraaien voor de schade? In het geval van verzekerbare schade kan dat de verzekeraar zijn, maar dan moet er in de premies gedifferentieerd kunnen worden naar gelang het risicoprofiel."

Er zijn genoeg pistes om een succesvolle doorstart met de brede weersverzekering te maken

Arnold Rahier - Verantwoordelijke Brede Weersverzekering bij KBC

Rahier benadrukt ook dat het noodzakelijk is dat de overheid en beroepsorganisaties hierachter staan. Er moet bereidheid zijn om de gevolgen te aanvaarden als landbouwers onverzekerd blijven en teelschade oplopen. “Het Rampenfonds is lang een zeer veilig vangnet geweest voor landbouwers, waarop ze ook langzaamaan hun risico’s en bedrijfsvoering op afgestemd hebben. Maar nu dit vangnet er niet meer is, is het nog belangrijker dan vroeger om opnieuw de bedrijfsvoering en bedrijfskeuzes aan te passen.”

Boerenbond wijst erop dat landbouwers reeds maatregelen nemen tegen de veranderende weersomstandigheden, zoals hagelnetten bij fruittelers, en aan risicospreiding doet. “We informeren onze leden sowieso over mogelijkheden en risico's via webinars, ons tijdschrift en vormingen. Maar het is uiteindelijk de landbouwer zelf die een afweging moet maken of hij al dan niet een polis wil afsluiten en hoe hij aan risicobeheersing doet. Preventie is altijd stap één voor ons, de brede weersverzekering zien wij als het sluitstuk van de risicobeheersing”, aldus Boerenbond. De landbouworganisatie benadrukt nog absolute voorstander te zijn van de verzekering. “Voor kapitaalintensieve teelten moet deze zeker blijven bestaan.”

Alles of niets

De toekomst van de brede weersverzekering hangt af van meerdere factoren. “Het systeem zal pas werken als alle partijen -overheid, verzekeraars en landbouwers-  zich erachter scharen”, concludeert Rahier. “Verzekeraars moeten gerichter kunnen werken met risicobeheer en gedifferentieerde polissen kunnen aanbieden, terwijl landbouwers rekening moeten houden met de veranderende weersomstandigheden en in sommige gevallen hun kijk op wat ‘normaal’ is bijstellen. Daarnaast is duidelijke communicatie essentieel: als landbouwers een financiële tussenkomst willen bij schade, moeten ze zich verzekeren.”

“De brede weersverzekering is geen verhaal van halve successen. Maar er zijn genoeg pistes en opportuniteiten om er samen een succesvolle doorstart van te maken”, besluit Rahier.

Europa waarschuwt voor groeiende overstromingsrisico’s: wat doet Vlaanderen?
Uitgelicht
De Europese Commissie dringt aan op meer maatregelen tegen overstromingen in de EU. Vlaanderen onderneemt actie, maar is het genoeg? Een evaluatie van het overstromingsrisco o...
9 februari 2025 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek