Landbouwvooruitzichten tot 2035: kijk mee in de glazen bol van de EU

De Europese Commissie heeft haar vooruitzichten tot 2035 van de landbouwmarkt- en inkomens in de EU gepubliceerd. Volgens de Commissie zal in de komende tien jaar de klimaatverandering, consumentenvraag en de veranderende structuur van de landbouwsector de toekomst van de landbouw in de EU veranderen, ervan uitgaande dat het huidig beleidskader ongewijzigd blijft.

29 december 2023  – Laatst bijgewerkt om 3 januari 2024 16:55 Jozefien Verstraete
Lees meer over:

Volgens de EU zal de voornaamste moeilijkheid voor de landbouwsector de klimaatverandering zijn en de gevolgen ervan voor belangrijke natuurlijke hulpbronnen zoals water en een vruchtbare bodem. Gezien de voorspellingen voor vaker voorkomende droogtes en minder effectieve regenval, zal de waterschaarste in de EU tegen 2030 waarschijnlijk niet zijn afgenomen.

Bijgevolg kan een toenemende concurrentie voor water en een frequentere beperking van het watergebruik worden verwacht. De klimaatverandering zal ook zorgen voor een verschuiving van agroklimatologische zones naar het noorden, wat gevolgen zou hebben voor de teeltpatronen. De klimaatverandering zet de groei van de landbouwproductiviteit onder druk en kan volgens de EU leiden tot een lagere opbrengstgroei. “Aan de andere kant heeft de toenemende omvang van landbouwbedrijven de productiviteitsgroei reeds positief bevorderd”, luidt het rapport met de vooruitzichten in. “Deze trend zal waarschijnlijk doorzetten, hoewel in een lager tempo dan in de afgelopen jaren.” Volgens de voorspelde trends zal de EU een netto-exporteur blijven en daarmee bijdragen aan de wereldwijde voedselzekerheid.

Andere eetgewoontes

Gezondheids- en milieuoverwegingen zijn de belangrijkste drijfveren voor dieetveranderingen. Zo volgen steeds meer EU-consumenten een 'flexitarisch' dieet (30% in 2021), waarbij vlees en vis af en toe vervangen wordt door plantaardige alternatieven. Dit is een hoger percentage dan dat van veganisten en vegetariërs (samen 7%). De consumptie van plantaardige alternatieven is sinds 2011 vervijfvoudigd en zal waarschijnlijk verder toenemen. “Hoewel deze producten de smaak en consistentie van dierlijke producten niet volledig evenaren, zijn consumenten nog steeds bereid om hun eiwitkeuze te diversifiëren”, stelt het rapport. Ondanks de sterke groei van plantaardige alternatieven wordt verwacht dat dierlijke proteïne in de toekomst de dominante bron van geconsumeerde proteïne in de EU zal blijven (ongeveer 60%). De consumptie van zuivelproducten zal naar verwachting stabiliseren. Men verwacht een daling van consumptiemelk maar wel een uitbreiding van nieuwe gebruiksmogelijkheden van zuivelproducten.

Naast het GLB kan onder meer ook digitalisering, automatisering en plantenveredeling de EU-landbouwers helpen om zich aan te passen aan nieuwe marktomstandigheden en te voldoen aan de veranderende eisen van de consument

Europese Comissie

Sectorstructuur

Hoewel de omvang van het landbouwareaal in de EU tussen 2005 en 2020 vrij stabiel is gebleven, is het aantal landbouwbedrijven met 4,6 miljoen afgenomen. In 2020 bleven er slechts 9,1 miljoen landbouwbedrijven over. Binnenin de Europese Unie zijn er aanzienlijke verschillen tussen de soorten landbouwbedrijven. Zo heeft Roemenië één van de grootste aandelen landbouwareaal (23%) in de EU dat wordt beheerd door 2,9 miljoen kleine bedrijven (onder de 5 ha), dit is een derde van alle EU-landbouwbedrijven. In contrast hiermee staan Tsjechië en Slowakije waar ongeveer 93 procent van het landbouwareaal dan weer wordt beheerd door grote boerderijen (meer dan 100 ha), wat overeenkomt met respectievelijk 13 en 17 procent van alle EU-boerderijen.

Volgens de EU heeft de toenemende omvang van landbouwbedrijven de groei van de productiviteit door de jaren heen reeds bevorderd. Deze trend zal waarschijnlijk doorzetten, hoewel in een lager tempo dan in de afgelopen jaren.

Wat betreft het beheer van boerderijen, is meer dan 93 procent van de boerderijen geclassificeerd als familiebedrijf. Tegelijkertijd blijven jonge boeren onder de 35 jaar schaars, zij maakten slechts 6,5 procent uit van alle landbouwers in 2020. De meeste landbouwbedrijfsleiders zijn mannen, ook al neemt het aandeel vrouwen in de landbouw gestaag toe tot 32 procent in 2020.

Het aantal arbeidskrachten zal naar alle waarschijnlijkheid blijven dalen door de geringe aantrekkelijkheid van de sector en de variabiliteit van de winsten. “Ondanks de vele natuurlijke of opgelegde beperkingen kan de productiviteit nog enigszins worden verhoogd door mechanisering en automatisering”, aldus het rapport.

GLB

De voorspelde trends van de EU bevestigen ook dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van cruciaal belang zal blijven om landbouwers te ondersteunen bij de overgang naar duurzamere landbouwproductiesystemen, om veerkrachtiger en concurrentiëler te worden en om tegelijkertijd hun functies als voedselproducent en landbeheerder te vervullen. “Naast het GLB kan onder meer ook innovatie zoals digitalisering, automatisering en plantenveredeling de EU-landbouwers helpen om zich aan te passen aan nieuwe marktomstandigheden en te voldoen aan de veranderende eisen van de samenleving en consument”, aldus de EU.

tarwe-graan-jongeboeren-akker-1250

Grond

De hoeveelheid landbouw- en bosgrond in de EU zal naar verwachting ongewijzigd blijven op middellange termijn (2035), wel zullen er verschuivingen zijn in de soorten landbouwgrond. Zo zal er meer land braak komen te liggen als gevolg van strengere regelgeving. Blijvend grasland en voederareaal zullen wellicht amper afnemen als gevolg van de verwachte extensivering van de dierlijke productie.

Binnen akkerbouwgewassen worden verschuivingen in landgebruik verwacht van granen naar sojabonen en peulvruchten. Dat is het gevolg van de verwachte lagere vraag naar graan voor diervoeder en beleidsmatige stimulansen om een toename van plantaardige eiwitten te ondersteunen. De hoeveelheid landbouwgrond die wordt gebruikt voor blijvende teelten zal waarschijnlijk ook ongewijzigd blijven, waarbij oudere plantages worden vervangen door nieuwe en efficiëntere.

Akkerbouwgewassen: granen en suikerbieten

Ondanks de klimaatverandering en de beperkte beschikbaarheid van landbouwproductiemiddelen zoals gewasbeschermingsmiddelen, zal de opbrengst van granen en oliehoudende zaden naar verwachting stabiel blijven. Deze stabiele opbrengst zal het resultaat zijn van ontwikkelingen in de sector die op korte termijn toepasbaar zijn zoals precisielandbouw, meer vruchtwisseling en betere bodemgezondheid. Tarwe en maïs zullen de belangrijkste granen blijven in de totale graanproductie. De productie van peulvruchten en sojabonen zal toenemen, ondersteund door het EU-beleid ten gunste van eiwithoudende gewassen en de toenemende behoefte aan plantaardige eiwitten. Dit zal waarschijnlijk leiden tot een algehele vermindering van import van oliezaden en eiwithoudende gewassen.

De productie van suikerbieten zal langzaam afnemen in de EU. Ook de Europese suikerconsumptie zal tussen nu en 2035 naar verwachting afnemen doordat consumenten overstappen op een dieet met minder suiker. Hoewel de EU een netto-importeur van suiker zal blijven, zal haar afhankelijkheid van invoer waarschijnlijk afnemen.

Graanstatistiek
suikerstatistiek

Zuivel

“Ondanks aanzienlijke uitdagingen heeft de melk- en zuivelsector in de EU de afgelopen jaren een opmerkelijke veerkracht getoond”, aldus de EU. “De melkproductiviteit in de EU zou de komende jaren moeten blijven stijgen met hoge kwaliteits- en duurzaamheidsnormen die voor meer toegevoegde waarde in de sector zorgen, zij het langzamer dan in het verleden.” Veel factoren uit het verleden hebben geleid tot een zeer gespecialiseerde en efficiënte EU-zuivelproductiesysteem, maar bereikt nu een keerpunt en is op weg naar nog meer duurzaamheid. Nationale en Europese milieubeleidsmaatregelen die al van kracht zijn, zullen leiden tot een afname van de melkveestapel waardoor de melkproductie in de EU licht zou kunnen dalen tegen 2035. De productie van consumptiemelk en vollemelkpoeder zal ook verder dalen. Desondanks zal de productie van sommige zuivelproducten naar verwachting wel nog steeds toenemen zoals kaas, wei en mageremelkpoeder, zij het ook in een trager tempo dan in het verleden.

Melk
melk 2

Deze ontwikkelingen worden ondersteund door zowel een positieve binnenlandse als mondiale vraag. Er wordt verwacht dat de consumptie van zuivelproducten per hoofd van de bevolking in de EU stabiel zal blijven. Er wordt ook verwacht dat de EU-prijzen voor rauwe melk in 2035 ruim boven het niveau van vóór 2022 zullen liggen.

Het voorbije decennium behield de EU haar positie als toonaangevende zuivelexporteur ter wereld en zal het ook in nabije toekomst de grootste ter wereld blijven. De groei van de wereldwijde melkproductie zal in hetzelfde tempo stijgen als in de afgelopen tien jaar (1,6% per jaar). Hoewel de EU aanzienlijk heeft bijgedragen aan deze groei in het verleden, zal de toekomstige stijging van de wereldwijde melkproductie waarschijnlijk worden aangedreven door andere landen en regio's die inspanningen doen om meer zelfvoorzienend te worden. Zo wordt verwacht dat Zuidoost-Aziatische en Noord-Afrikaanse landen hun melkproductie tegen 2035 met ongeveer drie procent per jaar zullen verhogen.

Pluimvee, runderen en varkens

Wat vleeswaren betreft, zou pluimvee op middellange termijn kunnen blijven profiteren van een goedkopere prijs en een relatief gezonder imago dan rund- en varkensvlees. Samen met verdere exportmogelijkheden zou dit de productie tussen nu en 2035 omhoog kunnen stuwen, zij het met een lager jaarlijks groeipercentage dan in het afgelopen decennium. Vanwege de milieuwetgeving is uitbreiding misschien alleen mogelijk in bepaalde EU-regio's. Vogelgriep zal ook een uitdaging blijven vormen voor de sector. Naar verwachting zal het aviaire influenza in de toekomst het hele jaar door voorkomen.

“De rundvleesconsumptie in de EU blijft onder druk staan door de hoge prijzen en de bezorgdheid over de duurzaamheid en gezondheid van de consument”, luidt het EU-rapport. In combinatie met een lage winstgevendheid en strengere milieu- en klimaatregelgeving, zal dit naar verwachting leiden tot een verdere daling van de productie tegen 2035.

Inkomenssteun en milieuregelingen in het kader van het nieuwe GLB zullen samen met relatief goede prijsvooruitzichten, deze trend helpen afremmen maar niet omkeren. De dalende productie in de EU kan ertoe bijdragen dat de rundvleesprijzen op een hoger niveau blijven dan in het verleden. Hoewel de export van rundvlees uit de EU langzaam zal blijven groeien, zal de uitvoer van levende runderen naar verwachting geleidelijk dalen als gevolg van de toegenomen concurrentie en de bestaande bezorgdheid over het vervoer over lange afstanden.

Net zoals de rundvleesconsumptie staat ook de consumptie van varkensvlees onder druk en zal het naar verwachting afnemen op middellange termijn. Intensieve varkensvleesproductiesystemen zullen waarschijnlijk nog meer maatschappelijke kritiek te verduren krijgen. Als gevolg van een herstel van de varkensvleesproductie in Aziatische landen, zal de Europese uitvoer waarschijnlijk dalen. De invoer zal waarschijnlijk laag en stabiel blijven. De varkensvleesprijzen zouden net als de rundvleesprijzen hoger komen te liggen in de toekomst.

Eustatistiek
Eustatistiek 2
Eustatistiek3

Er wordt tussen nu en 2035 een opwaartse trend van de totale landbouwproductiewaarde verwacht

Europese Commissie

Tomaten en fruit

De productie van onder meer appels en tomaten zal te maken krijgen met uitdagingen zoals extreme weersomstandigheden, stijgende energiekosten, beperkingen op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en uitbraken van plagen. Hierdoor is er een kans dat de appelsector in de EU aan concurrentiekracht zal moeten inboeten en het areaal zal inkrimpen. Tegelijkertijd zou de consumptie van appels kunnen toenemen als gevolg van de consumentenvoorkeur om meer fruit te eten. Polen en Italië zullen naar verwachting relatief concurrerend blijven op de internationale markt en zo ook de belangrijkste EU-appelexporteurs blijven. De twee landen zouden volgens de EU hun netto-uitvoer van appels zelfs nog kunnen verhogen.

De consumentenvoorkeur voor tomaten zal waarschijnlijk verder evolueren naar kleinere ‘snack'-variëteiten. Deze tomatentypes hebben echter een lagere productieopbrengst, waardoor de totale tomatenconsumptievolumes zullen afnemen. Energiekosten zullen een extra beperkende factor zijn voor de productie-ontwikkeling van verse tomaten in sommige EU-landen zoals Nederland. Nieuwe investeringen in Spanje en Portugal kunnen dan weer leiden tot hogere tomatenopbrengsten en een groter areaal voor de teelt van verwerkte tomaten. Naar verwachting zal de EU een sterke netto-importeur van verse tomaten blijven en een netto-exporteur van verwerkte tomaten.

Inkomen

Op basis van de productietrend en de daarmee samenhangende prijsontwikkelingen wordt tussen nu en 2035 een opwaartse trend van de totale landbouwproductiewaarde verwacht. Tegelijkertijd zullen ook de productiekosten verder stijgen. Ondanks de verwachte vermindering van het aantal dieren, zal diervoeder de grootste kostenpost blijven: 36 procent van de totale kosten. Andere kosten zoals adviesdiensten, dierenartskosten zullen naar verwachting ook stijgen en zullen in 2035 waarschijnlijk ook 36 procent bedragen van de totaalkost. Door de veronderstelde hogere energie- en meststofprijzen zou hun aandeel in de totale kosten kunnen groeien tot respectievelijk 14 procent en 10 procent.

Door de inputkosten af te trekken van de productiewaarde, berekende de EU dat de toegevoegde waarde die door de landbouw zal worden gegenereerd tussen 2023 en 2035 naar verwachting met één procent per jaar zal stijgen. Ook het nominale landbouwinkomen zou volgens de EU stijgen in die periode, met 0,8 procent per jaar. Echter hangen deze voorspelde productiewaarde, kosten en inkomensmarges in de toekomst erg af van de inflatieontwikkelingen en het concurrentieniveau van de EU ten opzichte van de wereldmarkten.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek