nieuws

Klimaatscans wijzen boeren de weg: eficiëntie en goed veemanagement drukken klimaatimpact melk

nieuws

Melkveebedrijven die efficiënt voederen, een hoge melkproductie per koe bereiken en hun vee en jongvee goed managen, hebben de laagste klimaatimpact. Wanneer die bedrijven jaarlijks hun impact laten berekenen en systematisch bijsturen, dan slagen ze er bovendien in een continue daling te realiseren. Dat concludeert ILVO uit een grondige analyse van 55 klimaatscans die tussen 2021 en 2023 zijn afgenomen bij 320 melkveehouders.

Vandaag Griet Lemaire
klimrek klimaat melkkoeien bis

De klimaatscans werden afgenomen in het kader van KLIMREK-project (Klimaatmaatregelen met Economische Kansen op het landbouwbedrijf). Het onderzoek wordt gecoördineerd door ILVO en Boerenbond en MilkBE, de brancheorganisatie voor de zuivelsector, zijn partner in het project. Drie jaar lang brachten opgeleide klimaatconsulenten door middel van een digitale rekentool de klimaatinspanningen van melkveehouders in kaart.

Gemiddeld één kilo broeikasgassen per liter melk

Uit dat onderzoek blijkt nu dat er per productie van één liter melk in Vlaanderen gemiddeld één kilo aan broeikasgassen vrijkomt. Al zit achter dat gemiddelde wel een grote variatie tussen de bedrijven, want de klimaatimpact van 0,64 tot 1,76 kilogram CO2-equivalenten per kilo melk. ILVO ging op zoek naar verklaringen voor die variatie en kwam tot een aantal opvallende conclusies.

Bedrijven met een hogere melkproductie per koe realiseren over het algemeen een lagere klimaatimpact per kilogram melk. “Dit wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de emissies over een groter productievolume, maar toch is dat niet het enige”, aldus ILVO.

Schaalgrootte speelt geen rol

Intensivering van de productie op zich is volgens de onderzoekers geen afdoende klimaatmaatregel en ook schaalgrootte in de zin van meer koeien per bedrijf is dat ook niet. “Analyse van de verschillen tussen de best en de slechtst scorende bedrijven, toont aan dat het aantal koeien, schaalgrootte dus, geen rol speelt. Hoewel erg kleine bedrijven eerder slecht presteren, zitten in de topgroep ook bedrijven met minder koeien dan de bedrijven in de middelmoot”, klinkt het.

Waar zit het verschil dan wel? “We zien dat bedrijven die hun hoge melkproductie bereiken door in te zetten op efficiënt voederen en veel aandacht hebben voor diergezondheid, zeker bij de opfok van de kalveren, maar ook daarna, over het algemeen het best scoren”, vertelt Veerle Van linden, coördinator van het KLIMREK-project.

landbouwer Ben Versteynen klimrek_ILVO bis

Efficiënt (jong)veemanagement

Wanneer bedrijven een lagere afkalfleeftijd en een lager vervangingspercentage aanhouden, kunnen ervoor zorgen dat ze minder jongvee moeten aanhouden, waardoor de klimaatimpact van het bedrijf automatisch verlaagt. “Vroeger kunnen afkalven door goed groeiend jongvee, kan bovendien zorgen voor een hogere melkproductie over de totale levensduur van de dieren, wat op zijn beurt de klimaatimpact per koe verlaagt”, concluderen de onderzoekers.

Koeien in de weide helpt

Beweiding speelt ook een rol. Wanneer koeien buiten kunnen lopen, komt de mest tijdens de zomer direct op de weilanden terecht en moet het minder lang op het bedrijf opgeslagen worden. Ook dat gaat over het algemeen gepaard met een lagere klimaatimpact, klinkt het.

Grote impact van voederaankoop en mestopslag

Waar ILVO de grootste kansen voor verbetering vaststelt, is op vlak van voederaankoop en mestopslag. “Het gaat dan niet zozeer om minder gebruik van soja, maar om het efficiënt omzetten ervan in melk. De best scorende bedrijven produceren bijvoorbeeld gemiddeld 39,5 kilo melk per kilogram gevoederde soja, terwijl de slechtste groep met een kilo soja slechts 16,5 kilogram melk produceert”, aldus de onderzoekers. Volgens Van linden is deze vaststelling meteen ook goed nieuws: “Veranderingen in voederbeheer zijn doorgaans op korte termijn uitvoerbaar, terwijl wijzigingen in mestopslag investeringen en dus langetermijnplanning vragen.”

Opvolging en advies werpen vruchten af

Continue opvolging en advies op maat werpen in de ogen van de ILVO-onderzoekers hun vruchten af. Want bij de bedrijven die jaarlijks een KLIMREK-scan lieten uitvoeren, in totaal een 80-tal, werd daadwerkelijk een dalende trend vastgesteld.

“Door de scan jaarlijks te laten uitvoeren, krijgen we beter zicht op de invloed van externe factoren. Soms kan een landbouwer een belangrijke maatregel nemen die zich niet meteen vertaalt in een lagere klimaatimpact door externe factoren zoals het weer of een ziekte-uitbraak. Het is belangrijk dat we begrijpen hoe dat werkt, zodat landbouwers meer controle krijgen over hun eigen voetafdruk en gerichter kunnen bijsturen”, vult Van linden aan.

Ook stikstofuitstoot is lager

Nog een opvallende vaststelling volgens de onderzoekers: “De maatregelen die de klimaatimpact verbeteren, hebben ook een positief effect op andere milieuthema’s, zoals de uitstoot van ammoniak. Wat dus ook in de stikstofdiscussie een troef kan zijn.

Klimrekpionier Jan van den Keybus en ILVO-onderzoeker Ann-Sophie Sacré bis

Jan Van den Keybus, melkveehouder in Essen: "Groen boeren met rode cijfers is geen optie"

Jan Van den Keybus is een melkveehouder in het Antwerpse Essen. Zijn kudde bestaat uit 300 melkkoeien. Hij liet de voorbije drie jaren telkens een klimaatscan uitvoeren en heeft zijn klimaatimpact stelselmatig kunnen verkleinen door in te zetten op efficiënt voederbeheer en een hoge melkgift. Zijn melk scoort met 0,86 kg CO2-equivalenten aan broeikasgassen per liter beter dan gemiddeld.

“Ik ben trots dat we beter scoren dan het Vlaams gemiddelde. We doen heel veel inspanningen om de gezondheid en melkgift van onze koeien te verbeteren en het rantsoen hieraan aan te passen", zegt hij. Elk (teelt)jaar is volgens hem anticiperen om zo efficiënt mogelijk te werken. "Het is dan ook een meerwaarde dat ik zoveel informatie over mijn werking uit de analyses haal en dat ik zelf kan bepalen welke bijkomende maatregelen ik wil treffen om mijn klimaatimpact verder te verbeteren. Want elke verandering heeft een impact op onze bedrijfsvoering maar ik wil ook het financiële plaatje niet uit het oog verliezen. Groen boeren met rode cijfers is ook geen optie.”

Projectpartners willen klimaatscans verder uitrollen

Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens is tevreden met deze nieuwe vaststellingen. “Uit de vorige analyse van KLIMREK bleek dat onze Vlaamse koemelk de klimaatvriendelijkste is ter wereld. Daar mogen we trots op zijn.” De nieuwe resultaten tonen dan weer de noodzaak aan om onze eigen lokale melkveehouderij in stand te houden en te ondersteunen in plaats van af te bouwen.”

Hij ziet de meerwaarde van het KLIMREK-project niet zozeer in het rekenmodel, maar vooral in het gepersonaliseerd advies en het inzetten op maatregelen die passen binnen het bedrijf. “Daarom zet ook het Vlaams Energie- en Klimaatplan in op de klimaatscan en een keuzemenu voor melkveehouders. Met Boerenbond blijven we dan ook investeren in KLIMREK-modules voor melkveehouders en andere sectoren”, stelt Ceyssens.

Ook de andere projectpartner, MilkBE, is voorstander van een snelle uitrol van klimaatscans. “Al meer dan een jaar geleden benadrukten we in ons Duurzaamheidscharter het belang van individuele klimaatscans. Deze resultaten bevestigen onze visie: scannen zet bedrijven in beweging en stimuleert continue verbetering. Ik onthoud vooral het belang van inzetten op efficiëntie, hiermee hebben we op sectorniveau nog een mooi potentieel. Het zijn belangrijke inzichten die we als MilkBE verder zullen uitdragen”, aldus MilkBE-ondervoorzitter Lien Callewaert.

Onderzoekscentra, landbouw- en brancheorganisaties bundelen krachten voor meer klimaatbewuste melkveehouderij
Uitgelicht
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Boerenbond en de brancheorganisatie van de Belgische zuivelsector, (MilkBE) hebben de handen in elkaar ges...
25 oktober 2024 Lees meer

Beeld: ILVO

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek