nieuws

Krimp veestapel zal Nederland 1,5 miljard euro en 13.300 arbeidsplaatsen kosten

nieuws

De Nederlandse veestapel zal tussen de 15 en 18 procent kleiner worden tegen 2030. Die kleine veestapel zal de Nederlandse economie 1,5 miljard euro kosten en er kunnen 13.300 arbeidsplaatsen verloren gaan. Dat becijferde ABN Amro naar aanleiding van de Nederlandse aanpak van de stikstofcrisis. Toch verwacht de bank dat de daling van de veestapel ook kansen biedt en de totale impact op de Nederlandse economie beperkt blijft.

Vandaag Griet Lemaire
Lees meer over:
nederlandveeteeltweidemolen

Maatregelen die leiden tot een krimp

Hoewel Nederland nog steeds geen allesomvattend stikstofakkoord heeft, heeft de overheid er toch al verschillende maatregelen goedgekeurd om de stikstofuitstoot door de veestapel te doen dalen. Zo komen 1.500 boeren in aanmerking voor de ‘Landelijke Bedrijfsbeëindiging veehouderijlocaties’. Zij hebben zich al vrijwillig ingeschreven voor deze maatregel en hebben daarop een financieel voorstel ontvangen van de overheid. Enkele maanden na ontvangst van dat voorstel, moeten zij daadwerkelijk de knoop gaan doorhakken of ze hun bedrijf stopzetten of niet.

Daarnaast heeft het Nederlandse landbouwministerie sinds begin dit jaar ook de afroming van dier- en fosfaatrechten flink verhoogd wanneer die worden verhandeld zodat het mestproductieplafond niet wordt overschreden. Gebeurt dat wel, dan moet er een generieke korting op de dier- en fosfaatrechten komen. Volgens ABN Amro zal ook door deze maatregel de veestapel in 2025 en 2026 flink dalen.

Daling van varkensstapel het grootst

Om te bepalen hoeveel de veestapel zal verlagen door de eerder genoemde maatregelen, bekeek ABN Amro de prognoses die de overheid zelf heeft gemaakt en ook de interesse die er in het verleden was voor stopzettingsregelingen. Op basis daarvan verwacht de bank een daling van de veestapel met 15 tot 18 procent. Als de vergelijking wordt gemaakt met 2019, de start van de stikstofcrisis, dan gaat het zelfs om een reductie met 26 procent.

De sterkste daling wordt verwacht bij de varkenshouderij (16%) en pluimvee (13%). Voor de melkveehouderij en de kalverhouderij gaan we uit van een krimp van respectievelijk 8 procent en 11 procent. De daling zou zich het sterkst doorzetten in 2025 en 2026. In de jaren 2027 en 2028 wordt er nog een lichte daling verwacht en de jaren nadien gaat ABN Amro uit van een stabiel aantal varkens en kippen. Het aantal melkkoeien blijft licht daling doordat tien procent afroming bij handel in fosfaatrechten van toepassing blijft. Nieuw beleid zou deze cijfers nog kunnen beïnvloeden.

Domino-effect naar andere sectoren

Maar de krimp van de Nederlandse veehouderij is niet alleen een zorg voor de betrokken veehouders zelf, ook de aanverwante sectoren maken zich er zorgen over. Hoe kunnen zij een overcapaciteit in de zuivelfabriek of in het slachthuis voorkomen? In twee analyses heeft ABN Amro onderzocht hoe de daling van de veestapel in Nederland verder doorwerkt naar andere sectoren: loonwerkers, dierenartsen, bedrijfsadviseurs, machine- en stallenbouwers, veevoedersector, slachterijen, voedingsbedrijven, enz.

Globale impact valt mee, maar lokaal wel grote schade

Een kwantitatieve analyse van ABN Amro bracht aan het licht dat de structurele daling van het bruto binnenlands product kan oplopen tot 1,5 miljard euro per jaar. Ook 13.300 arbeidsplaatsen zouden verloren gaan. “Als we dit in perspectief plaatsen, dan lijkt de impact beperkt”, klinkt het. “Dit staat gelijk aan acht procent van de landbouwsector en slechts 0,15 procent van de hele Nederlandse economie.” Maar die beperkte impact op globaal niveau betekent volgens de bank niet dat de schade voor individuele bedrijven en werknemers niet groot zal zijn. Zeker in gebieden waar er relatief veel stoppers zijn gevestigd wordt veel impact verwacht.

ABN Amro becijferde ook welke sectoren de zwaarste impact zouden ondervinden. Het zwaarst getroffen is de landbouwsector zelf waar de gederfde inkomsten tot 275 miljoen euro kunnen oplopen. De veevoedersector komt op de tweede plaats met 200 miljoen euro. Maar ook de energiesector, machinebouwers en dierenartsen krijgen te maken met gederfde inkomsten die kunnen oplopen tot respectievelijk 60, 20 en 15 miljoen euro.

Verderop in de keten krijgt de voedingsindustrie te maken met een daling van het aanbod aan zuivel, vlees en eieren. Bedrijven kunnen in theorie wel inspelen op veranderingen in de Nederlandse veehouderijsector om zo de economische schade te beperken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het aankopen over de grens of zich specialiseren in premium producten. Maar omdat de sterke daling vrij abrupt komt, zullen de aanpassingsmogelijkheden beperkt zijn. De Nederlandse bank wil later dit jaar naar buiten komen met een verdiepende analyse over de impact op de voedingsindustrie.

Niet alleen verliezers, maar ook winnaars

ABN Amro ziet ook kansen in de kleinere veestapel voor de Nederlandse economie. De bank becijferde die niet, maar beschrijft ze wel. Zo kan door een daling van de veestapel het vergunningsverleningsproces terug vlot getrokken worden als de natuur voldoende ruimte krijgt om te herstellen en de stikstofuitstoot daalt onder de voorziene normen. “Op die manier ontstaat ruimte voor nieuwe economische activiteiten elders in de economie. Maar we moeten beseffen dat het nog jaren kan duren vooraleer dat punt wordt bereikt”, luidt het.

Ook de vrijgekomen ruimte op het energienet en aanbod van arbeid kan elders in de economie worden ingezet waardoor schade kan beperkt worden. Daarnaast komt er ook grasland vrij extensivering van de resterende veebedrijven of voor akkerbouw. “Stel dat de helft van de vrijgekomen landbouwgronden wordt omgezet naar akkerbouw, dan betreft dat grofweg 10.000 hectare.11 Dit staat gelijk aan een stijging van 1,7 procent van het huidige akkerbouw-areaal in Nederland”, aldus ABN Amro.

Om die reden gaat de bank ervan uit dat de becijferde negatieve effecten op de Nederlandse welvaart grotendeels gecompenseerd kunnen worden door nieuwe economische activiteiten. “Dit betekent echter niet dat in de veehouderij en aanverwante sectoren geen economische schade wordt geleden. Het verbouwen van de economie levert immers altijd zowel winnaars als verliezers op”, besluit ABN Amro.

Ook voor Vlaanderen weegt impact zwaar door

Sinds 2024 is in Vlaanderen het stikstofdecreet in voege. Het was een zwaar onderhandeld akkoord, maar de Vlaamse regering liet op geen enkel moment een impactanalyse uitvoeren over het uitgestippelde beleid. Volgens de verschillende ketenpartners zouden één op drie jobs en 30 procent van de bijdrage aan het bruto binnenlands product van de dierlijke agrovoedingsketen verloren gaan. Die keten stelt 60.000 mensen tewerk en staat garant voor een omzet van 38,5 miljard euro. Daarnaast maakten verschillende sectoren ook een sectorspecifieke analyse.

Naar meer consolidaties in de veevoedersector

De Belgian Feed Association (BFA), dat de belangen van de Belgische veevoederbedrijven behartigt, gaf geen exact cijfer voor de economische schade van de krimp van de veestapel voor de veevoederbedrijven. Het liet wel weten dat een daling van de varkensstapel van 30 procent, zoals voorzien in het stikstofdecreet, ook een directe daling van de varkensvoederproductie met 30 procent met zich mee zou brengen. Van de ruim zeven miljoen ton veevoederproductie in België is ongeveer de helft bestemd voor de varkenssector. Dertig procent daarvan is één miljoen ton. Er zouden ook 570 arbeidsplaatsen verbonden zijn aan de varkensvoederproductie.

“Dat is een aanzienlijke markt die wegvalt, want er zijn geen alternatieven voorhanden”, zei directeur Katrien D’hooghe in maart 2022. “Sommige bedrijven zullen het hierdoor moeilijk krijgen om op de been te blijven.” BFA voorspelde een grotere concurrentieslag tussen veevoederbedrijven, ook van Nederlandse bedrijven die al enige tijd op de Vlaamse deur kloppen. Intussen is de consolidatie onvermijdelijk aan de gang. Begin deze maand werd het familiebedrijf Voeders Huys, een grotere speler in ons land, nog overgenomen het Nederlandse De Heus.

Half miljard schade voor slachthuizen en uitsnijderijen

FEBEV, de federatie van het Belgisch vlees, maakte wel een volledig kostenplaatje op voor de slachthuizen en uitsnijderijen. Ook in maart 2022 klonk het dat het stikstofakkoord de sector ruim een half miljard euro zou kosten door onder meer een daling van de omzet, werkloosheidsvergoedingen, leegstand van infrastructuur.

Het zwaarst getroffen worden de slachthuizen en uitsnijderijen die actief zijn in de varkenssector. Een daling van de varkensstapel met tien procent zou volgens FEBEV schade berokkenen aan zijn leden die oploopt van 187 miljoen euro tot 237 miljoen euro. Als dat lineair doorgetrokken wordt, dan gaat het om een totale inkomstenderving van 560 miljoen euro tot 710 miljoen euro bij een daling van de varkensstapel met 30 procent. FEBEV verwacht dat drie varkensslachthuizen in dat scenario de deuren zouden moeten sluiten. Voor de vleesveesector zou de schade oplopen van 83,5 tot 128,5 miljoen euro.

15 tot 20 procent minder melk

Tot slot maakte ook de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) een berekening. Het verwacht dat de melkplas door het stikstofakkoord met 15 tot 20 procent zal inkrimpen, oftewel een daling van de melkplas met 450 tot 600 miljoen liter. Daardoor zouden 725 tot 1.100 jobs in de zuivelindustrie verloren gaan en de omzet van de sector zou met 600 tot 800 miljoen euro dalen. Bovendien zou dit ervoor zorgen dat de Belgische zelfvoorzieningsgraad voor zuivel onder de 100 procent zou vallen waardoor ook de internationale concurrentiepositie van de Belgische zuivelbedrijven zou afnemen.

BCZ: “Stikstofakkoord leidt tot 20 procent minder melk”
Uitgelicht
Het huidige stikstofakkoord heeft desastreuze gevolgen voor de zuivelindustrie. Dat stelt Renaat Debergh van zuivelfederatie BCZ tijdens de openingsdag van de landbouwbeurs Ag...
20 mei 2022 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek