De ‘schapenwollensok’ van Groen: Martine Van Landeghem komt op voor natuur in Temse
interviewEen partij als Groen wordt weleens van geitenwollensokkerij beticht, maar dankzij Martine Van Landeghem zijn het kwaliteitsvolle sokken. De 54-jarige boerin uit Temse is eigenares van de Wollebol, een schapenhoeve annex specialist in ambachtelijke wolproducten. Voor het eerst doet ze mee aan de lokale verkiezingen.
Terwijl de witte rook nog nacirkelt boven het Martelarenplein, maken de politici zich al op voor een nieuwe krachtmeting. Op 13 oktober spreekt de kiezer zich uit over wie de komende zes jaar zijn eigen gemeente en provincie mag besturen. VILT zocht en vond enkele landbouwers op de lijsten van verschillende partijen. Wat drijft hen om de politieke handschoen op te nemen? Nog tot aan de verkiezingen laten we hen aan het woord.
Martine is gekend in de streek, maar haar schapen des te meer. Al 31 jaar zorgen de dieren voor begrazing langs de dijken van de Schelde en de Durme. “Een ecologische praktijk”, zegt ze. “Je mag niet bemesten, niet sproeien en je schapen niet bijvoederen omdat ze dan meer stikstof produceren. Ik ben dus geen traditionele boer, maar altijd meer ‘een groene’ geweest.”
Natuurgebied
Als groene boerin, is het dus ook vooral de natuur in Tielrode, haar deelgemeente, die de boerin aanbelangt. “We hebben ons provinciaal domein De Roomakker, een natuurgebied waar diverse planten en dieren leven”, zegt ze. “Daarnaast heb je een woonuitbreidingsgebied dat men wil volbouwen. Eerst wilde men er 116 huizen zetten. Na acties van de burgers van Tielrode is dat aantal gereduceerd naar 20 huizen, maar eigenlijk is dat nog te veel. Zeker wanneer men landinwaarts bouwt. Je hebt er heel mooie vijvers, ontstaan uit de kleiputten van vroeger, met mooie watervogels. Het lijkt me niet goed om daar huizen tegen te zetten.”
“Daarbij zou het project ook leiden tot meer verkeersoverlast. En onze scholen zijn er niet op voorzien”, gaat Martine verder. “Het ene schooltje in Tielrode is al volzet, met kamperende ouders voor de schoolpoort aan het begin van het jaar. En de andere school in Tielrode is een Freinetschooltje. Men heeft er nog plaats, maar niet alle ouders staan achter deze vorm van onderwijs. Als er gebouwd wordt, dan liever in het centrum van Temse, zodat er geen natuur verdwijnt.”
In Temse zijn de bestuurspartijen cd&v, N-VA en Open Vld. De oppositiepartijen zijn Vlaams Belang, Vooruit en Groen. Groen trekt naar de kiezer onder de lijst ‘Tesamen’, een politieke beweging samengesteld uit Vooruit, Groen en onafhankelijken.
Schapen- of olifantenvel?
Hoewel ze op de lijst staat, verwacht Martine niet om te zetelen in de gemeenteraad. “Te soft”, omschrijft de schapenboerin zichzelf. “Ik vind het heel leuk om de partij te steunen, maar ik denk niet dat ik ervoor geschikt ben om op de voorgrond te treden”, zegt ze. “Je moet toch een beetje hard zijn en een olifantenvel hebben om in de politiek te gaan, als je weet wat politici soms over zich heen krijgen. Maar ik heb heel veel vertrouwen in onze kopstukken Raf en Liesbet, die vandaag al uitstekend werk leveren in de gemeenteraad.”
Op persoonlijk vlak staat Martines carrière wel voor verandering. Eind oktober stopt ze met haar schapenhouderij. Alleen de hoevewinkel van De Wollebol zal blijven bestaan. “Er zijn tal van redenen”, zegt ze. “Ik ga het schapen houden niet volhouden tot mijn 67ste. Ik heb het 20 jaar gedaan met mijn ex-man, en elf jaar alleen. De voorbije jaren kreeg ik heel veel hulp van mijn zonen, maar ik kan niet blijven beslag op hen leggen. Ze zijn intussen volwassen, en hebben dus ook minder tijd om me te helpen. Wat ook maar normaal is. En ik denk steeds meer na over de onzekerheid van het boeren. Ik heb bijvoorbeeld geen verzekering gewaarborgd inkomen. Als ik ooit zwaar ziek word, wat niet ongewoon is op mijn leeftijd, dan heb ik een groot probleem.”
Dubbele shift
Het hoevewinkeltje kan Martine echter niet opgeven. “Dat doe ik te graag”, zegt ze. “Het sociaal contact dat ik er heb, vind ik zo belangrijk. Ik maak zelf yoghurtjes en dessertjes op basis van schapenmelk en verkoop aardappelen, ajuinen, confituur, honing en zelfgemaakte schapenpantoffels en handschoenen. Maar bovenop de hoevewinkel ga ik opnieuw gebruik maken van mijn verpleegstersopleiding. Ik heb vroeger voor het Wit-Gele Kruis gewerkt en ga dat nu opnieuw doen, in de avonddienst, zodat ik overdag het winkeltje kan openhouden.”
Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Stefaan Van Hul