Vlaamse bodems zullen voortaan beoordeeld en gemonitord worden
nieuwsDe Europese Unie heeft voor het eerst een richtlijn aangenomen die de gezondheid van bodems in kaart moet brengen. Het Europees Parlement gaf daarvoor definitief groen licht. Daarmee komt er een gemeenschappelijk kader om de bodemgezondheid in alle lidstaten te beoordelen. De richtlijn focust uitsluitend op het verzamelen van gegevens en legt geen verplichtingen op om bodems actief te herstellen, een uitkomst die voortkwam uit langdurige onderhandelingen.
De Europese Unie wil tegen 2050 alle bodems in goede staat brengen en zo houden in de toekomst. Een nieuwe stap in die richting is de bodemmonitoringswet. Die introduceert voor de allereerste keer een monitorings- en beoordelingskader voor alle bodems in de EU, inclusief een duidelijke definitie van wat een gezonde bodem precies is.
De richtlijn zal lidstaten binnenkort verplichten om de toestand van hun bodems regelmatig te monitoren en te rapporteren. Ze zullen eerst alle bodems moeten beoordelen en categoriseren. Die beoordeling zal gebeuren op basis van allerlei fysische, chemische en biologische kenmerken, die zowel op EU-niveau als nationaal zijn vastgelegd. Daarbij wordt gewerkt volgens het "one out, all out"-principe: als één criterium niet wordt gehaald, geldt de bodem als ongezond. Dit principe is reeds bekend bij de Europese waterkwaliteitsbeoordeling.b
Alleen observeren
Anders dan bij de waterkwaliteitsrichtlijn worden bij de bodem momenteel geen bindende hersteldoelen opgelegd. “De reikwijdte werd door vergaande compromissen beperkt tot voornamelijk het observeren in de plaats van actief herstellen”, aldus het European Environmental Bureau (EEB), een groot Europees netwerk van milieuorganisaties. “Toch is de goedkeuring een mijlpaal. Maar het succes ervan zal afhangen van een grondige implementatie en strikte handhaving. Hoewel de wet niet ambitieus genoeg is, kunnen en moeten de lidstaten verder gaan met de omzetting en implementatie. Indien goed uitgevoerd, kan dit het begin zijn van een reis naar gezonde bodems in Europa.”
Eens de richtlijn in werking is, zullen de lidstaten ook moeten aangeven welke praktijken bijdragen aan duurzaam bodembeheer en welke juist niet, rekening houdend met het type, gebruik en de toestand van de bodem. Ook het monitoren van verontreinigde locaties vallen onder de richtlijn. Lidstaten zullen alle mogelijke vervuilde sites moeten identificeren, registreren en onderzoeken. Bij bevestigde vervuiling zullen de risico’s moeten worden beoordeeld en aangepakt. Met de richtlijn wil de EU ook het ruimtebeslag terugdringen en bodems beter beschermen tegen overmatig gebruik.
Europese leiders vragen flexibiliteit voor klimaatbeleid
Enkele honderden kilometers van Straatsburg, waar de bodemmonitoringswet werd goedgekeurd, vond in Brussel ook een EU-top plaats. Daar bespraken Europese leiders of de Unie zich nog steeds een ambitieus klimaatbeleid kan veroorloven. Centraal stond het nieuwe voorstel van Eurocommissaris van Klimaat Wopke Hoekstra (EVP) om tegen 2040 de uitstoot van broeikasgassen met 90 procent terug te dringen. Europese staatshoofden en regeringsleiders gaven aan dat de doelstelling de concurrentiepositie van de Europese economie zeker niet mag ondermijnen. Ze vroegen ook om bijkomende flankerende maatregelen.
De bezorgdheid over de nieuwe klimaatdoelstellingen past in een bredere dynamiek binnen de EU, waarbij sommige lidstaten terughoudender worden tegenover nieuwe klimaat- en milieuregels. Het enthousiasme voor de Europese groene ambities is minder vanzelfsprekend dan voorheen. Nieuwe voorstellen roepen steeds vaker debat en compromissen op rond pragmatiek en flexibiliteit.
In Brussel vatte voorzitter van de Europese Raad António Costa het sentiment uiteindelijk als samen: “We hebben onze gehechtheid aan het Verdrag van Parijs opnieuw bevestigd, maar beklemtoond dat we pragmatisch en flexibel moeten zijn in onze strategie.”
Bron: Eigen berichtgeving, Belga