Partijprogramma's uitgespit: landbouwgrond
duidingDe bezorgdheid en frustraties bij landbouwers over de toegang tot landbouwgrond zorgde de voorbije maanden voor enkele verhitte discussies. Een discussie die alle Vlaamse politieke partijen graag verderzetten in hun verkiezingsprogramma's. Al zijn de opgenomen doelstellingen om landbouw- of natuurgronden te vrijwaren al wat uitgebreider bij de ene partij dan bij de andere. Waar bij Open Vld één eenvoudige claim terug te vinden is over landbouwgrond, is er bij Groen en Vooruit dan weer geen sprake van een gebrek aan ambitie. Zo willen beide partijen in de nabije toekomst 408.000 hectare beschermde natuurgebieden op Vlaams grondgebied gerealiseerd zien. Dat is 171.000 hectare meer dan het streefdoel dat werd vastgelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Vooruit wil dit tegen 2030 gerealiseerd zien, Groen tegen 2035.
Zoals elk lapje grond in Vlaanderen is een mooi perceel landbouwgrond erg gegeerd, niet alleen bij landbouwers maar ook bij speculanten en de Vlaamse overheid voor onder meer natuurdoeleinden. Door de krapte op de markt nam de prijs van landbouwgrond in de voorbije jaren enorm toe en zien landbouwers soms een mooi perceel aan hun neus voorbij gaan. Daarbij werd de polarisatie tussen natuur en landbouw vaak op de spits gedreven. In februari ontplofte de discussie rond landbouwgrond toen cd&v-voorzitter Sammy Mahdi stelde dat er een halt moest toegeroepen worden aan het omzetten van landbouwgrond naar een andere bestemming en dat er geen belastinggeld meer naar de aankoop van landbouwgrond mocht gaan. Er volgden enkele heen-en-weer-verwijten tussen politieke kopstukken, landbouwers en natuurorganisaties. Een storm die tot op heden nog niet volledig gaan liggen is want het thema zorgde ook op het verkiezingsdebat van het Algemeen Boerensyndicaat voor een verhitte woordenwisseling tussen het publiek en de kopstukken.
Wat bij de vergelijking van de partijprogramma’s meteen opvalt is het ambitieus streefdoel dat de linkse oppositiepartijen Vooruit en Groen laten optekenen. Beiden willen in de toekomst 30 procent van het Vlaams grondgebied als beschermde natuur zien. Van de kleine 1.360.000 hectare die Vlaanderen telt, wil dit zeggen dat daar 408.000 hectare natuur van moeten zijn. Dit streefdoel zou 72 procent keren ambitieuzer kunnen genoemd worden dan de 237.000 hectare (bos, natuur en overig groen) waar Vlaanderen naar streeft via het Ruimtelijk Structuurplan (RSV). Eén pittig detail hebben beide partijen niet in hun programma opgenomen, namelijk van welke bestemmingscategorieën zal de extra 171.000 hectare afgesnoept moet worden. Verder valt op dat Open Vld het grondenbeleid of de ruimtelijke ordening amper opneemt in zijn partijprogramma.
Alle cijfers nog eens op een rijtje
Sinds 1997 heeft Vlaanderen een Ruimtelijk Structuurplan opgemaakt om een visie te ontwikkelen over de open ruimte in Vlaanderen. Het structuurplan werd voor de laatste keer gedeeltelijk herzien 14 jaar geleden. Het plan kan gezien worden als de begroting van de ruimte waarbij streefcijfers zijn opgenomen per bestemmingscategorie. Zo bevat het Vlaams Ruimtelijk Structuurplan de afbakening van 750.000 hectare landbouwgrond als doelstelling. Ook stelt het plan een afbakening van 150.000 hectare natuurverwevingsgebieden voorop, waarvan maximaal 70.000 hectare zich in het agrarisch gebied mag situeren. Ten slotte wordt ook 53.000 hectare voorzien voor bos. Op 1 januari 2024 heeft 782.500 hectare in Vlaanderen een planologische bestemming als landbouw, 130.400 ha als natuur en 45.400 hectare als bos, en 36.000 als overig natuur. De woonbestemmingen beslaan 227.100 hectare. In totaal telt Vlaanderen een kleine 1.360.000 hectare grond.
Deze ruimteboekhouding is echter een monitoring van het gepland landgebruik, het geeft geen informatie over het feitelijke ruimtegebruik weer. Want van de 782.5000 hectare agrarisch gebied wordt lang niet het volledige areaal effectief gebruikt door landbouwers. Zo werd in realiteit twee jaar geleden slechts 674.500 hectare in Vlaanderen effectief gebruikt als landbouwgrond, waarvan 599.500 hectare ook in agrarische bestemmingen ligt. Dat is minder dan de 750.000 hectare vooropgestelde landbouwgrond als doelstelling.
Als die nuance niet meegenomen wordt en enkel planologisch gekeken wordt naar ‘agrarisch gebied’ in zijn enge definitie dan is er een overschot van 32.500 hectare grond en een tekort van 25.200 hectare grond met bestemming natuur, bos en overig groen.
Prijzen
Doordat de landbouwgrond schaarser wordt, gaan de prijzen in de lucht en worden de landbouwpercelen ook steeds kleiner. In de eerste helft van 2023 bedroeg de gemiddelde oppervlakte van een perceel landbouwgrond in Vlaanderen 0,9 hectare, wat 16,5 procent minder is dan het jaar voordien.
In 2023 klokte de gemiddelde prijs af op 67.116 euro, aldus de Federatie van het Notariaat (Fednot). In 2019 lag de prijs in Vlaanderen nog op 53.867 euro per hectare, in vijf jaar tijd steeg de prijs dus met 24,5 procent. West-Vlaanderen is de duurste provincie, waar gemiddeld 76.549 euro per hectare werd neergeteld voor landbouwgrond, met uitschieters rond 120.000 euro die betaald werden door het Agentschap Natuur en Bos.
Het misbruik van de financiële positie van de Vlaamse overheid, ten aanzien van landbouwers wordt daarbij vaak als een doorn in het oog gezien. Verkopers doen hun grond graag in één stuk van de hand waar een overheid voordeel uit kan halen. Ook het dambordeffect waarbij een perceel landbouwgrond dat een nieuwe groene bestemming krijgt, ook de aanpalende landbouwgronden onder druk zet, is steeds een grote vrees bij landbouwers. Het gaat hierbij om financiële druk alsook druk op vlak opbrengstverliezen die door teeltbeperkingen vanuit het groene perceel opgelegd kunnen worden.
Niet enkel particulieren die mooi landelijk willen wonen en landbouwgrond kopen om enkele paarden op te zetten, of Natuurpunt of de Vlaamse overheid die landbouwgrond koopt voor natuurdoelen jagen de prijzen in de lucht. Veel speculanten zien landbouwgrond ook als een interessante belegging. Als landbouwgrond een bestemmingswijziging naar bouwgrond of industriegrond ondergaat, dan kan de grondwaarde stijgen met 60 tot 350 euro per vierkante meter. Dit schreef bio-ingenieur en onderzoeker aan Vives, Dieter Anseeuw onlangs in Knack. Gouden tijden voor speculanten die alles op alles zetten om landbouwgronden om te zetten in bouw-of industriegrond. Daarbovenop krijgen ook de lokale overheden een stuk van de koek aangezien een eigenaar een heffing moet afdragen als hij financiële winst (planbaten) maakt aan een herbestemming. Een herbestemming brengt zo geld in het laatje van lokale overheden.
Landbouwgrond wordt dus niet enkel herbestemd naar natuur, maar evengoed naar bouw-of industriegrond. Daarbij komt ook kijken dat bouw- of industriegrond nauwelijks een herbestemming naar natuur of bos krijgt omdat de waarde zoveel minder (planschade) is dat de lokale overheden er de budgetten niet voor hebben om dit mogelijk te maken.
Kortom, veel spelers op een krappe markt zorgen ervoor dat landbouwers grond voor hun ogen weggekaapt zien waardoor de frustraties hoog zitten.
Cd&v
Cd&v benoemt twee grote belemmeringen voor de toegang tot landbouwgrond: betaalbaarheid en beschikbaarheid. “Gronden in landbouwgebied worden vaak benut, ook door de overheid, voor andere doeleinden dan voedselvoorziening. Het schept schaarste en een opwaartse druk op de prijs”, klinkt het. De partij ontkent niet dat herbestemmingen nuttig en nodig kunnen zijn, bijvoorbeeld om fauna en flora te vrijwaren of om nitraatuitspoeling en ammoniakuitstoot te vermijden. “Maar die moeten weloverwogen doorgevoerd worden en er moet rekening gehouden worden met de individuele belangen van de landbouwers als voedselproducent en met het collectief belang van de landbouw als sector”, klinkt het.
Cd&v is van mening dat landbouwgrond zo veel mogelijk beschikbaar moet blijven voor de landbouw en betaalbaar moet blijven voor de landbouwer. Als doel stelt de partij 750.000 hectare agrarisch gebied voor beroepslandbouw, “gescheiden waar het moet, verweven waar het kan”.

In bepaalde gevallen moet de overheid gronden kunnen verwerven voor de ontwikkeling van natuur of aankoopsubsidies geven om burgers, bedrijven of verenigingen aan te moedigen om gronden te kopen voor natuurinrichting en bebossing. “Maar dergelijke subsidies mogen niet worden toegekend en gebruikt worden om landbouwgrond in agrarisch gebied te verwerven en zo de boeren te broodroven of de grondprijzen voor de landbouw nog op te drijven”, benadrukt de partij.
Cd&v is van mening dat een goede ruimtelijke ordening nodig is om voldoende plaats te voorzien voor huisvesting en industrieterreinen aan de ene kant en landbouwgrond en natuur te vrijwaren aan de andere kant. In dat kader wil de partij “de landelijkheid beschermen” en de zorg voor open ruimte belonen door de verdeelsleutel van het Gemeentefonds aan te passen. Daarnaast wil de partij ook een regeling voor zonevreemde functiewijzigingen van niet in landbouwgebruik zijnde landbouwbedrijfsgebouwen in landbouwgebied. Wat die regeling verder inhoudt, wordt niet uitgelegd.
Onder meer via ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) wil cd&v ook tot een betere afstemming komen tussen bestemming en gebruik van gronden die oneigenlijk grondgebruik en de bijhorende hinder terugdringen. Tot slot wijst de partij erop dat er door veelvuldigheid aan gebieden en plannen (RSV, BRV, RUP, SBZ en zoekzones, VEN, nationale parken, landschapsparken, enz.) het beleid inzake ruimtelijke ordening haast onoverzichtelijk is geworden. Een evaluatie en een discussie over de politieke prioriteiten dringen zich dan ook op volgens de christendemocraten.
Met een actieve detectie en handhaving op gewestelijk niveau willen we niet toegelaten ruimtebeslag en verharding toch wordt tegengehouden
Groen
Groen wil natuur en landbouwgronden vrijwaren van verder ruimtebeslag. De gebouwen en gronden van boerderijen moeten volgens de partij in de eerste plaats gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn, voor de landbouw en voedselvoorziening. Dat vele landbouwdomeinen omgevormd worden tot villa’s en feestzalen met zeer ruimte tuinen, is voor Groen een doorn in het oog. Paardenweides voor hobbypaarden grenzend aan woningen kunnen ook niet langer.
Groen wil van niet-agrarisch hergebruik van landbouwgebouwen en -gronden terug de uitzondering maken. “We zorgen ervoor dat bijkomende zonevreemde uitbreidingen onmogelijk gemaakt worden in de toekomst. Daartoe schroeven we de afwijkingsregelgeving terug”, klinkt het. Groen wil dat in natuur- en landbouwgebieden meer activiteiten dan nu ook vergunningsplichtig worden. Als het van Groen zou afhangen, wordt hierbij de aanleg van tuinen in land- en natuurgebied voortaan begrensd tot een maximale oppervlakte en vergunningsplichtig gemaakt. Ook wil de partij constructies op landbouw- en natuurlijke gronden altijd vergunningsplichtig maken en zo bijkomende, zonevreemde constructies en bijkomende verharding vermijden.
Als blijkt dat het terugschroeven van de zonevreemde mogelijkheden voor onvoldoende groot effect zou zorgen op de prijzen van het agrarisch vastgoed, overweegt Groen een voorkooprecht voor opvolgende landbouwers. De partij wil ook ‘yellowfieldconvenanten’ in het leven roepen, te vergelijken met de bestaande brownfieldconvenanten. Via zo'n convenant krijgen landbouwers een aantal juridisch-administratieve en financiële voordelen bij de herontwikkeling van landbouwdomeinen. Denk bijvoorbeeld aan sloop- en saneringspremies zoals dit nu al kan voor leegstaande bedrijfsruimten.
Op vlak van natuurgebied wil Groen een moratorium op het kappen van oude, waardevolle bossen. In Vlaanderen moet er tegen 2036 minstens 30.000 hectare bijkomend bos gepland worden, met als tussentijdse doelstelling 10.000 hectare tegen 2030. In de plaats van het RSV-streefdoel van 53.000 hectare, zou dit 75.400 hectare bos worden. In welke planologische zones deze bossen zullen komen, is niet duidelijk. Er moet 20.000 hectare bos aangeduid worden als Europees beschermd bos, met instandhoudingsdoelstellingen. De partij gaat er ook prat op dat Vlaanderen zeven nationale parken moet tellen, verspreid over alle provincies. Tot nu toe kent Vlaanderen vier nationale parken. Verder moeten oude bossen, historische graslanden en natte natuur worden beschermd.

Hoewel het niet duidelijk is in het partijprogramma hoeveel percentage van Vlaanderen nog landbouwgebied mag blijven, is Groen over natuur meer concreet: 30 procent van Vlaanderen moet beschermde natuur worden, “zoals internationaal afgesproken”. Versnipperde natuurgebieden moeten verbonden worden en de Europese natuurherstelwet moet toegepast worden en zo mogelijk versterkt.
Groen wil tot slot af van de bottom-up-aanpak inzake gronden waarbij de partij de lokale besturen minder zeggingskracht krijgt wat betreft de lokale ruimtelijke ordening. Met een “actieve detectie en handhaving” op gewestelijk niveau van bijkomend grootschalig ruimtebeslag in natuurgebieden en van niet-agrarische activiteiten in landbouwgebieden, wil Groen ervoor zorgen dat de gemeenten van “deze taak ontlast worden zodat niet toegelaten ruimtebeslag en verharding toch wordt tegengehouden”, aldus het programma.
Schaf de vergunningsplicht voor bebossing af

N-VA
Buiten de creatie 10.000 extra hectare bos, spreekt N-VA niet zoals Groen of Vooruit van een verdere extra creatie van natuurgebieden. Wel wordt opgetekend dat natuur en bos gewaarborgd moeten blijven en dat de partij streeft naar aaneengesloten natuureenheden in Vlaanderen. Dat zou ervoor moeten zorgen dat de natuurwaarde verhoogt en er minder conflicten ontstaan tussen de verschillende functies van grond binnen Vlaanderen.
In de Vlaamse ruimteboekhouding werd het streefgetal van 53.000 hectare bos opgenomen. Met het huidig areaal van 45.400 is nog 7.600 hectare te kort om dat doel te behalen. Met de doelstelling van 10.000 hectare wil N-VA met andere woorden 2.400 hectare meer dan het RSV-streefcijfer. Om dit vlotter te kunnen bereiken stelt N-VA voor om de vergunningsplicht voor bebossing af te schaffen.
Verder wil de partij ook een beschermingsstatuut uitreiken aan wetlands en Vlaamse veengebieden. Gebieden die deels in agrarische bestemmingen terug kunnen gevonden worden. Ook het herbestemmen van speciale beschermingszones naar groene bestemmingen, en het beschermen van de meest waardevolle bossen in Vlaanderen door herbestemming (ook indien deze gelegen zijn in woon- of industriegebied), staan in het partijprogramma geschreven. Tot slot staat te lezen dat er zo snel als mogelijk werk gemaakt moet worden van de volledige invulling van het beslist beleid en de gedane engagementen rond Europese en Vlaamse beschermde natuurgebieden.
In een apart hoofdstukje heeft N-VA ook aandacht voor het verbeteren van de toegang tot grond voor landbouwers met een sterke focus op jonge landbouwers. “Drempels die grondmobiliteit bemoeilijken worden weggewerkt”, schrijft N-VA die erna twee voorstellen meegeeft. Zo zouden gronden die vrijkomen in herbevestigd agrarisch gebied en in een grondenbank zitten, steeds prioritair moeten aangeboden worden aan jonge landbouwers. En Vlaanderen moet lokale besturen bewust maken over de mogelijkheden van landbouwgronden in publieke handen voor jonge boeren. “Deze lokale besturen kunnen jonge landbouwers hierbij helpen door gronden op lokaal niveau ter beschikking te stellen”, aldus N-VA.

Vlaams Belang
Vlaams Belang geeft in zijn partijprogramma veel kritiek op de opkoop van landbouwgrond. De extreemrechtse partij heeft het over ‘oneerlijke inmenging van de overheid’ bij het gebruik van belastinggeld voor natuurdoeleinden, maar richt zich ook tot binnen- en buitenlandse speculanten die landbouwgrond opkopen.
Naast de kritiek op het huidige beleid schrijft de partij ook geen werkbare gronden te willen afbouwen voor natuurdoeleinden. “Voor natuurherstel is er in onze omgeving nu eenmaal weinig plaats. Wij doen bovendien al meer dan genoeg”, vindt ze, waarmee ze doelt op andere Europese landen die de inspanningen moeten leveren.
Inzake oplossende voorstellen haalt Vlaams Belang de pachtwet aan. “Hierin worden meer mogelijkheden verankerd voor particulieren en overheden om op ieder ogenblik de pacht op te zeggen om er bos of natuur van te maken”, schrijft de partij die daarom “een aanpassing wil om landbouwers te beschermen tegen oneerlijke onteigening”. Verder zou volgens de partij de uitbreiding van bufferstroken van MAP7 waar landbouwers 14.000 hectare aan grond zouden verliezen als het braak moet blijven, op de schop mogen. Tot slot pleit de partij nogmaals voor een andere interpretatie van de Europese regels en wordt benadrukt dat de Europese besluitvorming rekening moet houden met de dichtbevolktheid van Vlaanderen.
PVDA
PVDA wil landbouwgrond beschermen, net als kleine en middelgrote boerenbedrijven. “Behalve in speciale gevallen offeren we geen landbouwgrond meer op. Door de druk op de landbouwgrond te verlagen, kunnen we ook voedsel produceren op een manier die minder intensief is qua landgebruik, wat goed is voor de natuur en het klimaat”, klinkt het. Een betonstop is voor PVDA dan ook het uitgangspunt voor een grondenbeleid van de toekomst.
Ruimtebeslag en grote investeringen in gronden leiden volgens de partij tot speculatie met landbouwgrond en tot een concentratie van het grondbezit. In dat kader worden onder meer havenbaas Fernand Huts en retailer Colruyt genoemd die zich de afgelopen tijd op de landbouwgrondenmarkt zijn gaan begeven. Ook de agro-industrie krijgt een veeg uit de pan. “Steeds meer landbouwgrond wordt in beslag genomen door de agro-industrie om er gewassen op te laten telen, bestemd voor de productie van biobrandstoffen of om te vergisten voor de productie van biomethaan”, aldus PVDA die zich ook kant tegen de omvorming van landbouwpercelen tot “ware plantages van zonnepanelen" (agrovoltaics, red.).
De communistische partij is van mening dat de overheid dringend een grotere rol moet spelen in de bescherming van landbouwgrond. “Voor publieke instellingen is er nood aan een duidelijk landbouwgrondenbeleid als we de omslag willen maken richting duurzaamheid”, aldus PVDA. Als regel moet daarbij gelden dat landbouwgrond enkel nog aan landbouwers verkocht mag worden. Naar Frans voorbeeld wil de partij een publiek instituut oprichten dat zich bezighoudt met het beheer van landbouwgronden. “Dit instituut maakt gebruik van het recht op voorkoop om landbouwgronden die te koop staan, op te kopen en dan door te verkopen aan landbouwers of publieke instellingen aan een gunstige prijs”, luidt het.
De partij stelt vast dat in ons land amper een derde van de landbouwgrond eigendom is van de landbouwers. Twee derde wordt gepacht. Daarom wil het een pachtwetgeving uitbouwen die de gebruiksrechten van actieve landbouwers laat primeren op de eigendomsrechten van de verpachters en speculanten. “De pachtwetgeving is historisch altijd een dam geweest tussen het onevenwicht die er is tussen de boer en de landeigenaar. Maar de verpachters zijn steeds minder geneigd hun grond aan een boer te verpachten”, klinkt het. PVDA vindt dan ook dat een versoepeling van de grondmarkt en het afbouwen van de rechten van pachters die sommige beleidsmakers voor ogen hebben, de verkeerde keuze is. “Het is essentieel dat we de gebruiksrechten van pachters beschermen. Het oprichten van een publiek instituut voor het beheer van landbouwgronden, naar Frans voorbeeld, is daarvoor een noodzakelijke maatregel”, stelt de partij.
Open Vld
In een interview met VILT benadrukte Alexander De Croo dat het belangrijk is om duidelijke afspraken te maken over de landbouwgrond in Vlaanderen. “We moeten bepalen hoeveel ruimte er is voor landbouw in Vlaanderen en afspreken dat er niet aan geraakt worden voor andere activiteiten dan landbouw”, verwoordde de premier het. Hij wijst erop dat niet alleen Natuurpunt en de Vlaamse overheid vandaag een belangrijke rol spelen in het opkopen van grond, maar ook private spelers die de grond voor andere doeleinden inzetten. “We zien dat landbouwers vandaag uit de grond geboden en geprijsd worden en dat is niet houdbaar.”
De beschikbaarheid van landbouwgrond is voor Open Vld dus één van de basisvereisten voor de landbouw. Toch wordt het thema amper of niet aangesneden in het partijprogramma van de liberalen. Naast de eenvoudige claim dat “er gezorgd moet worden voor voldoende landbouwgrond waarbij het innemen van landbouwgrond voor andere doeleinden zoals bebossing moet stoppen”, stellen ze nog een ruimtepact voor. Dat ruimtepact zou drie soorten zones inhouden: zones waar de bestaande, wilde natuur in stand moet gehouden worden, zones waar aan intensieve landbouw kan worden gedaan en bufferzones waar klimaatresistente natuur ingezet kan worden in de strijd tegen klimaatverandering of als milieuvriendelijk landbouwmodel. De creatie van die groene bufferzones mag daarbij niet gepaard gaan met een verlies aan bestaande landbouwarealen. Hoe Open Vld dit ruimtepact concreet wil uitvoeren, staat niet verduidelijkt in het partijprogramma.
Er is nog altijd meer versnippering dan verbinding
Vooruit
Net zoals de andere partijen ziet Vooruit ook een probleem in de versnippering van Vlaanderen, vooral dan voor de natuur. “Elke dag verdwijnt er meer bos dan er bijkomt en de bossen die we nog hebben, worden opgedeeld in kleine, geïsoleerde gebiedjes. De verspreide bebouwing en ons dicht wegennet beperken het leefgebied van dieren, en landbouw en industrie vervuilen onze kwetsbare en waardevolle fauna en flora. De versnippering van onze natuurgebieden maakt het onmogelijk voor de bedreigde soorten om zich te herstellen”, stelt Vooruit. “Er is tot op heden nog altijd meer versnippering dan verbinding.”
Daarom wil Vooruit “een versnelling hoger schakelen” en wil de partij net zoals Groen 30 procent van het Vlaams grondgebied in beschermde natuur zien, waarvan een derde strikt beschermd. Dit wil Vooruit al gerealiseerd zien tegen 2030. Of de extra 170.000 hectare natuur die Vooruit in Vlaanderen wil zien, in de bestemmingscategorie ‘landbouw’ gevonden moet worden, is niet duidelijk. Ook bossen krijgen in het Vooruit-programma extra aandacht. Zo wil de partij onder andere meer budget vrijmaken voor de aankoop en behoud van bos, en de bossen beter beschermen, ongeacht hun bestemming.

Naast bossen wil de partij ook wetlands, watergevoelige gebieden en andere kwetsbare gebieden beter beschermen. “Dit doen we door open ruimte enkel nog aan te snijden als daar een sterke, planmatige motivering tegenover staat. Daarnaast laten we de Vlaamse overheid ook meer gebruik maken van het recht van voorkoop om meer grond voor te behouden voor waterberging en bosuitbreiding”, klinkt het.
De partij schrijft in haar programma dat betaalbare landbouwgrond toegankelijk moet zijn en blijven voor landbouwers, en net zoals Groen focust Vooruit daarbij op de verpaarding en vertuining: “Er moet paal en perk gesteld worden aan landbouwgrond die ingepalmd wordt door golfterreinen, maneges en paarden. We roepen het bouwen van allerlei niet-agrarische activiteiten in landbouwgebied een halt toe en geven het landbouwgebied terug aan de professionele landbouw. Zo drukken we de stijgende prijzen voor landbouwgrond en gaan we verdere versnippering en fragmentatie van de open ruimte tegen”, aldus Vooruit dat ook pleit voor de creatie van een observatorium dat de prijs van landbouwgrond monitort.
Verder wil Vooruit ook de planschaderegeling van de Vlaamse regering herbekijken. Deze regeling is bedoeld om eigenaars te vergoeden voor waardevermindering van hun onroerend goed als gevolg van wijzigingen in het bestemmingsplan. De socialisten stellen dat de regeling ertoe leidt dat het voor lokale besturen onbetaalbaar is om de neutralisatie van harde bestemmingen te financieren. “We sturen de nieuwe planschaderegeling bij, zodat het aantrekkelijk en betaalbaar blijft voor gemeenten om ruimtelijk bedreigde bos- en groengebieden te herbestemmen”, klinkt het. Daarbij moet ook de planbatenregeling worden aangepast zodat de twee regelingen elkaars spiegelbeeld vormen. Daarnaast wil Vooruit het ook mogelijk maken voor publieke eigenaars om duurzaamheidscriteria op te leggen aan de gebruikers van hun grond.
BBB en Voor U
Volgens BoerBurgerBelangen moeten landbouwers het voorkooprecht krijgen boven natuurverenigingen. De partij pleit voor een duidelijke gebiedsafbakening tussen natuur en landbouw. “In het kader van eigendomsrechten en rechtszekerheid streven we naar een duidelijk vastgesteld gebiedsplan met beperkte wijzigingsmogelijkheden, enkel via RUP of GRUP”, kinkt het. “Wie zich vestigt op landbouwgebied respecteert de activiteiten en regelgeving van dat gebied.”
Voor U pleit dan weer voor meer menselijkheid in de ruimtelijke ordening. “Het eigendomsrecht is geen vodje papier. Gemaakte afspraken dienen te worden nageleefd. Een duidelijke afbakening van de gebieden op de gewestplannen is belangrijk. Met heldere regels over wat kan en niet kan. Absurde regels, zoals rond zonevreemd wonen, zijn aan herziening toe”, stelt de partij die de landbouw meer inspraak wil geven in de invulling van ruimtelijke ordening. “De regelgeving mag er niet op gericht zijn om het leven in de dorpen onmogelijk te maken. Integendeel. Het leven in kleine dorpen in een landelijke omgeving is een vorm van samenleven met belangrijke voordelen.