Reportage

Melkveehouders rekenen op grondenruil voor voortbestaan: "Het was opschalen of verdwijnen, nu omgekeerd"

Reportage

Opschalen of verdwijnen, dat was de mantra waaronder melkveehouders Franky Broché (43) en Inge Van Leirberghe (46) hun bedrijf meer dan tien jaar geleden hebben opgeschaald naar 120 melkkoeien. Vandaag duwt het beleid hen om de gedane investeringen om te keren. 20 hectare van hun akkers en permanente graslanden bestemd voor veevoeder, worden omgevormd tot natuurgebied. Een switch die het einde zou betekenen van hun bedrijf, ware het niet dat stad Gent tegemoet komt met flankerende maatregelen. Met behulp van publieke OCMW-gronden, kan de familie Broché alsnog blijven boeren, maar de onzekerheid blijft knagen. 

15 juli 2024 Ruben De Keyzer
Broché

Nog tot en met 29 september loopt in het Gentse stadsmuseum STAM de expo 'Gentse Gronden'. In samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) brengt deze tentoonstelling recent en aankomend onderzoek rond publiek grondbezit onder de aandacht. Een studie die niet enkel leunt op cijfers, artefacten en kaarten, maar ook op mensen van vlees en bloed. VILT bezoekt de pachtende boeren die meewerkten aan de expo.

Al vijf generaties boert de familie Broché in Zwijnaarde, bij Gent. Franky is getrouwd met Inge, wiens vader Raf melkvee hield in de Assels, ‘het eilandje’ in Drongen. Een bedrijf met 100 dieren, dat zijn melkcontract met Campina zag afspringen door een te kleinschalige werking. “Raf had 25 koeien en 75 stuks vleesvee”, zegt Franky. “In 2015 kreeg hij een brief van Campina, om de samenwerking stop te zetten met zes maanden opzeg. Hij leverde hun een leven lang melk, maar nu bleek dit te weinig om de kosten van het transport nog te vergoeden. Op de valreep van zijn pensioen heeft hij zijn melktak volledig moeten stopzetten.” 

Opschalen of verdwijnen 

Franky en Inge, wiens bedrijf volledig steunt op melkvee, besloten op te schalen. Ze zetten een nieuwe stal met ruimte voor 120 melkkoeien. 480 magen die gevuld moesten worden, dus, wat betekende dat ook het areaal van de melkveehouders moest uitbreiden. De 20 hectare van vader Raf, kwamen hier goed van pas. De gronden, waarvan slechts een klein deel effectief in Rafs bezit was, werden samen met de pachtcontracten door de nieuwe generatie overgenomen. 

In 2017 kregen ook Franky en Inge een brief in de bus. Niet van Campina, wel van stad Gent. “Het eilandje zou natuurgebied worden”, zegt Franky. “En daarbij dus ook de 20 hectare, die we nu dus nodig hadden. Een donderslag bij heldere hemel.” 

melkkoeien - Ruben De Keyzer

Te romantisch 

Het koppel ging meteen in overleg met het stadsbestuur. De boeren zagen het niet realistisch dat hun bedrijf van 50 hectare in totaal, een knip van 20 hectare zou overleven. De boeren stootten hier en daar op onbegrip. “Men zei ons dat we de niet-bemestte, verschraalde graslanden in deze gebieden nog steeds mochten gebruiken om onze runderen te voeden. ‘Gras is gras’, leek het idee. We hebben hen duidelijk moeten maken dat niet alle gras gelijk is. Een koe die droog staat, kan je daar inderdaad mee voeden. Maar onze melkkoeien hebben voedzamer gras nodig.” 

“Men lijkt ons nu eerder richting een korteketenverhaal te willen duwen. ‘Verbreding’ is het sleutelwoord. Minder dieren en bijvoorbeeld een hoevewinkel openen, of yoghurt maken. Het Gentse stadsbestuur ziet het allemaal heel romantisch. Idealistisch. Maar we kunnen niet allemáál een hoevewinkel openen, er is er al een in de buurt. En onze grote stallen staan er nu. Die investering kunnen we niet ongedaan maken.” 

Pachters onzeker 

Een tweede gevolg van de bestemmingswijziging was dat de eigenaars van de verpachte gronden plots geconfronteerd werden met een waardevermindering. “En dat brengt ook ons in de onzekerheid”, zegt Franky. “Want als nu een natuurorganisatie deze eigenaars aanbiedt om de gronden te kopen, is voor hen de verleiding erg groot om daarop in te gaan. Zeker wanneer deze organisaties beschikken over geldbedragen die wij onmogelijk kunnen matchen.” 

Eén hectare werd vrij snel verkocht. Bij de overige negentien, blijft de toekomt onzeker. Na overleg met stad Gent werd dan toch een compromis gevonden. “Er werd ons ruilgrond aangeboden in Nazareth”, zegt Franky. “Acht hectare pachtvrije OCMW-grond, akkerland. Natuurlijk zijn we daar dankbaar voor, maar er is ook een keerzijde. Het contract loopt tot aan mijn pensioen, maar daarna stopt het. Er is dus geen garantie dat mijn zoon Ruben er gebruik van zal kunnen maken als hij het bedrijf overneemt.” 

Kleine boeren weggejaagd 

Indien de overige hectaren in het gedrang komen, zou stad Gent ook daar een oplossing voorzien. “Een belofte die leunt op wederzijds vertrouwen”, zegt Inge. “Maar 100 procent zeker ben je natuurlijk nooit. En met de gronden die we mogen gebruiken in Nazareth, maken we ons niet populair bij collega-boeren. Want op de acht hectare die we in ruil hebben gekregen, zaten andere, kleinschalige landbouwers die zijn moeten vertrekken.” 

“Stad Gent profileert zich er sterk op dat ze hun best doen om een oplossing te vinden, dus we lijken al snel ondankbaar als we ons beklag doen”, zegt Raf nog. “Maar het is niet ideaal.” 

Dat het netto landbouwareaal in Vlaanderen blijft verkleinen, baart het melkveekoppel veel zorgen. “Het is zo jammer dat de landbouw niet meer gewaardeerd wordt, terwijl het gaat om voeding. Basisproducten”, zegt Inge. 

melkvee broché 2

Problemen voeden 

“We zijn vijfde generatie, en ik ben de laatste”, zegt Franky. “Mijn zoon Ruben wil naar de landbouwschool, maar we kunnen dat niet toelaten. Wat zijn de toekomstperspectieven nog? Wie zal binnen de 20 jaar nog landbouwer zijn? Haast niemand, als ik naar de omgeving kijk. Gent, en vele andere steden, voeden het probleem alleen maar door hun gronden te verkopen.” 

“Er is heel veel onwetendheid over de landbouwsector”, zegt Franky. “En onbegrip. We worden vaak gezien alsof we beulen zijn voor de natuur. Terwijl we vele ecologische maatregelen die nu worden opgelegd, zoals het faunavriendelijk maaien van binnen naar buiten, ook vroeger ook al deden. Toch zien we hoe, zeker de nieuwe generaties, anti-landbouw lijken te zijn geworden. Mensen die bijvoorbeeld beklagen dat onze koeien op stal zitten bij ‘prachtig weer’. Maar de stallen staan open, de koeien kiezen zélf om binnen te blijven. Ze kunnen slechts temperaturen tot 25 graden verdragen, ze willen niet de hele dag in de zon.” 

Te streng 

De hervormingen in de sector gaan volgens Franky hier en daar te ver, al wil hij de noodzaak van de milieuhervormingen niet minimaliseren. “Vroeger waren er te weinig regels, en hebben sommige landbouwers zaken gedaan die eigenlijk niet door de beugel kunnen. Maar vandaag zijn we meer bezig met paperassen en administratie dan iets anders. Probeer maar eens een boer van de vorige generatie duidelijk te maken dat je drie tot vijf meter van je kanten niet mag bewerken. Ze verklaren je voor gek.” 

Een te strenge milieuwetgeving, heeft volgens boer Franky een averechts effect. “We zijn kampioenen in het klimaatvriendelijk produceren van melk”, klinkt het nog. “We moeten heel goed nadenken over hoe we met de landbouwsector omgaan. Want als wij het niet doen, dan doet een ander het. En de regels zijn lang niet overal zo streng als in Vlaanderen.” 

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek