Interesse van stallenbouwers in erkenning emissiereducerende technieken voorlopig lauw
nieuwsDe interesse van Vlaamse stallenbouwers om emissiereducerende staltechnieken te laten erkennen, is voorlopig beperkt. Volgens Fedagrim is dat onder meer het gevolg van onzekerheid over meetmethodes en de complexe aanvraagprocedures. De Vlaamse stallenbouwers vragen dat er ook snel werk wordt gemaakt van de ‘fastlane’ procedure en een proefstalregeling, zoals in het stikstofakkoord van maart werd beloofd.
Vorige week organiseerden Fedagrim, de federatie voor landbouw- en tuinmechanisatie, en Vemis, het consortium kennisopbouw luchtemissies in de veehouderij, een toelichting over de aanvraag tot erkenning van emissiereductiesystemen. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) verleende haar medewerking aan deze infosessie over de vernieuwde aanvraagprocedure die in totaal een 65-tal geïnteresseerden wist te lokken. Deze emissiereductiesystemen moeten voor landbouwers een technologische oplossing bieden om de stikstofuitstoot van hun veestapel terug te dringen.
Vernieuwingen in aanvraagprocedure
Eerst en vooral zorgt deze vernieuwde aanvraagprocedure voor een aantal belangrijke vernieuwingen. “Voorafgaand kunnen de aanvragers de verificatie van een meetplan aanvragen. Hierdoor kunnen ze meteen feedback ontvangen vooraleer de metingen van start gaan”, vertelt Hans Verstreken van Fedagrim. “Deze stap helpt om nutteloze metingen te vermijden en de aanvrager te helpen bij de evaluatie van de meetmethoden.” Dat draagt volgens Fedagrim bij aan een effectieve implementatie van emissiereductiesystemen.
De nieuwe procedure maakt het ook mogelijk om aanvragen per diercategorie in te dienen. Op die manier kunnen aanvragers specifieke en gedetailleerde informatie over de toegepaste emissiereductietechnieken in verschillende categorieën verduidelijken waardoor het Wetenschappelijk Comité luchtemissies Veeteelt (WeComV) een beter beeld kan krijgen van de werking van de systemen binnen elke diercategorie. Dat kan het comité helpen bij de beoordeling van de technieken.
Een andere opvallende vernieuwing in de aanvraagprocedure is dat nieuwe technieken altijd op naam van een fabrikant moeten worden geregistreerd. “Dit zorgt voor transparantie en traceerbaarheid van de geïmplementeerde technologieën”, meent Fedagrim. “Door het vastleggen van de gegevens van de fabrikant kunnen andere fabrikanten de ingediende systemen niet zomaar overnemen.”
Fastlane en proefstalregeling blijven achterwege
Toch konden deze vernieuwingen de aanwezigen op de informatiesessie niet echt overtuigen. Na afloop bleef de interesse lauw. Het is vooral de onzekerheid over meetmethodes en de complexe aanvraagprocedure die dat in de hand werkt. Maar ook zijn er weinig incentives voor producenten van staltechnieken om onderzoek en ontwikkeling of metingen te doen. “Dat werkt een afwachtende houding in de hand”, vertelt Verstreken. Dat wordt ook bevestigd door Jeroen Decock van Cobefa. “Ik heb één techniek in aanvraag met metingen uit 2022. Vooraleer ik nog extra middelen of tijd investeer, wacht ik eerst af hoe die geëvalueerd zullen worden”, getuigt hij.
Zonder een proefstalregeling kunnen nieuwe systemen in Vlaanderen nooit een vergunning krijgen
Ook het ontbreken van twee belangrijke elementen in de procedures zorgen voor aarzeling. “Zo is de zogenaamde ‘fastlane’-procedure nog volledig afwezig”, zegt Verstreken. In het stikstofakkoord van maart staat dat er een versnelde procedure zou komen voor emissiereducerende technieken die in het buitenland zijn erkend. “Die fastlane moet uitgewerkt worden door het administratief team en WeComV, maar na acht maanden wachten zijn er nog steeds geen stappen gezet.”
Daarnaast is er ook nog steeds geen zicht op een proefstalregeling in de vernieuwde regelgeving. “De nieuwe procedure richt zich op de beoordeling van de effectiviteit van de systemen op basis van gedetailleerde informatie en gegevensverzameling. Zonder een proefstalregeling kunnen nieuwe systemen in Vlaanderen nooit een vergunning krijgen”, bepleit Fedagrim dat hierover een brief heeft gestuurd naar de bevoegde ministers Jo Brouns (cd&v) en Zuhal Demir (N-VA).
“Met de invoering van deze nieuwe procedure streeft Fedagrim ernaar om de implementatie van emissiereductiesystemen te optimaliseren en een effectieve aanpak te bieden voor het verminderen van de stikstofdepositie”, verduidelijkt Verstreken. “We moeten echter vaststellen dat de vooropgestelde timing in het akkoord in de praktijk niet haalbaar is. We pleiten dan ook voor een realistisch tijdskader om het PAS-akkoord uit te voeren.”
Bron: Eigen berichtgeving