Partijprogramma's uitgespit: eerlijke prijzen

duiding

Alle Vlaamse partijen stellen dat de landbouwers een te zwakke positie hebben in de agrovoedingsketen, waardoor ze een te lage prijs krijgen voor hun producten en het inkomen onder druk komt te staan. In het tweede artikel van de negendelige legt VILT de partijprogramma’s naast elkaar om uit te zoeken wie welke maatregelen voorstelt om eerlijke prijzen te realiseren.

26 mei 2024
stijgende voedselprijzen slogan

Bijna elke partij haalt het thema eerlijke prijzen voor landbouwers aan in haar partijprogramma. Er is alvast consensus over het feit dat landbouwers een zwakke positie hebben in de agrovoedingsketen. Om deze positie te verbeteren zien zowel Open Vld, cd&v, Vooruit, Vlaams Belang en PVDA elk met hun eigen nuances heil in een actievere rol voor het Prijzenobservatorium binnen in de sector. Deze overheidsinstantie, die deel uitmaakt van de FOD Economie, heeft onder meer de opdracht om de evolutie van marges en prijzen van goederen en diensten op de Belgische markt te analyseren. De partijen verschillen wel in het vermogen van deze rol.

Er kan tussen de partijen ook gemeenschappelijke grond gevonden worden bij het aanwijzen van één van de oorzaken van oneerlijke prijzen: de dumping op onze markt van buitenlandse producten die niet aan dezelfde strenge voorwaarden onderworpen zijn. Als het van Groen, cd&v of Open Vld zou afhangen, worden ofwel de producten aan dezelfde voorwaarden onderworpen, ofwel worden ze gewoon verboden.

Wat zijn eerlijke prijzen?

Eerst even dit: Eerlijke prijzen is een vrij breed containerbegrip en wordt vaak in diverse discussies rond landbouw aangehaald. Wat eerlijke prijzen echter exact inhoudt is niet duidelijk afgebakend, ook niet in de partijprogramma’s. Naast de vrije invulling van wat de grenzen van eerlijk dan wel mogen zijn (is eerlijk hoger en hoeveel hoger is eerlijk), wordt het begrip ook in verschillende contexten gebruikt. Sommigen nemen eerlijke prijzen in de mond als ze het hebben over prijzen van landbouwproducten, terwijl anderen dan weer eerlijke prijzen aanhalen als men doelt op het inkomen, of over het bedrag dat een landbouwer op het einde van de maand overhoudt.

Hogere prijzen voor landbouwproducten, is maar een deel van de waaier aan maatregen dat ervoor kan zorgen dat landbouwers netto meer overhouden. Zo moet ook rekening gehouden worden met (internationale) beleidskeuzes rond bijvoorbeeld handel en economie. Daarnaast zijn er ook nog tal van algemene fiscale maatregelen zoals het verlagen van de last op arbeid of inkomensondersteunende maatregelen zoals subsidies, die ook invloed hebben op het totaalplaatje. Om van een containerbegrip geen containeranalyse te maken, heeft VILT zich met die reden eerder gefocust op de verschillende voorstellen en standpunten die vooral draaien rond de (on)macht van landbouwers in de agrovoedingsketen, concurrentie en consumentenprijzen.

N-VA

“Het landbouwmodel moet hertekend worden”, stelt N-VA. “Landbouwers moeten voedsel kunnen produceren in een context die zowel economisch rendabel als ecologisch haalbaar is, waarbij de landbouwer een eerlijke prijs krijgt en de afhankelijkheid van subsidies verminderd wordt.”

Volgens N-VA moet een betere waardeverdeling doorheen de keten zorgen voor een eerlijkere toekomst voor landbouwers. “Het ketenoverleg dat daarvoor bestaat sinds 2009 heeft weinig succes”, stelt de partij. “Om betere garanties in te bouwen in een correcte vermarkting van producten zorgt de overheid voor een ‘scheidsrechter’ in het ketenoverleg. Die persoon moet de positie van de zwakkeren in de keten beter beschermen.” Wie deze scheidsrechter moet zijn en welke macht hij moet krijgen, wordt niet gespecifieerd.

In het partijprogramma staat wel concreet dat N-VA “de boeren op Vlaams niveau wil helpen om producentenorganisaties op te richten, zodat finaal het inkomen van landbouwers hoger komt te liggen”. Producentenorganisaties bestaan al, maar er wordt volgens N-VA te weinig gebruik van gemaakt. De partij wil dat landbouwers hun krachten bundelen via dergelijke organisaties om sterker te staan in de onderhandelingen. Geert Bourgeois, Europarlementslid voor N-VA, haalde dit in de loop van de boerenprotesten meermaals aan. “Om mee te dingen in de wereld met grote spelers, moeten de familiebedrijven hun krachten bundelen. Die scheve machtsverhouding rechttrekken is de remedie”, aldus Bourgeois in januari.

Daarnaast wil N-VA ook dat de economische inspectie meer slagkracht moet krijgen om zo concurrentievervalsing en oneerlijke handelspraktijken op te sporen. De Vlaams-nationalistische partij vindt ook dat de EU assertiever moet optreden tegen dumping en tegen onrechtmatige en marktverstorende buitenlandse subsidies. “Correcte vrijhandel blijft de hoeksteen van onze welvaart”, klinkt het.

Om ervoor te zorgen dat winkelkar niet duurder wordt pleit N-VA voor een afschaffing van de federale verpakkingsheffing en een verlaging van accijnzen. Daarnaast willen ze ook strikte regels versoepelen, om meer concurrentie te krijgen en een eerlijk en gelijk speelveld te creëren.

Binnen het ketenoverleg moet elke actor zijn verantwoordelijkheid opnemen om een correcte verdeling van de winstmarges te bekomen

Open Vld

Open Vld

Open Vld zegt in zijn partijprogramma niet doof te zijn voor het ongenoegen van de boeren en kiest voor het behoud van een economisch en ecologisch, maar ook sociaal duurzame land- en tuinbouw. “Alleen met stabiele en duidelijke regels, een leefbaar inkomen in een maatschappelijk klimaat waarin hun werk geapprecieerd wordt, kunnen landbouwers blijven werken en investeren. Zo zorgen ze voor ons dagelijks brood en kunnen zij hun eigen boterham blijven verdienen. Dat is cruciaal voor onze voedselzekerheid en economie”, klinkt het.

De liberale partij ziet een rol weggelegd voor het ketenoverleg om een eerlijke prijs, en zo ook de rendabiliteit, te verzekeren. “Boeren zijn prijsnemers en dus de zwakste schakel in de keten. Er is nood aan een ketenoverleg waarin onze boeren sterk vertegenwoordigd zijn om een eerlijke prijs voor hun producten te bepalen en om zware prijsschommelingen door heel de keten te laten dragen. Binnen het ketenoverleg moet elke actor zijn verantwoordelijkheid opnemen om een correcte verdeling van de winstmarges te bekomen.” Het ketenoverleg bestaat echter al vrij lang. De boerenprotesten kaartten recent de stroeve werking er nog van aan, waarbij niet iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt en even transparant is. Open Vld blijft het antwoord schuldig op de vraag hoe de partij concreet ervoor zal zorgen dat elke actor toch zijn verantwoordelijkheid opneemt. “De toveroplossing is nog niet gevonden, het zal erop aankomen om blijven druk uit te oefenen op alle actoren”, aldus Gwendolyn Rutten.

Bij Open Vld krijgt het Prijzenobservatorium de taak om de prijsevolutie binnen de verschillende subsectoren gedetailleerd en permanent te monitoren en halfjaarlijkse verslagen te publiceren. Op die manier willen de liberalen voor elke actor in de voedselketen “faire deals” en dus een eerlijk en evenwichtig deel van de winsten verkrijgen.

Verder vinden ze het belangrijk dat geweten is welk effect nieuwe milieu- en klimaatwetgeving heeft op de landbouwbedrijven. Er is volgens hen een impactanalyse nodig van enerzijds de wetgevingen die op de verschillende beleidsniveaus, waaronder het Europese, worden opgelegd en anderzijds is er een analyse nodig van het effect van de verschillende wetgevingen. “We zorgen voor spiegelclausules in de vrijhandelsakkoorden zodat geïmporteerde producten aan dezelfde strenge voorwaarden onderworpen zijn”, klinkt het.

Cd&v

Het kan volgens cd&v niet dat landbouwers, die groot in aantal zijn, ondermaats vergoed worden voor hun geleverde producten door een klein aantal verwerkers en verdelers. De partij vindt het niet kunnen dat protectionisme en sociale, fiscale of ecologische dumping van buiten de Europese Unie, de rendabiliteit van de Europese landbouw fnuikt. Daarom moet er lokaal (binnen de keten) en mondiaal (tussen de wereldhandelsblokken) een level playing field zijn. Gold plating is uit den boze, klinkt het. Ook moet er een importverbod komen voor voedsel en landbouwproducten die productiemethodes gebruiken die in de EU zijn verboden. Alle producten die we invoeren, moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen die we aan onze eigen landbouwers en producenten opleggen. Staatssteun is geoorloofd, zo meent de partij, als dat nodig is om de Europese landbouw te laten overleven op “een mededingingsgevoelige wereldmarkt met een scheefgetrokken vrijhandel”.

Net als coalitiepartner Open Vld benadrukt ook cd&v dat het Prijzenobservatorium in ons land meer actiever de prijzen in de supermarkt moet monitoren en vergelijken met de prijzen in de omringende landen. Bij het vaststellen van marktverstoring of buitensporige marges, moet de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) volgens cd&v optreden. Daarnaast vraagt de partij dat er voorzien wordt in een alarmprocedure om de keten samen te roepen als er problemen worden vastgesteld.

Om de positie van de landbouw binnen de keten te versterken, vindt N-VA een bondgenoot in cd&v die hiervoor ook richting de producenten- en brancheorganisaties kijkt. Cd&v wil ook dat er stimulansen komen om crisisreserves op te bouwen en vindt dat de verschillende maatschappelijke rollen die de sector op zich neemt, vaak niet voldoende erkend worden noch correct vergoed. Daarom willen de christendemocraten dat landbouwers ook eerlijk vergoed moeten worden voor de gemaakte kosten en gederfde inkomsten wanneer ze inspanningen leveren voor het landschap en de leefomgeving. “Aan extra maatschappelijke verwachtingen inzake milieubehoud moeten nieuwe verdienmodellen worden gekoppeld waarbij landbouwers financieel beloond worden”, aldus cd&v die daarbij onder meer naar carbon farming, waterberging of herstelboerderijen als voorbeeld aanhaalt.

Wij pleiten ervoor om van de meest ecologische en gezonde keuze, de meest logische en goedkope keuze te maken

Groen

Vooruit

Vooruit stelt algemeen dat er vandaag verschillende sectoren zijn in de economie die gekenmerkt worden door spelers met een te grote, ongezonder marktmacht. Deze oneerlijke concurrentie zou er ervoor zorgen dat ondernemingen niet concurreren op basis van innovatie en productiviteit, maar via fiscale en sociale dumping. Vooruit wil de sociale, fiscale en economische inspecties alsook de Belgische Mededingingsautoriteit versterken om de eerlijke concurrentie tussen ondernemingen te garanderen. Ook het Prijzenobservatorium moet volgens Vooruit een actievere rol op zich nemen en moet kunnen ingrijpen indien de prijsevolutie in een sector wordt veroorzaakt door de excessieve marges van bepaalde grote producenten, leveranciers of retailers. Voor voedingsproducten moet het Prijzenobservatorium zicht krijgen op de marges en toegevoegde waarde van de verschillende schakels. Vooruit belooft verder ook wurgcontracten tussen bedrijven onmogelijk te maken. Als voorbeeld haalt de partij onevenwichtige contracten aan tussen grote distributieketens en kleine landbouwbedrijven.

“Kleinschalige landbouwbedrijven moeten intensiever en op grotere schaal boeren om te concurreren met spotgoedkope producten uit het buitenland. Daarvoor gaan ze enorme leningen aan, in de hoop hun bedrijf verder te kunnen zetten en deftig verloond te worden voor hun harde werk”, leest het partijprogramma van Vooruit waarin koopkracht centraal staat. “Het grootste deel van de winst gaat naar de voedselverwerkers en inkoopbedrijven die een monopolie hebben op de markt.”

Om tot zo’n model te komen wil Vooruit de overheersende macht van inkopers binnen de voedselketen onder meer breken, met een krachtig concurrentiebeleid. Daarnaast willen de socialisten ook onnodige schakels in de voedingsketen vermijden, door in te zetten op de korte keten. En wil de partij ook marktspeculatie met voedingsproducten verbieden. Ten slotte willen ze internationale handelsakkoorden doorlichten op de impact ervan op onze lokale landbouw en moeten geïmporteerde voedingsproducten zo veel mogelijk aan dezelfde voorwaarden voldoen als voeding die we zelf produceren. De partij ijvert voor ‘een carbon border taks’ voor voedingswaren om een gelijk speelveld te creëren op vlak van broeikasgasuitstoot. Aan de hand van deze maatregelen garandeert Vooruit in zijn partijprogramma een eerlijke prijs voor zowel boeren, als consumenten.  

Groen

Groen ziet een oplossing voor eerlijke prijzen in een volledige heroriëntatie van het landbouw- en voedselbeleid, dat moet zorgen voor een divers en economisch rendabel voedingssysteem zonder ecologische en sociale roofbouw te plegen. Voor Groen is dit kleinschalig met een korte ketenbenadering. “Zo bepaalt de boer zelf zijn prijs, zijn productiemethode en zijn aanbod. Dat wil niet zeggen dat we terugplooien op onze eigen achtertuin. We blijven kiezen voor een voldoende schaal van productie en handel. Als schaal voor die nabije markt hanteren we een straal van 300 km rond de plaats van productie”, staat in het partijprogramma. Groen wil de boeren financieel steunen om deze  duurzame transitie te maken door het Vlaams Landbouw Investeringsfonds (VLIF) te heroriënteren naar een transitiefonds.

Volgens Groen kan de overheid beroep doen op een bemiddelaar en aansturen op afspraken binnen de hele voedselketen, van boeren tot retail en de gehele voedingsindustrie. Als voorbeeld kijkt men hiervoor naar de EGAlim-wet in Frankrijk. Deze wet bepaalt onder meer dat afnemers minimaal de productiekosten van de boer moeten dekken. Groen stelde eerder dit jaar in het Vlaams parlement voor om het Franse model in te voeren, maar vond niet genoeg steun. Over importproducten neemt de partij een duidelijk standpunt in: “We beschermen het voedsel dat we zelf produceren. Voedsel dat ingevoerd wordt, moet aan dezelfde sociale en ecologische voorwaarden voldoen.”

Tegelijkertijd pleit de partij er ook voor om ecologisch en gezond eten, goedkoper te maken dan minder gezonde alternatieven. Dat willen de groenen doen door werk te maken van meer plaatselijke, sociale, ecologische en plantaardige productie. “Alle initiatieven die goed eten beschikbaar stellen aan democratische prijzen zoals voedselcoöperatieven, plukboerderijen, CSA's of samenwinkels willen we daarom voluit steunen”, luidt het. “Met winkels en supermarkten willen we afspreken dat er altijd bio te vinden is en dat aan betaalbare prijzen. In scholen zorgen we voor gratis biomaaltijden.” Hoe uitgebreid deze steun zal zijn, en hoe dit zal bekostigd worden, is vooralsnog niet duidelijk.

Boeren moeten gesteund worden tegen de monopolies van de agro-industrie en de distributiesector

PVDA

PVDA

Partij van de Arbeid besteedt veel aandacht aan eerlijke prijzen in haar verkiezingsprogramma. Zo vindt de partij dat in een eerlijke landbouwbeleid de boer centraal moet staan. Die moet daarbij een eerlijke prijs krijgen voor zijn product dat kwaliteitsvol en milieuvriendelijk is. Daarom moeten de boeren gesteund worden tegen de monopolies van de agro-industrie en de distributiesector omdat zij veel macht hebben over de landbouwmarkt.

Zo wijst PVDA erop dat slechts drie bedrijven 64 procent van de insecticiden- en herbicidenproductie in de wereld controleren en vijf bedrijven hebben controle over 95 procent van de gepatenteerde zaden. Vijf bedrijven controleren meer dan 70 procent van de wereldwijde handel in geoogste gewassen. Die bedrijven maken volgens de partij grote winsten omdat ze de oogsten tegen lage prijzen aankopen bij de boer en ze dan met grote winstmarges verkopen aan de voedselverwerkers of de distributiesector. In Europa zorgen de tien grootste supermarktketens voor meer dan 50 procent van de voedselverkoop. De megabedrijven bepalen niet alleen de prijzen, maar ook hoe de boer zijn producten mag produceren. 

Om in die keten meer marktmacht aan de boeren te geven, moet het Prijzenobservatorium meer middelen en verantwoordelijkheden krijgen, meent PVDA. “Het Prijzenobservatorium moet aanbevelingen formuleren die het mogelijk maken om in te grijpen in de prijsvorming zodat er een groter deel van de toegevoegde waarde kan terugvloeien naar de boeren”, luidt het. PVDA is ook van mening dat de overheid strategische voorraden van basisproducten moet aanleggen, zodat de prijs stabiel kan blijven voor de consument en de boer in tijden van tekorten.

Naast eerlijke prijzen voor de boer, besteedt de communistische partij ook heel wat aandacht aan betaalbaar voedsel voor iedereen. In tijden van hoge inflatie wil ze daarom prijsblokkeringen voor essentiële producten in de supermarkten. “De agro-industriële giganten moeten dan bijdragen”, klinkt het. Speculatie op landbouw- en voedingsproducten moet verboden worden en de partij wil daar ook strenge bestraffingen voor.

In het programma staat ook dat de partij de invoering van een sociale zekerheid voor voedsel wil onderzoeken. Dat moet zorgen voor een gegarandeerde toegang tot voldoende en gezonde voeding. Volgens PVDA is dat een vraag die uit organisaties in het middenveld afkomstig is, maar meer tekst en uitleg is er niet terug te vinden in het programma. Op de vraag naar meer uitleg over deze sociale zekerheid voor voedsel, viel Quinten Vanheuverzwyn (PVDA) in een interview dan weer uit de lucht.

Vlaams Belang

Ook voor Vlaams Belang zijn eerlijke prijzen een belangrijk punt op de agenda. “Voldoende inkomsten voor Vlaamse landbouwers zorgen ervoor dat de voedselzekerheid gewaarborgd blijft en dat is in termen van onafhankelijkheid natuurlijk zeer belangrijk”, luidt het partijprogramma.

Dat landbouwers ondernemers zijn, houdt volgens Vlaams Belang in dat ze moeten weten dat er risico’s verbonden zijn aan hun job. Langs de andere kant, benadrukt de partij, mogen ze niet het slachtoffer worden van ‘oneerlijke handelpraktijken van grote spelers’.

Tot op heden was de regering volgens Vlaams Belang niet in staat een antwoord te bieden op dit probleem, “met de terechte protestacties als logisch gevolg”. Een oplossing ligt volgens de partij in het vergroten van de bewustwording van het publiek, waarbij speciale aandacht moet gaan naar de korte keten. Als het aan hen lag, zou deze volop moeten worden gesteund door de overheid. Daarnaast moet de werking van het Prijzenobservatorium verder worden uitgebreid.

BBB en Voor U

Het landbouwprogramma van BoerburgerBelangen is met één A4 lengte weinig concreet, maar bevat wel een oplijsting van speerpunten die de partij wil bewerkstellen. Zo vindt BBB dat geïmporteerde producten moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden, kwaliteitsnormen en regelgeving als producten van eigen bodem. Ook de korte keten moet gepromoot worden.

Het uiterst beknopte partijprogramma Voor U rept met geen woord over eerlijke prijzen of het ketenoverleg. De partij stelt enkel dat de landbouw opnieuw rendabel kan worden als er een stabiele, voorspelbare regelgeving komt.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek