Limburgse boer Geert Moyaers ploegt met Vooruit aan landbouwbeleid in Gingelom
interviewLeraar, landbouwer, schepen en vader van twee: het cv van Geert Moyaers (37) uit Gingelom is goed gevuld. Vandaag is Moyaers schepen van Openbare Werken, Landbouw, Mobiliteit en Nutsvoorzieningen binnen deze landelijke, Limburgse gemeente, en maar al te graag gaat hij voor een nieuwe ambtstermijn. Tegelijk runt hij samen met zijn vader René een akkerbouwbedrijf. “Mijn ervaring als landbouwer helpt in de politiek.”
Terwijl de witte rook nog nacirkelt boven het Martelarenplein, maken de politici zich al op voor een nieuwe krachtmeting. Op 13 oktober spreekt de kiezer zich uit over wie de komende zes jaar zijn eigen gemeente en provincie mag besturen. VILT zocht en vond enkele landbouwers op de lijsten van verschillende partijen. Wat drijft hen om de politieke handschoen op te nemen? Nog tot aan de verkiezingen laten we hen aan het woord.
Met nog geen 9.000 inwoners is Gingelom niet de grootste, maar misschien wel één van de charmantste gemeenten in Limburg. Onze lezers kennen het dorp wellicht van veldvlogger en Boer zkt Vrouw-alumni Kim Biets. Liefhebbers van de oudheid kennen Gingelom dan weer als de gemeente met de grootste concentratie van Gallo-Romeinse grafheuvels in Vlaanderen: zes exemplaren in een straal van nauwelijks anderhalve kilometer. Heuvels die naar links leunen, want Moyaers’ partij Vooruit runt de gemeente met een absolute meerderheid.
Moyaers’ landbouwhart zit eveneens links in de borst, niet enkel anatomisch maar ook politiek. “In 2011 heeft Vooruit, toen nog sp.a, me gevraagd om op te komen bij de gemeenteraadsverkiezingen”, zegt Moyaers. “Ik viel nogal uit de lucht dat ze me vroegen, maar na lang nadenken ben ik er toch voor gegaan. Ik ben content in Gingelom, het gaat hier goed, en ik wilde me graag aansluiten bij de goede, warme mensen in het bestuur.”
Directe lijn met de boeren
Als landbouwer kent Moyaers de sector door en door. “Het is zeker een voordeel dat ik boer ben”, zegt hij. “Ik heb voeling met de sector, en word door de boeren hier in vertrouwen genomen. Zij hebben een directe lijn naar mij, en ik naar hen. Of het nu gaat om een kwestie met ruilverkavelingswegen, of een buurtbewoner die overlast ervaart door modder op de wegen.”
De boerenzoon wil sociale vormen van landbouwbeleid ook doortrekken naar het lokale niveau. “Kijk bijvoorbeeld naar het recht van opstal: 20 jaar geleden werd er een afspraak gemaakt met bepaalde landbouwers over percelen die enorm erosiegevoelig zijn. Slijk gleed van de velden, tot bijna aan de huizen van de mensen. Om dat tegen te gaan, hebben landbouwers grasstroken gelaten aan de randen van hun akkers. Daarvoor kregen ze een vergoeding van VLM, maar de regelgeving is nu zodanig onduidelijk geworden en de vergoeding verminderd, dat veel boeren die graskanten terug omgezet hebben naar akker. Daarom hebben we met de gemeente het engagement aangegaan om, indien de vergoeding vermindert of wegvalt, we zelf een competitieve vergoeding zullen blijven voorzien voor de komende twee, drie jaar. Desnoods met de gemeentekas, dus.”
“Op Vlaams niveau hoop ik dat de focus bij de dienst Omgeving niet enkel zal liggen bij ecologie maar ook bij waterhuishouding, want dat is relevant, zeker bij gemeenten aan de taalgrens waar je enorm veel erosie hebt.”
Bijklussen
Zelf combineert Moyaers zijn job als schepen met die van informaticaleerkracht en landbouwer. “2,5 dagen geef ik les, de rest van de tijd verdeel ik tussen het schepenambt en het landbouwbedrijf”, zegt hij. “Al help ik in het landbouwbedrijf vooral met de eenvoudige, logistieke taken. Denk maar aan simpele klussen zoals grondbewerking, spuiten en planten. Daar probeer ik mijn vader zoveel mogelijk mee te ontlasten.”
Ik merk dat er in de politiek zeer weinig feeling is met landbouw, op de verschillende beleidsniveaus en op vlak van wetgeving
“Anderzijds helpt mijn vader me om het contact met de landbouwers te behouden”, zegt hij. “AI kan ik altijd bij hem terecht voor advies, en hij legt op zijn beurt zijn oor te luisteren bij andere landbouwers. Zo nemen we geen beslissingen die ondoordacht zijn. Want ik merk dat er verder in de politiek zeer weinig 'feeling' is met landbouw. Op de verschillende beleidsniveaus, en op vlak van wetgeving.”
Voldoening
“Ik merk ook dat er misschien minder verdraagzaamheid is dan vroeger”, zegt Moyaers. “Bij vele regenval, zal er bij het afrijden van een veld wat modder op de wegen komen. Dat is onvermijdelijk. En landbouwers zullen dat achteraf zeker komen opruimen, maar ze kunnen niet op dat moment zelf met een borstel achter hun ploeg rijden.”
Moyaers heeft alleszins geen spijt van zijn stap naar de politiek. “Het plezantste? Dat je mensen kan helpen. Toen ik twaalf was, wist ik nog niets van politiek, maar vroeg ik om een voetbalgoaltje aan de Groenplaats. En dus heeft het bestuur toen tijdelijk een goaltje geplaatst. Dat ben ik altijd blijven onthouden. Het leukste van politiek vind ik ook alle concrete dingen die je kan doen om mensen te helpen. Iets tastbaar zien, groot of klein, dat je mee hebt verwezenlijkt. Dat geeft mij een enorme voldoening.”
Bron: Eigen berichtgeving