Ruim de helft van korteketenboeren is tevreden over winstgevendheid
nieuwsRuim de helft van de Vlaamse korteketenlandbouwers is vandaag tevreden over de winstgevendheid van de korte keten. Dat betekent dat de korteketentak niet voor elke landbouwer even rendabel is. Bovendien geven landbouwers aan dat ze moeite hebben om de gestegen kosten, die het gevolg zijn van de energie- en koopkrachtcrisis, door te rekenen naar de consument. Dat blijkt uit een enquête die het Agentschap Landbouw en Zeevisserij uitvoerde bij ruim 3.200 landbouwers.
Eén van de aspecten die bevraagd werden in de enquête, is de rendabiliteit van de korteketenactiviteit. Vaak wordt uit financiële overwegingen gekozen voor de korte keten. Onder meer de grotere spreiding van het inkomen, de aanvulling van het inkomen of het halen van een hogere marge op de landbouwproductie worden daarbij aangehaald. Al is de economische drijfveer vaak ondergeschikt aan het gevoel van waardering en trots dat landbouwers krijgen in de korte keten.

Rendabiliteit
Twee derde van de bevraagde korteketenboeren geeft aan dat het inkomen uit de korte keten eerder belangrijk tot zeer belangrijk is. Voor een kwart tot een derde van de respondenten blijven andere inkomensbronnen, zoals andere verbredende activiteiten, een job buitenshuis of sociale uitkeringen, ook belangrijk. Ruim een kwart (28%) van de boeren gaf aan een financiële ondersteuning gekregen te hebben van de overheid voor de korteketenactiviteit en 12 procent kreeg die steun via andere kanalen. Vier op tien geeft aan die ondersteuning van de overheid nodig te hebben voor de korteketentak. Zes op de tien landbouwers geeft voorts aan dat de korte keten eerder belangrijk tot zeer belangrijk is om de landbouwactiviteit voort te zetten. Voor 44 procent is de korte keten belangrijk als alternatief omdat de uitbreiding van de landbouwactiviteit niet mogelijk is.
Op vlak van rendabiliteit zien we dat maar 57 procent van de ondervraagde landbouwers aangeeft dat hun korteketentak voldoende winstgevend is. Voor 29 procent is de winstgevendheid eerder onduidelijk en voor 18 procent is de korteketentak niet winstgevend. Het zijn vooral varkens- en pluimveebedrijven die aangeven dat de korte keten voor hen winstgevend is (80%), bij akkerbouw en fruit gaat het slechts om 47 procent.
Koopkrachtcrisis
Landbouwers geven ook aan moeite te hebben om de gestegen kosten, die het gevolg zijn van de energie- en koopkrachtcrisis, door te rekenen naar de consument. Dat zet de rendabiliteit van de korteketentak onder druk, klinkt het. Daarnaast ziet een deel van de respondenten het aantal klanten afnemen als gevolg van de crisis. Consumenten zijn dan ook gevoelig voor de hoge prijzen en keren daardoor deels terug naar de (goedkopere) reguliere verkoopkanalen, zoals supermarkten. Een derde van de respondenten geeft evenwel aan dat er geen daling te merken is van het aantal klanten. Een deel van de consumenten blijft de korte keten dus trouw, ondanks de hogere prijzen.
Voor landbouwers die gestopt zijn met korte keten was de beperkte winstgevendheid van de korte keten een belangrijke reden om ermee te stoppen. Ze geven aan dat de opbrengsten via de korte keten te laag zijn om de kosten te dekken en dat de kosten voor extra arbeidskrachten voor de korteketentak te hoog zijn. Ook de landbouwers die nog nooit een korteketentak hebben gehad, geven aan dat financiële redenen hen ervan weerhouden om aan korte keten te doen. In totaal denkt 58 procent dat de opbrengsten niet gaan opwegen tegen de kosten en 50 procent vindt de investeringskosten te hoog. Daarnaast geeft de helft van de landbouwers aan dat korte keten niet aansluit bij de eigenschappen van bedrijf of bedrijfsleiders.

Bron: Eigen berichtgeving