Partijprogramma's uitgespit: klimaat en milieu

duiding

Voor het zesde artikel in de verkiezingsreeks ploos VILT de partijprogramma’s uit op zoek naar de verschillende standpunten over het klimaat- en milieubeleid. Welke voorstellen en veranderingen hebben de Vlaamse partijen in petto voor de landbouwsector?

1 juni 2024 VILT-redactie

De gevolgen van klimaatverandering laten zich de voorbije jaren steeds duidelijker voelen. Aangezien landbouwers afhankelijk zijn van het weer, klimaat en andere natuurlijke omgevingsomstandigheden, voelen ze daar als één van de eersten de effecten van. Zo moet de sector zich ondertussen vaak schikken naar lange periodes van droogte of zware neerslag die de gewasproductie en bodemgezondheid onder druk zetten, steken nieuwe ziekten en plagen de kop op, verschuiven groeiseizoenen in tijd en teelten dan weer van locatie. Allemaal klimaateffecten en milieu-uitdagingen die vaak ingrijpende gevolgen hebben voor het bedrijf en het inkomen van de landbouwers. Hierbij zijn de twee domeinen milieu en klimaat onlosmakelijk met elkaar verbonden. Want veranderingen in het ene domein hebben vaak merkbare gevolgen voor het andere.

Behalve Vlaams Belang zien bijna alle partijen een rol weggelegd voor de landbouwsector om klimaatopwarming tegen te gaan. Als verdienmodel wordt gekeken naar koolstoflandbouw en regeneratieve landbouw. Cd&v haalt als enige partij ook nog het verdienmodel van energieproducent aan.

Een duidelijke breuklijn tussen de twee linkse oppositiepartijen Vooruit en Groen en de meerderheidspartijen kan gevonden worden op vlak van gewasbeschermingsmiddelen. In de partijprogramma’s van Vooruit en Groen wordt er hard voor gepleit om gewasbeschermingsmiddelen maximaal terug te dringen, terwijl er bij PVDA, Open Vld, cd&v en N-VA enkel in één zin staat dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verminderd moet worden.

Verder kan opgemerkt worden dat Groen meer criteria aan de vergunningsverlening wil hangen inzake milieu en klimaat. Zo wil de partij onder meer dat de impact op de volksgezondheid van een project meer moet doorwegen in de vergunningscriteria. Ook stelt Groen voor om de hoeveelheid koolstof die er al dan niet verloren zou gaan, als onderdeel mee te nemen bij de vergunningsbeslissing. N-VA wil dan weer een vergunningsplicht invoeren voor bemesting.

Ontdek welke veranderingen de Vlaamse partijen in hun verkiezingsprogramma’s nog in petto hebben voor de sector.

Groen

Klimaat, milieu en biodiversiteit zijn de stokpaardjes van Groen. Het hoeft dus weinig te verbazen dat de partij dit zeer in acht neemt bij het uitstippelen van haar landbouwbeleid, waarbij voluit de kaart getrokken wordt van agro-ecologische landbouw. “Voor landbouwmethoden die de druk op de natuur doen stijgen, kunnen er geen subsidies meer worden gegeven”, luidt het partijprogramma stellig. En voor landbouwbedrijven die in de toekomst tussen bos-of natuurplannen zouden komen liggen, laat Groen weten een zorgvuldige analyse te willen maken welke impact de plannen zouden hebben op de toekomstige bedrijfsvoering. Bij een significante impact wil de partij een flankerend beleid voeren.

Om de klimaatimpact te verminderen wil Groen onder meer de veestapel laten inkrimpen. “Vooral de keuze voor een grote veestapel, heeft ervoor gezorgd dat de milieu-impact van de landbouwsector in Vlaanderen sinds 2008 opnieuw stijgt”, aldus Groen dat erop wijst dat er een overproductie van vlees- en zuivelproducten is. Ook de voedselkilometers die worden afgelegd moeten volgens Groen drastisch naar beneden als we het klimaat willen redden. Volgens de partij moet voedsel dichter bij huis worden geproduceerd waarbij ze verwijst naar soja uit Zuid-Amerika.

Pesticiden en kunstmest

Groen wil een drastische vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmeststoffen zien, met een zerotolerantie voor gewasbeschermingsmiddelresidu in het eten. “De effecten van veel gebruikte pesticiden als glyfosaat, op milieu en gezondheid worden door zwaar lobbywerk nog steeds miskend”, klinkt het. “Pesticiden met een duidelijk negatief effect, zoals glyfosaat, moeten we verbieden.”

Voor teelten waar toch nog gewasbeschermingsmiddelen gebruikt mogen worden, wil de partij buffergebieden instellen rond onder meer parken, sportinstellingen, scholen en zorginstellingen. Maar ook rond woonwijken, Natura 2000- en waterwingebieden. Met de ruimtelijke wanorde zou dit voor Vlaanderen een grote verbodszone betekenen. Verder wil de partij het gebruik ervan ontmoedigen door de accijnzen op kunstmeststof en gewasbeschermingsmiddelen te verhogen. Als vervanging van kunstmest haalt Groen ruige mest of compost aan.

Water

Op vlak van waterkwaliteit heeft Groen verschillende voorstellen voor de landbouwsector opgenomen. De partij spreekt van een duidelijk verband tussen intensieve landbouw en slechte waterkwaliteit. De groenen pleiten voor een nieuw mestactieplan en zoals reeds aangehaald, strenge regels rond gewasbeschermingsmiddelen. Met ruime bufferzones langs de waterlopen wil de partij voorkomen dat er waterverontreinigende stoffen in de waterlopen terechtkomen. “En waar we bemesting en pesticidegebruik wel toestaan, moet de dosering zo klein zijn dat uitspoeling in nabije waterlopen minimaal is.” Volgens Groen moet ook het rioleringsnetwerk beter om de waterkwaliteit te garanderen.

Wat een gezonde waterhuishouding betreft ziet Groen de voordelen van landbouwgebieden als 'sponslandschap’ waarin rivieren vrijer moet meanderen en er natuurlijke overstromingsgebieden ingesteld worden. “De hoeveelheid grondwater die op sommige plekken in ons land wordt opgepompt is zorgwekkend”, luidt het programma over water verder. Voor grondwaterbemaling wil de partij de regelgeving herzien en verstrengen, met een strikte handhaving. Opgepompt grondwater moet maximaal worden ingezet in onder andere de landbouw, vindt Groen. Tot slot moet alle natte natuur tegen 2050 hersteld worden. Dat gaat dus om bijvoorbeeld wetlands en venen waar ook landbouwbedrijven in gelegen zijn.

Bodem

Ook op vlak van bodemkwaliteit heeft de partij een duidelijk plan voor de landbouwers, waarbij de partij “een ambitieus beleid wil voeren want de landbouw, de natuur en de mens plukken daar de vruchten van”. Naast het beschermen van oude bossen, historisch grasland en natte natuur die zeer koolstofrijk zijn, wil de partij ook een bodemkoolstofberekening als onderdeel maken van vergunningsbeslissingen, milieueffectrapporten, ruimtelijke uitvoeringsplannen en beheerplannen. Deze analyse moet berekenen hoeveel koolstof er verloren zou gaan bij een plan of project. De partij wil ook stimulansen- en compensatiebeleid uitrollen zodat het houden van koolstof in de bodem gestimuleerd wordt. Om dit alles in goede banen te leiden stelt Groen een programmatorische aanpak bodemrijkdom voor, en de oprichting van een afdeling bodemrijkdom binnen het beleidsdomein Omgeving. Die afdeling wordt ook bevoegd om het bodemkoolstofnetwerk uit te rollen en deze monitoring uit te voeren.

De invoering van een bodemkoolstofberekening voor vergunningen past in de creatie van een nieuw vergunningsbeleid van Groen waarbij veel meer rekening gehouden moet worden met milieu- en gezondheidsimpact. “Er is nood aan een nieuw vergunningenbeleid dat onze bedrijven rechtszekerheid geeft en omwonenden beschermt tegen gezondheidsrisico's”, aldus Groen. Goldplating (verder gaan dan wat de Europese regelgeving voorschrijft, red.) kan daarvoor soms nodig zijn, vindt de partij. Naast de focus op koolstof wil Groen ook erosie tegengaan met een lijst aan maatregelen zoals houtranden en groene randen langs akkers, bufferstroken met bloemenmengsels en teeltrotatie. En net als andere partijen pleit Groen ook voor de invoer van een ‘bodempaspoort’, zodat boeren zicht krijgen op de bodemkwaliteit van gronden.

Vooruit

“De klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van onze tijd en de Vlaamse regering lost de problemen niet op”, stelt Vooruit zeer duidelijk in het verkiezingsprogramma. “Klimaatdoelstellingen zijn voor ons niet vrijblijvend.” Al is het programma niet zo uitgebreid als Groen, de partij laat zeer duidelijk merken wel een versnelling hoger te willen schakelen en zeker geen pauzeknop in te drukken.

Zo wil Vooruit ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen maximaal terugdringen, en zegt te willen afstappen van de Vlaamse terughoudendheid tegenover goldplating. Vlaanderen moet voor Vooruit veel ambitieuzer en assertiever zijn dan de strikte minimale Europese normen. Als het van de partij zou afhangen moeten bedrijven voorafgaand aan productie kunnen aantonen wat de schadelijkheid van een betreffende stof en het productieproces is.

Bodem en biodiversiteit

Om een betere bodemkwaliteit en biodiversiteit te verkrijgen, richt de partij onder meer haar pijlen op het gebruik van het bodempaspoort en de ecoregelingen. In bepaalde gevallen wil de partij ook de teeltkeuze van de boeren beperken om de bodemkwaliteit te garanderen. Daarbij willen de socialisten afstappen van de “industriële landbouwproductie, omdat dat de bodem verarmt,” en zien ze een toekomst voor regeneratieve landbouw en landbouwbedrijven die alternatieve landbouwgewassen verbouwen, zoals wijngaarden en kikkererwten. Net zoals cd&v en N-VA wil de partij ook zoeken naar alternatieven voor de bodemberoerende visserijtechnieken en andere manieren zodat de visserijsector een zo minimale impact op het mariene milieu heeft.

Water

Daarnaast vindt Vooruit ook de Blue Deal te vrijblijvend. Anders dan N-VA vindt de partij niet dat de ingeslagen weg moet gevolgd worden. “Er is nood aan een omslag in het beleid”, duidt Vooruit. Het warm water vindt de partij hierbij echter niet uit aangezien de partij veel dezelfde maatregelen voorstelt die ook in het N-VA-programma staan. Zo wil ook Vooruit de wetlands, veengebieden en vroegere waterwegen herstellen. Ook wil de partij de steden ondersteunen in het aanleggen van wadi’s, waterputten en infiltratieputten. Anders dan N-VA wil Vooruit het bouwen zonder aansluiting op de riolering of waterzuivering verbieden en moet het oppompen van water aan strengere regels worden onderworpen waarbij illegale winningen gestopt moet worden.

Verder verzekert Vooruit om effectieve maatregelen te nemen die “onze waardevolle natuur beschermen en herstellen onder andere via de uitvoering van de Natuurherstelwet en de Europese Biodiversiteitsstrategie”. Via het buitenlands beleid wil de partij de handel en consumptie van producten die ontbossing veroorzaken zoals soja ontmoedigen. Tot slot wil Vooruit ook een objectief en meetbaar kader ontwikkelen om geur- en geluidshinder van grote industriële en landbouwinstallaties in kaart te brengen en te verminderen.

Vlaams Belang

De mooie Vlaamse natuur en landschappen zijn een onlosmakelijk onderdeel van onze identiteit, stelt Vlaams Belang. Volgens de partij moet het klimaat en de leefomgeving daarom goed beheerd worden voor onze nakomelingen. “Wij bekijken het milieu- en energievraagstuk echter met een pragmatische blik. Dogmatisch doemdenken en klimaatfetisjisme vervuilen het debat en brengen ons geen stap verder”, aldus de extreemrechtse partij.

De tendens om de West-Europese landbouwsector te reduceren om puur klimatologische redenen is volgens de partij absurd. “Als het hier niet geproduceerd wordt, zal het wel ergens anders geproduceerd moeten worden”, klinkt het. In Vlaanderen is er volgens de partij ook weinig plaats voor natuurherstel. “Onze leef- en werkruimte afbouwen en economie voor zogenaamd natuurherstel bewust laten inkrimpen”, is iets wat Vlaams Belang absoluut niet ziet zitten.  

De landbouwsector is volgens de partij het grootste slachtoffer van het klimaatbeleid dat de Europese Unie voert. Concrete voorstellen omtrent milieu en klimaat voor de landbouwsector staan dan ook haaks op de voorstellen van oppositiepartijen Groen en Vooruit. Op Vlaams niveau laat de partij weten MAP7 te streng te vinden en vindt het dat we de verkeerde kant op gaan als dierlijke mest verboden wordt. “Dit dwingt de landbouwers tot de aankoop van buitenlandse chemische kunstmest”, valt te lezen in het partijprogramma, gevolgd door de oproep om het gebruik van renure (kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest, red.) toe te laten. Daarnaast zou de overheid meer vertrouwen moeten leggen bij de landbouwers en vissers voor ecologisch beheer. Op Europees niveau pleit Vlaams Belang voor een heronderhandeling van de Green Deal en een pauze voor alle bestaande Europese klimaatregels.

Maatregelen die klimaat- en milieubevorderend zijn, beperken zich in het programma tot het opschalen van technologie en innovatie, en de notie dat ‘er ook positieve elementen in de verdragen te vinden zijn’. Het gaat dan om maatregelen rond biolandbouw, het verminderen van nutriënten en het tegengaan van voedselverspilling.

PVDA

PVDA is van mening dat er alles aan moet gedaan worden om de natuur die we nu nog hebben, te beschermen. Ook meldt de partij er een prioriteit van te maken om nieuwe natuurgebieden en bossen te realiseren. Ze wijst erop dat de Europese Kaderrichtlijn Water ons eigenlijk verplichtte om tegen eind 2015 de oppervlaktewaters in “goede toestand” te krijgen. Dat vandaag maar 2 van de 506 waterlichamen de beoordeling “goede toestand” halen, betekent dat er nog grote inspanningen nodig zijn, luidt het. De partij wil daarom afvalwaterlozingen verminderen en rechtgetrokken waterlopen terug in hun natuurlijke toestand herstellen. “Vanuit landbouw is er vervuiling door meststoffen, zoals stikstof en fosfaten, en door pesticiden”, aldus PVDA. Ook de erosie van landbouwgrond vormt in de ogen van de partij een probleem en dus moeten er maatregelen tegen genomen worden, zoals aanleg en onderhoud van hagen, bosjes en grasstroken. “De vervuiling door meststoffen en pesticiden pakken we in samenwerking met de landbouwsector aan”, klinkt het. Concreter dan dat wordt het niet in het programma.

Bodem

Bodemgebruik is de factor die de biodiversiteit het meest beïnvloedt, stelt PVDA. “De keuzes en teeltmethodes, het al dan niet gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen en chemische meststoffen en de hoeveelheid ruimte die aan de natuur wordt gelaten, hebben allemaal een grote impact op de biodiversiteit in België”, luidt het. “Het streven naar kortetermijnwinst voor de agro-industrie en enkele grootgrondbezitters domineert vandaag, ongeacht de gevolgen voor werknemers, biodiversiteit, vee of consument.”

PVDA vindt het antwoord van de traditionele partijen daarop “volstrekt ontoereikend”. Concrete maatregelen of voorstellen omtrent bodem houdt het programma echter niet in. Algemeen stelt PVDA wel dat het kiest voor “een landbouwbeleid waarin de boer centraal staat en het mogelijk maakt om kwaliteitsvolle producten tegen goede prijzen te verkopen. Een openbaar investeringsbeleid ter ondersteuning van technologieën die de impact op het milieu verminderen en de uitdagingen van de klimaatcrisis het hoofd kunnen bieden.”

Klimaat

De partij is van mening dat ruimtelijke ordening de belangrijkste hefboom is om de effecten van klimaatverandering te verzachten. Daarom moet de prioriteit verlegd worden van de winsten van projectontwikkelaars naar de behoeften van mensen en het klimaat. In het programma van PVDA gaat het vooral om maatregelen gericht op klimaatadaptatie, zoals bijvoorbeeld het beter opvangen van water in periodes van overvloedige regenval of het langer capteren van water in periodes van droogtes.

Om boeren te beschermen tegen klimaatrisico’s wil PVDA hen ondersteunen in de agro-ecologische transitie. Dit moet helpen om de bodem en teelten beter bestand te maken tegen het veranderend klimaat. Daarnaast is de partij ook gekant tegen het gebruik van voedselgewassen om biobrandstoffen te produceren.

BoerBurgerBelangen

BBB pleit voor een ‘realistische aanpak’ van de klimaatproblematiek. Dit mag gelezen worden als een aanpak waarbij de landbouwsector maximaal wordt gespaard. Het partijprogramma pleit voor een ‘holistische aanpak’, wat volgens hen te verkiezen valt boven ‘eenzijdige wetgeving’. Het milieuprogramma van BBB benadrukt het standpunt dat de regels voor landbouwers veel soepeler moeten, of het nu gaat om mest, oogsttermijnen of bezettingsnormen. Nulbemesting mag voor BBB op de schop, of moet op zijn minst grondig worden herzien. De partij vraagt ook “een stop op de inmenging van milieu in de landbouw”. Milieucontroles moeten volgens BBB worden uitgevoerd door ‘onafhankelijke instanties’, wat voor hen niet de overheid mag zijn.

Voor U

Voor U stelt dat niet alleen de wetgeving rond landbouw, maar ook rond milieu “zo’n kluwen van tegenstrijdigheden is dat het onmogelijk is om alles wat de overheid oplegt correct toe te passen”. Naast stabiele regelgeving, vertrouwen ze op het goeddunken van de landbouwer die werkt met respect voor natuur, mens en dier. “Landbouwers zijn voor een landbouw met milieuzorg.  Dat is in hun eigen belang”, klinkt het.

N-VA

N-VA schrijft in haar partijprogramma dat het uiteindelijke doel een productievere landbouw is die op een veilige, milieuvriendelijke en klimaatbestendige manier plaatsvindt. “De eerste opdracht van onze land- en tuinbouwers is en blijft de productie van voedsel, binnen milieukundige grenzen”, aldus de partij die ook stelt landbouw te benaderen als partner in het beheer van onze open ruimte, en in het verbeteren van de biodiversiteit.  

Water

Een groenblauwe dooradering van de agrarische gebieden is cruciaal voor de biodiversiteit in Vlaanderen, aldus N-VA. “Daarbij hebben we aandacht voor zowel permanente natuurelementen zoals graslanden en natte hooiland, als tijdelijke natuurelementen zoals bufferstroken.” Ook ijvert de partij ervoor om grachten tussen de landbouwpercelen die door de jaren heen dichtgereden zijn, te herstellen. Daarnaast pleit N-VA nog voor het verstevigen van dijken, investeren in slimme stuwtjes en peilgestuurde drainages en het creëren van extra ruimte voor waterberging, om droogte en wateroverlast tegen te gaan.

Inzake waterkwaliteit schrijft N-VA dat de ecologische toestand van ons oppervlaktewater verbetert, maar dat het traag gaat. “De Blue Deal heeft een startschot gegeven voor een toekomstgericht waterbeleid en de enge focus van klimaatmitigatie verschoven naar klimaatadaptatie. Maar we zijn er nog niet, nu moeten we verder gaan in die ingeslagen weg.” De weg verder inslaan doet N-VA met onder meer volgende voorstellen: alle onbevaarbare waterlopen zo snel mogelijk professioneel laten beheren door waterschappen om de versnipperde bevoegdheden van meer dan 100 waterloopbeheerder uit de weg te gaan, investeringen in riolering en waterzuivering versnellen en een overkoepelend helikopterbeeld creëren over de waterzuiveringsinfrastructuur.

Mest en gewasbescherming

Om de biodiversiteit verder toe te laten nemen, wil N-VA de creatie van een buffer rond de belangrijkste natuurgebieden waar extensieve landbouw kan floreren. Of de partij hierin verder wil gaan dan de buffer die nu gecreëerd wordt door het stikstofakkoord, tekent N-VA in haar verkiezingsprogramma niet op. Ook wil N-VA een vergunningsplicht invoeren voor bemesting om vervuiling van bodem, grond- en oppervlaktewater te voorkomen in kwetsbare gebieden. Aan welke criteria de Vlaams-nationalistische partij deze vergunningsplicht wil vasthangen en wat de kwetsbare gebieden zijn, wordt niet verduidelijkt. Ten slotte wil N-VA het pesticidengebruik op een gerichte manier verminderen, waarbij prioriteit gegeven wordt aan reductie in en vlakbij natuurgebieden en waterlopen. Daarnaast vermeldt N-VA ook te willen inzetten op actieprogramma’s om de bijenpopulaties op te krikken en de mariene biodiversiteit op te laten leven door onder meer bodemberoerende visserij uit bepaalde zones te weren.

Klimaat

Om de strijd tegen klimaatopwarming een handje vooruit te helpen ziet N-VA een rol weggelegd voor de sector in koolstoflandbouw en regeneratieve landbouw. Dit zou ook ten goede komen aan de veerkracht van landbouw en de bodemgezondheid. Verder zet N-VA ook in op het reduceren van de uitstoot van onze veestapel. “De milieugebruiksruimte wordt door de uitstoot van die intensieve veeteelt systematisch overschreden”, luidt het. Om de reductie te verwezenlijken, stelt de partij een strategisch plan op voor de toekomst van de veeteelt in Vlaanderen. Daarbij kijkt ze onder meer naar innovatie, grondgebonden veeteelt en een eiwitshift. N-VA schrijft in het programma ook klimaatslimme landbouw te ondersteunen die kan bijdragen aan groene groei. Voor sommige landbouwers zal het misschien ook verbazen dat N-VA in haar landbouwvisie meegeeft afstand te nemen van de vermeende tegenstelling tussen landbouw en natuur, en tussen economie en ecologie.

Cd&v

Cd&v noemt het een complexe opgave om milieu en natuur naadloos te laten aansluiten bij landbouw en industrie. Het ziet de demografische evoluties in onze maatschappij als een extra moeilijkheid om ecologische doelstellingen die dateren van decennia geleden, te behalen. “Er moet zorgvuldig onderzocht worden hoe we de huidige verplichtingen kunnen vervullen zonder excessieve maatschappelijke kosten”, meent cd&v.

Water en bodem

De partij vindt het belangrijk om te blijven inzetten op beschermen en herstellen van de waterlichamen. Het hergebruik van afvalwater, de opvang van hemelwater en het verhogen van de rioleringsgraad zijn een aantal maatregelen die cd&v naar voor schuift. Als het over landbouw gaat, vernoemt de partij het mestactieplan: het plan van 2024-2027 wordt uitgevoerd en een mestactieplan 2028-2031 wordt voorbereid. Volgens cd&v moeten de mestactieplannen kunnen uitgerold worden zonder de landbouw met nutteloze of nodeloze verplichtingen op te zadelen, en zonder in kalenderlandbouw te vervallen.

“Door de ecosysteemdiensten die bodems leveren, is een zorgzame omgang met de bodem, zowel preventief als curatief, te verantwoorden”, zo stelt cd&v. In dat opzicht moet volgens de partij voorkomen worden dat bodems uitgeput of verontreinigd worden. “De Europese bodemgezondheidswet, die werd afgeslankt naar een ontwerprichtlijn, moet van zodra hij wordt goedgekeurd, omgezet worden in ambitieuze maar realistische Vlaamse regelgeving”, klinkt het. Op vlak van landbouw wil cd&v dat bodemdegradatie door verzuring of verdichting wordt tegengegaan, net als bodemerosie. Ecoregelingen, agromilieuklimaatmaatregelen en steun voor niet-productieve investeringen kunnen daarvoor ingezet worden.

Natuur en klimaat

Cd&v ziet biodiversiteit zowel kwantitatief als kwalitatief als een belangrijke voorwaarde om als mens in leven te blijven en om aan landbouw te doen. Cd&v wil dat een sterk natuurbeheer wordt verzoend met een ruime toegankelijkheid van natuurgebieden. Er moet volgens cd&v ook en kader komen voor tijdelijke natuur zodat zowel overheden als ondernemingen op braakliggende of restgronden in natuur kunnen investeren, zonder terreinen definitief te moeten opgeven.

De partij ziet de land- en tuinbouwsector als een partner in de energie- en klimaattransitie. Naast de bestaande inspanningen ziet cd&v nog andere vormen van hernieuwbare energie die hun weg in de landbouw verder kunnen vinden: duurzame biomassa op boerderijschaal, vergistingsinstallaties die ook de methaanuitstoot terugdringen of agrovoltaics waarbij landbouwgrond tegelijkertijd wordt ingezet voor energieproductie als voor voedselproductie.

De Vlaamse veeteelt is in de ogen van cd&v vandaag al heel klimaatefficiënt. Om de methaanemissies te verminderen wil de partij dat er ingezet wordt op drie sporen: voedermanagement, bedrijfsmanagement en genetische selectie. “Een door de overheid opgelegde reductie van de veestapel hoort daar voor ons niet bij”, aldus het verkiezingsprogramma. De veeteelt in Vlaanderen veroorzaakt minder broeikasgassen dan veeteeltbedrijven elders in de wereld, zo meent cd&v. Afbouw zou op mondiaal vlak een averechts klimaateffect hebben. Gelet op de sterke intra-Europese verwevenheid van onze agrovoedingssector, pleit de partij ervoor dat landbouwemissies binnen een EU-context worden bekeken en op een kostenefficiënte manier gereduceerd worden. Op die manier worden onze landbouwbedrijven die produceren aan een lage koolstofvoetafdruk beter beschermd. Verder haalt de partij ook aan om voedselverspilling tegen te gaan.

Hinder

Hinder die gepaard gaat met werkzaamheden die eigen zijn aan de bestemming van een gebied, is volgens cd&v aanvaardbaar. Een uitzondering is er wanneer de bestemming van een aanpalend gebied in het gedrang wordt gebracht. “Zo wordt een grotere verdraagzaamheid verondersteld ten aanzien van geurhinder in landbouwgebied, op voorwaarde dat het industrie- of woongebied ernaast niet onredelijk gehinderd wordt”, luidt het. De partij wil dat de geldende regelgeving wordt verduidelijkt om zo de rechtspraak te verbeteren en de rechtszekerheid te verhogen.

Open Vld

Open Vld benadrukt dat landbouw en natuur geen tegenpolen zijn. “Het actueel landbouwbeleid moet zowel ecologisch, economisch als sociaal duurzaam zijn. Er moet ruimte zijn voor alle soorten bedrijven, maar op maat van de boer en de omgeving”, lezen we in het programma.

Verder moeten monopolies in het natuur- en bosbeheer gesloopt worden, vindt Open Vld. “Landbouwers en private actoren kunnen ook beheer doen en zo bijdragen aan de doelstellingen. Zelfrealisatie wordt zo een volwaardig onderdeel van het beleid, waarbij we alle kansen geven aan innovatie zoals agroforestry, eetbare landschappen maar ook natuur die mee bodemvervuiling kan aanpakken (fytosanering).”

Open Vld breekt ook een lans voor tijdelijk groen en tijdelijke aanplantingen zonder addertjes onder het gras. “Het moet mogelijk zijn om bomen en struiken aan te planten zonder de schrik te moeten hebben dat dit permanente beperkingen oplegt aan de eigendom doordat men ze niet meer mag verwijderen”, luidt het. Ook koolstofopslag in landbouwgronden staat hoog op de liberale agenda, waarbij gekozen wordt voor een ambitieus actieplan met een focus op agroforestry en een uitbreiding van dat concept naar voedselbossen en het aanplanten van hagen.

Op Europees vlak vinden de liberalen dat er rekening moet gehouden worden met de Vlaamse context wanneer het gaat over natuurbescherming en natuurherstel. Er is binnen het ruimtelijk versnipperd Vlaanderen nood aan een flexibeler kader om aan natuurbescherming en natuurherstel te kunnen doen, rekening houdend met socio-economische overwegingen en met de klimaatverandering: Het is essentieel dat Europa rekening houdt met dichtbevolkte, economisch welvarende en ruimtelijk en functioneel dense regio’s zoals Vlaanderen, bijvoorbeeld bij de Natuurherstelwet.

Water

Naast een robuuster water- en droogtebeleid, pleit Open Vld ook voor een programmatische aanpak water (PAW) om al de Vlaamse waterlopen in goede ecologische toestand te brengen. Via deze integrale aanpak wil de partij een rechtszeker kader scheppen, ook in het kader van vergunningen. “We treden hiervoor in overleg met de Europese Unie waarbij we vragen om rekening te houden met de context van een verstedelijkte, dense regio (met de mogelijkheid tot afwijkingen)”, klinkt het.

Waterveiligheid en een weerbaar waterland behoren verder ook tot de prioriteiten. “Om zowel mensen hun eigendom en de natuur te beschermen moeten we de uitdaging van onze waterhuishouding aanpakken.” Hiervoor voorziet Open Vld voor alle deelbekkens een geactualiseerd plan, waarbij rekening houden met klimaatverandering. We worden een weerbaar waterland door te investeren in waterveiligheid en waterzekerheid. We richten daarvoor een waterzekerheidsfonds op.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek