Europese en Britse hoofdonderhandelaars praten opnieuw
Hoofdonderhandelaars Michel Barnier en David Frost spraken elkaar dinsdagmiddag opnieuw over de voortzetting van gesprekken over een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, zo heeft de Europese Commissie meegedeeld.
"Ik bevestigde dat de Europese Unie beschikbaar blijft om de onderhandelingen deze week in Londen te intensifiëren, over alle onderwerpen, en op basis van juridische teksten. We wachten nu op de reactie van het Verenigd Koninkrijk", zo tweette Barnier maandag na afloop van het telefonisch onderhoud met Frost.
Barnier en Frost hadden ook maandag al een telefoongesprek, maar dat onderhoud kon de impasse in de onderhandelingen niet doorbreken. Barnier bood een intensifiëring van de gesprekken op basis van juridische teksten aan, maar Londen hapte niet toe. "Het VK blijft vinden dat er geen basis voor een hervatting van de onderhandelingen is zonder fundamentele wijziging van de aanpak van de EU", zo reageerde een woordvoerder van premier Boris Johnson.
De gesprekken over de toekomstige relaties tussen de EU en het VK lopen al maanden bijzonder moeizaam, maar de voorbije dagen kwam er nog meer ruis op de relatie tussen Brussel en Londen te zitten. Vorige week eisten de Europese regeringsleiders op hun top in Brussel dat de Britse regering concessies moest doen om vooruitgang te boeken. Daarop verklaarde Johnson dat het VK zich moest voorbereiden op een "no deal"-scenario. Geen van beide partijen sloot echter formeel de deur voor verdere gesprekken.
Ook na het telefoongesprek op dinsdag ging het partijtje pingpong verder en stuurden beide partijen nieuwe oproepen naar de andere kant van het Kanaal om een stap in hun richting te doen en de gesprekken recht te trekken. "Mijn boodschap: we zouden het beste moeten maken van de weinige tijd die ons nog rest. Onze deur blijft open", tweette Barnier. In Downing Street verluidde dat het gesprek "constructief" was, maar dat "de situatie dezelfde blijft als gisteren".
Nadelig voor Belgische visserij?
"Het compromis zal altijd ten nadele zijn van onze visserijsector, want het zal altijd een inbinding zijn op de vrijheid die er vandaag is." Dat heeft Vlaams minister-president Jan Jambon dinsdag gezegd in een gedachtewisseling in het Vlaams Parlement over de brexit-onderhandelingen.
Bij gebrek aan akkoord kunnen de Vlaamse vissers niet meer aan de Britse kant van het Kanaal terecht, maar ook als er wel een deal uit de bus komt, zal die nadelig zijn voor ons, aldus Jambon. "Het beste akkoord dat we kunnen hebben, is dat bevestigd zou worden wat er vandaag is, maar dat zal het niet zijn", aldus Jambon. "De kwestie is: hoe dicht zitten we daar tegen."
De minister-president verwacht geen deal voor de allerlaatste nacht, zoals het zo vaak gaat bij onderhandelingen. "Ik zeg vandaag niet dat er geen akkoord gaat komen. Ik ga ook zeker niet zeggen dat ik denk dat er wel een akkoord komt. Maar ik denk dat het tot de laatste nacht zal duren, en die is nu echt wel dichtbij. De eerste paar dagen van november kan het nog, en anders is het materieel onmogelijk om die zaken nog geratificeerd te krijgen", aldus Jambon.
De Britten verlieten eind januari de Europese Unie, maar in een overgangsfase tot eind dit jaar blijven ze nog de regels van de douane-unie en de eenheidsmarkt volgen. Zonder handelsakkoord dreigt begin volgend jaar alsnog een zogenaamde harde brexit met douanetarieven en andere bijkomende handelsbarrières. Om de schade te beperken, zouden beide partijen tegen eind oktober, begin november een akkoord moeten bereiken.
Afspraken over de concurrentievoorwaarden, de visserijsector en een arbitragemechanisme vormen de belangrijkste obstakels voor een akkoord. De Europese Unie hecht ook erg aan de integrale uitvoering van het eerder gesloten terugtrekkingsakkoord en de bijhorende afspraken die moeten vermijden dat er fysieke grenscontroles ontstaan op de grens tussen lidstaat Ierland en Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk.
Harde brexit zal voor België tot 3,2 miljard euro exportverlies leiden
Mocht het tot een harde brexit komen, dan zullen de jaarlijkse exportverliezen voor België zowat 3,2 miljard euro bedragen. Dat blijkt uit berekeningen van kredietverzekeraar Euler Hermes. In het geval van een lastminuteakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk zullen de verliezen voor België ongeveer de helft bedragen: bijna 1,6 miljard euro.
De kans op een harde brexit is volgens Euler Hermes aanzienlijk toegenomen en bedraagt volgens de kredietverzekeraar nu 45 procent. Uit de laatste berekeningen van Euler Hermes zou een harde brexit tot 33 miljard euro per jaar aan exportverliezen voor de landen van de Europese Unie kunnen leiden. Duitsland, Nederland, Frankrijk en België zullen de hardst getroffen landen zijn.
De meest getroffen sectoren zijn voor ons land die van transportmiddelen (bij harde brexit: exportverlies van 969 miljoen euro), de chemische sector (409 miljoen euro), kunststoffen (284 miljoen euro), minerale producten (216 miljoen euro) en textiel (207 miljoen euro).
Het Verenigd Koninkrijk zou volgens Euler Hermes in 2021 geconfronteerd kunnen worden met een negatieve bbp-groei van -5 procent, een daling van de export met 15 procent en een inflatie van meer dan 5 procent gedurende ten minste zes maanden, en dat na een reeds dramatisch jaar 2020 voor het Britse bbp (ongeveer -11 pct).
Gezien de sociale, politieke en economische gevolgen van een harde brexit, naast de coronacrisis die in het Verenigd Koninkrijk en in heel Europa voortduurt, verwacht Euler Hermes evenwel een akkoord op het laatste moment.
Bron: Belga / Eigen verslaggeving
