Waardering vormt belangrijke drijfveer voor korteketenboeren

nieuws

Een verhaal vertellen, trots, een gevoel van voldoening en waardering, contact met de consumenten en consumenten informeren over het belang van landbouw zijn de belangrijkste redenen voor landbouwers om aan korte keten te doen. Dat blijkt uit een enquête die het Agentschap Landbouw en Zeevisserij uitvoerde bij ruim 3.200 landbouwers. Deze gevoelsmatige aspecten zijn belangrijker dan economische overwegingen en het alternatieve karakter van de korte keten.

22 mei 2024 Griet Lemaire

Nu de Week van de Korte Keten in volle gang is, publiceert het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de resultaten van een enquête bij 3.271 landbouwers zowel met als zonder korteketenverkoop. “Gedetailleerde informatie over korteketenbedrijven is schaars. Daarom voerden we deze enquête uit”, klinkt het. “Op die manier kunnen we beter zicht krijgen op de kenmerken van korteketenbedrijven. Door ook landbouwers te bevragen die vandaag niet actief zijn in de korte keten, kunnen we meer zicht krijgen op de obstakels die moeten weggewerkt worden om de instroom van nieuwe korteketenlandbouwers te vergroten.”

Keuze voor korte keten

Uit de enquête blijkt dat de redenen om voor de korte keten te kiezen, heel divers zijn. Een aantal gevoelsmatige aspecten van korteketenverkoop komen naar voor als zeer belangrijk. Het gaat hierbij over het krijgen van voldoening en waardering (87%), de trots en het vertellen van een verhaal (82%), het contact met consumenten en ander sociaal contact (82%) en de consument informeren over het belang van de landbouw in de voedselketen (81%). Daarna volgt een tweede groep van redenen die te maken hebben met economische aspecten zoals een grotere marge realiseren op de eigen landbouwproductie (76%), een aanvullend inkomen behalen (72%) en het spreiden van inkomen (66%).

korteketen-groenten-markt-1250

Een derde groep argumenten gaat over het alternatieve karakter van de korte keten. Hieronder vallen redenen zoals meer zeggenschap en autonomie door de verkoop in eigen handen te nemen (79%), een bewuste keuze voor een alternatief afzetsysteem (70%) en de overtuiging op een andere manier aan landbouw te doen (58%). De keuze voor korte keten als alternatief omdat de uitbreiding van traditionele landbouwactiviteit niet mogelijk is (44%) en als alternatief voor buitenshuis te gaan werken scoren (37%) iets lager, al zijn het nog altijd hoge percentages. De korte keten als antwoord op de milieu-uitdagingen (bvb. mest of stikstof) is een argument dat ongeveer een derde van de respondenten eerder tot zeer belangrijk vindt. De reden die het laagst scoort is het verlenen van arbeidsplaatsen voor familieleden (23%).

Grote versus kleine omzet uit korte keten

Er is wel een onderscheid in het belang van deze factoren bij bedrijven die een groot of een kleiner deel van hun omzet uit korteketenactiviteiten halen. Bij bedrijven met minder dan 2,5 procent van de omzet uit de korte keten zijn deze redenen minder uitgesproken dan bedrijven met een hoger omzetaandeel. Gevoelsmatige factoren zijn, met uitzondering van het aandeel korte keten van minder dan 2,5 procent, belangrijk voor alle omzetaandeel-categorieën. Het alternatieve karakter van de korte keten scoort hoger bij de hogere omzetaandelen en economische redenen vooral bij de middencategorieën omzet. Melkvee scoort algemeen lager, en dan vooral voor de gevoelsmatige aspecten. Voor melkvee zijn de economische redenen relatief belangrijker.

Korte keten als overlevingskans?

Van bedrijven die vandaag nog niet actief zijn in de korte keten, maar dit wel overwegen, zegt 75 procent voor de korte keten te willen kiezen om de landbouwactiviteit voort te kunnen zetten. Zowat 47 procent ziet het als antwoord op de milieu-uitdagingen in de land- en tuinbouw. Dit is niet de enige reden die de beslissing bepaalt, maar het speelt hier meer mee dan voor de bedrijven die al aan korte keten doen. “De vraag is of dit de juiste reden is om met korte keten te beginnen”, aldus het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De scores liggen eveneens wat hoger voor als alternatief voor uitbreiding van de traditionele landbouwactiviteiten, en als alternatief om buitenshuis te gaan werken.

korte keten vleestoog_Zwalmbeekhoeve

Drempels voor korte keten

Van de bevraagde bedrijven geeft de meerderheid aan dat complexe wetgeving en bedrijfseconomische redenen de belangrijkste redenen zijn om te stoppen met korte keten of om geen korte keten op te zetten. Bedrijven die gestopt zijn met korte keten halen als belangrijkste redenen aan een te complexe wetgeving voor voedselveiligheid (60%), de te grote arbeidsintensiteit (60%), de administratieve last, dat de opbrengst onvoldoende is om kostendekkend te zijn (77%), de complexe arbeids- en andere regelgeving en dat de korte keten niet te combineren is met de traditionele landbouwactiviteiten (54%).

Slechts vier procent potentiële starters

Van alle bedrijven die vandaag nog niet actief zijn in de korte keten, overweegt slechts vier procent om hier in de toekomst mee te starten. Ze wijzen daarbij in grotere mate naar problemen met vergunningen en ruimtelijke ordening (62%). Tweederde onder hen vindt de extra administratie als een hinderpaal. En is er hier ook een groter aandeel dat als reden de typische bedrijfssituatie aanhaalt, bijvoorbeeld de slechte ligging van het bedrijf (45%). Eenzelfde percentage geeft aan dat de benodigde competenties voor de korte keten niet aansluiten bij de eigen competenties.

Als we kijken naar de subsectoren, dan zien we dat de wetgeving op vlak van voedselveiligheid het belangrijkste probleem is voor veeteelt. Voor tuinbouw zijn dat de te hoge kosten voor extra arbeidskrachten en ook bij melkveebedrijven staat dat op twee. Melkveebedrijven scoren ten opzichte van de andere bedrijfstypes algemeen hoger voor een behoorlijk aantal redenen, wat erop kan wijzen dat de drempels om over te schakelen naar korte keten hier belangrijker zijn. Voor melkvee valt eveneens op dat ten opzichte van de andere bedrijfstypes de concurrentie met andere landbouwers als reden hoger scoort. Dit kan mogelijk betekenen dat er al veel melkveebedrijven zijn met korteketenactiviteiten of dat landbouwers vrezen zich onvoldoende te kunnen onderscheiden van andere korteketenmelkverwerkers.

Alle resultaten uit de bevraging van landbouwers over de korte keten zijn hier terug te vinden:

Lekker van bij ons Connect-platform verbindt korteketenbedrijven en afnemers
Uitgelicht
VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing, heeft woensdag in aanwezigheid van Vlaamse Landbouwminister Jo Brouns ‘Lekker van bij ons Connect’ gelanceerd. Het ga...
15 mei 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek