Beste boerderijkazenmaker van de wereld: “Vlaanderen was niet rijp voor een schapenbedrijf met eigen verwerking”
Boeren in WalloniëNa de afwijzing van zijn vergunningsaanvraag, besloot veehouder Peter De Cock uit te wijken naar Wallonië. Daar runt hij nu samen met zijn vrouw Barbara een succesvol schapenbedrijf met korteketenactiviteiten en -verkoop. Vlaamse organisaties en bedrijven steken intussen de taalggrens over om te proeven van de boerderijkazen die enkele jaren geleden bekroond werden als beste boerderijschapenkaas ter wereld.
Zomerreeks 2025: Vlaamse boeren over de taalgrens
In deze zomerse reeks trekken we naar het zuiden van het land, waar Vlaamse boeren hun geluk beproeven aan de andere kant van de taalgrens. Sommigen zochten meer ruimte, anderen betaalbare grond of rust. Het levert een reeks boeiende verhalen op over loslaten, herbeginnen en wortel schieten op Waalse bodem.
“Het Belgisch melkschaap is sinds de Tweede Wereldoorlog met uitsterven bedreigd en is inmiddels levend erfgoed. Het heeft een kenmerkende onbewolde kwispelstaart en staat bekend om zijn vruchtbaarheid.” Met deze woorden introduceert Peter De Cock zijn melkschapen aan een groep Vlaamse toeristen die een rondleiding volgen op zijn schapenbedrijf Bergerie D'Acremont. “We krijgen 8.000 tot 12.000 bezoekers per jaar waaronder veel groepen Vlamingen”, klinkt het.
Vergunningsaanvraag in Herselt werd afgewezen
Het had niet veel gescheeld of hun bedrijf heette Den Blaathoek, vernoemd naar het gebied Den Bleidenhoek in de gemeente Herselt. “Ik had een ondernemingsplan uitgewerkt om op deze locatie een melkschapenbedrijf met eigen verwerking uit te baten”, vertelt De Cock. Hij diende in 1998 een vergunningsaanvraag in, maar stuitte op een duidelijke 'nee' van de provincie.
Bij de afwijzing van de vergunning zou Boerenbond volgens De Cock een beslissende rol hebben gespeeld. “De provincie heeft de vergunning geweigerd omdat zij een negatief advies van de landbouworganisatie kregen. Boerenbond achtte het bedrijfsmodel niet haalbaar. Er bestond in Vlaanderen toen nog geen melkschapenbedrijf en het landbouwsysteem was nog volledig gericht op de lange keten. We konden wel een vergunning krijgen voor 200 melkgeiten.”
Vijfentwintig jaar na dato is het te laat om de landbouworganisatie nog om een reactie te vragen. Ondertussen trekt de volledige sector ook de kaart van de korte keten . Het is één van de uitwegen uit het stikstofmoeras dat een rem op de groei van veel veebedrijven zet.
“Geen interesse in grotere veestapel”
Van een stikstofcrisis is in Wallonië geen sprake, zeker niet in de regio van het schapenbedrijf. “Het is hier een zeer extensief landbouwgebied. Ik zou volgens mijn vergunning tot 800 melkschapen mogen hebben”, vertelt De Cock die geen plannen heeft om zijn veestapel uit te breiden. “Onze veestapel is afgestemd op de vraag in de korte keten. Elke druppel melk wordt op ons bedrijf verwerkt tot kazen en andere zuivelproducten. Ook het lamsvlees verkopen we in de korte keten.”
Het huidige businessmodel met hoeveverwerking- en verkoop gecombineerd met agro-ecologische landbouw is precies hetgeen hij voor ogen had toen hij landbouwwetenschappen studeerde aan de Kempense Hogeschool. Na zijn studies volgde hij ook nog een intensieve kaasmakersopleiding in Zwitserland.
Naast ideologie speelde ook praktische zin mee in het businessplan van de toen jonge Vlaming. “Ik kwam niet uit een landbouwfamilie en had geen startkapitaal om een klassiek, grootschalig bedrijf op te zetten,” zegt hij.
Bij vertrek uit Vlaanderen 450 euro op zak
Met 450 euro op zak en 20 schapen vertrok De Cock in 1998 naar Wallonië. Daar kwam hij uiteindelijk uit in Acremont, een klein Ardens dorp op 20 kilometer van Bouillon en Libramont. “De lokale bankdirecteur was voorzitter van de Waalse schapenhoudersvereniging en geloofde in mijn verhaal. Ik kreeg een krediet voor de aanschaf van een oude boerderij met zes hectare grond.”
25 jaar na dato runt De Cock een bedrijf met 200 schapen en 45 hectare grond waarop hij nagenoeg al het veevoeder voor zijn schapenkudde kweekt. In de stal staan acht bigbags met een mengsel van wintergerst en voedererwten te drogen. “Onze eerste oogst. Zes ton per hectare. Dat is goed in dit gebied", klinkt het. Het ruwvoerrantsoen bestaat uit gras en hooi. Kuilvoer komt het bedrijf niet binnen: “Daar zitten veel spoorvormige boterzuur- en propionzuurbacteriën in en dat heeft een impact op de kwaliteit van de schapenkaas.”
Een deel van zijn land pacht de landbouwer. “Elke beginnende landbouwer krijgt vier hectare loopbaanpacht van de gemeente Bertrix”, vertelt hij. Ook heeft hij loopbaanpachtcontracten met Terre-en-Vue, een coöperatie van burgers en landeigenaren die als doel heeft de toegang tot grond voor duurzame landbouw te waarborgen. “Burgers kopen aandelen vanaf 100 euro, waarmee de coöperatie landbouwgrond koopt. Deze grond wordt vervolgens in loopbaanpacht gegeven aan landbouwers met een agro-ecologisch bedrijfsmodel”, zegt hij. De grond moet gebruikt worden om voedsel te produceren. "Niet voor kerstbomen dus, maïs of zonnepanelen.”
Van markten naar coöperatie van hoeveproducenten
De boer werd in 2007 vergezeld van zijn vrouw Barbara Vissenaekens die hij als klant ontmoette op de markt in Leuven. “De Vlamingen toonden destijds meer interesse in schapenkaas dan de Walen. Daarom stond Peter in de beginjaren vooral op Vlaamse markten, zoals die in Leuven. Later nam zijn vader dat over en bleef hij nog jarenlang in Vlaanderen verkopen,” vertelt Barbara terwijl ze stukjes kaas snijdt voor Vlaamse toeristen die komen proeven.
De markthandel behoort inmiddels tot de verleden tijd. De Vlamingen hebben ondertussen nieuwe afzetkanalen. Een belangrijke rol is weggelegd voor Réseau Paysan, een coöperatie van honderd boerderijproducenten en een netwerk van een honderdtal aankopers die hun logistiek bundelen. Barbara was 14 jaar geleden betrokken bij de oprichting van deze coöperatie, die inmiddels vijf mensen op de loonlijst heeft staan.
Een paar keer in de week komt een chauffeur van Réseau Paysan met een koelvrachtauto producten ophalen op de boerderij, waarna ze gegroepeerd en geleverd worden aan marktkramers, horeca en biologische winkels in de provincie Luxemburg. Ook Brussel en adressen langs de snelweg naar de hoofdstad behoren tot het levergebied van de coöperatie.
“Ook de toeristen zijn een belangrijke klantengroep. Het kan ook niet anders, want Acremont is erg dunbevolkt”, vertelt Barbara. Behalve lokale vakantievierders ontvangt het bedrijf groepsbezoeken van organisaties en bedrijven. Deze kunnen naast een rondleiding ook een tafeltje in het boerderijrestaurant boeken waar het echtpaar kaasfondue en raclette van eigen schapenkaas serveert.
Beste boerderijschapenkaas van de wereld
In de boerderijwinkel is le Bleu des Scailtons een absolute bestseller. In 2018 sleepten de ondernemers met deze blauwschimmelkaas brons in de wacht bij het wereldkampioenschap boerderijkazen. “Op de eerste plaats eindigde een koemelkkaas en op de tweede plaats een geitenmelkkaas. Wij waren de beste schapenmelkkaas”, vertelt de boer. De winnende kaas rijpt af in een leisteengroeve in Bertrix, de naam "Scailton" verwijst naar de mijnwerker die in de leisteenmijnen werkte.
Schapenbedrijf met hoevekaas nog steeds mogelijk in Vlaanderen
Vijfentwintig jaar later kijkt De Cock tevreden terug op zijn verhuis naar Wallonië. “Ik zou voor geen geld meer terug willen. Stikstof en mest bezorgen de Vlaamse boeren veel kopzorgen, iets waarvan wij geen last hebben. Hier draagt men de landbouw nog een warm hart toe en kun je in alle rust boeren.”
Ik weet zeker dat we dit bedrijf ook in Herselt hadden kunnen uitbouwen
Het wil niet zeggen dat hij geen mogelijkheden zou zien in Vlaanderen. “94% van de schapenkaasconsumptie in België wordt geïmporteerd. Ik weet zeker dat we dit bedrijf ook in Herselt hadden kunnen uitbouwen. We zaten daar in de buurt van de abdij van Averbode, tegenover een ambachtelijke wijnmakerij waarmee veel synergie mogelijk zou zijn geweest en er was veel toerisme in deze streek”, besluit de boer.
