Brexit-deadline die Boris Johnson stelde, lijkt onhaalbaar

De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk boeken voorlopig maar weinig vooruitgang bij hun onderhandelingen over een handelsakkoord. Dat heeft hoofdonderhandelaar Michel Barnier volgens diplomaten dinsdag gezegd aan de bevoegde Europese ministers. De Britse premier Boris Johnson had komende donderdag 15 oktober als deadline voor een akkoord gesteld, maar dat lijkt stilaan onhaalbaar. Op Twitter zei Barnier "de komende dagen en weken" hard te zullen blijven werken.

13 oktober 2020  – Laatste update 13 oktober 2020 18:11
Lees meer over:

Een akkoord over de handels- en andere relaties tussen het VK en de Unie moet een economische schok voorkomen wanneer op 1 januari 2021 een einde komt aan de transitieperiode die na de brexit inging. Begin dit jaar kwam een einde aan het EU-lidmaatschap van het VK, maar om de overgang vlot te laten verlopen, besloten de Britten om nog tot eind dit jaar deel te blijven uitmaken van de Europese douane-unie en de interne markt. Maar over minder dan drie maanden stappen de Britten ook daar uit.

Boris Johnson zegt al langer dat Londen en Brussel tegen donderdag 15 oktober, overmorgen dus, een akkoord moeten hebben. Dat moet de parlementen aan beide zijden van het Kanaal voldoende tijd bieden om het akkoord te bestuderen en goed te keuren. Echter, na de briefing die Michel Barnier dinsdag aan de Europese ministers gaf, lijkt zo goed als alle hoop opgeborgen te mogen worden dat donderdag een akkoord beklonken kan worden, wanneer de Europese leiders in Brussel bijeenkomen voor hun traditionele oktobertop.

3 twistpunten

"De onderhandelingen verlopen constructief, maar er ligt nog veel werk op de plank", zei Barnier volgens diplomaten. Hij zou hebben aangedrongen op eenheid onder de 27 lidstaten bij de onderhandelingen over de drie overblijvende, grote knooppunten: de staatssteunregels, de regeling om geschillen te beslechten en de visserijsector. In een tweet na afloop van zijn briefing zei Barnier dat "de sterke eensgezindheid" onder de lidstaten bevestigd werd en dat de EU "de komende dagen en weken aan een eerlijk akkoord zal blijven werken".

Ook uit de verklaringen van andere hoofdrolspelers blijkt dat Johnson zijn hoop op een akkoord tegen de start van de Europese top mag opbergen. "Wij verwachten substantiële vooruitgang van onze Britse vrienden", zei de Duitse minister van Europese Zaken Michael Roth. Volgens Europese onderhandelaars blazen de Britten het belang van de visserijsector op, maar de Ierse buitenlandminister Simon Coveney zei dat de Unie haar vissers niet zal verraden om met de Britten een akkoord te kunnen sluiten. Ook voor België is visserij één van de grote openstaande discussiepunten.

De Duitse minister Roth benadrukte nog dat de EU zowel op een akkoord als op een 'no deal'-scenario voorbereid is, maar ook in Groot-Brittannië wordt met alles rekening gehouden. Zo worden verschillende ferrymaatschappijen er in de arm genomen om noodgoederen zoals medicatie naar het eiland te kunnen vervoeren in het geval van een no deal. De Britse regering heeft contracten voor in totaal 77,6 miljoen pond (85,6 miljoen euro) afgesloten met Brittany Ferries, DFDS, P&O Ferries en Stena Line voor de eerste zes maanden na het einde van de overgangsfase, meldde het ministerie van Transport dinsdag. De contracten moeten ervoor zorgen dat belangrijke goederen "vlot hun weg naar het VK blijven vinden, wat ook de uitkomst van de onderhandelingen met de EU is".

“Schaf extra vangstqouta voor VK af”

Het Verengd Koninkrijk mag na het beëindigen van het lidmaatschap van de EU niet langer profiteren van de verhoogde vangstquota die het gekregen heeft. Dat stelt de Europese Visserij Alliantie (EUFA) in een persbericht.

De huidige verdeelsleutel voor de vangstquota is een weerspiegeling van de visserijpraktijken in de wateren die de Europese en Britse vissers van oudsher delen. Elk land krijgt een aandeel toegewezen in de visbestanden die zijn vissers van oudsher bevissen. “Deze verdeelsleutel, die bekend staat als "relatieve stabiliteit", is het fundament van het gemeenschappelijk visserijbeleid geweest, samen met de wederzijdse toegang tot elkaars vangstgebieden”, klinkt het. “Beide elementen van stabiliteit hebben aanzienlijk bijgedragen tot de verbetering van de duurzaamheid van de visbestanden en de visserij in de communautaire wateren.”

Volgens EUFA heeft het Verenigd Koninkrijk veel baat gehad bij deze verdeelsleutel. “Bij de toetreding heeft de EU de vangstquota voor de 7 belangrijkste soorten met 26 procent verhoogd voor het VK”, vertelt Sean O’Donoghue. “Deze extra aandelen werden uit de toenmalige quota van de andere lidstaten gehaald.”

Het huidige visserijbeheerssysteem vormt een delicaat evenwicht tussen het duurzame beheer van de visbestanden en de economische welvaart van de vissersvloten. “Dit evenwicht moet in het belang van alle betrokken worden gehandhaafd”, zegt ook EUFA-voorzitter Gerard van Balsfoort. “Het Verenigd Koninkrijk mag niet tegelijkertijd de status van onafhankelijke kuststaat én de voordelen van het EU-lidmaatschap hebben. Als Europese vissers hebben we voortdurend gewerkt aan een evenwichtige brexitdeal, die voor beide partijen voordelig is op lange termijn. Een verdeling van de vangstquota die de historische visserijpatronen weerspiegelt, zoals de relatieve stabiliteit, is de sleutel om dit te bereiken. De nieuwe norm moet op de juiste manier worden berekend. We vragen niets meer en niets minder.”

Bron: Belga / Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek