Onderzoekscentra, landbouw- en brancheorganisaties bundelen krachten voor meer klimaatbewuste melkveehouderij
nieuwsHet Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Boerenbond en de brancheorganisatie van de Belgische zuivelsector, (MilkBE) hebben de handen in elkaar geslagen om de ‘Klimrek klimaatscan’ breed uit te rollen binnen de melkveehouderij. En ook de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zal binnenkort zijn steentje bijdragen om de melkveehouderij klimaatvriendelijker te maken door de studie van WUR en ILVO over innovatieve melkveeconcepten in de praktijk te implementeren.
De Klimrek klimaatscan is ontwikkeld door ILVO, Boerenbond en VITO in een VLAIO-onderzoeksproject. De tool laat toe om op een gedetailleerde manier en met de nodige wetenschappelijke onderbouwing de broeikasgasuitstoot van de melkproductie door de melkveehouderij in kaart te brengen. Daarbij wordt rekening gehouden met alle aspecten van de bedrijfsvoering, van veevoerproductie tot mestbeheer. Zo krijgen melkveehouders een uitgebreide scan van hun klimaatimpact, maar wordt ook getoond waar de grootste verbeterpunten liggen. Vervolgens krijgen de melkveehouders concrete handvaten voor verduurzaming.
De afgelopen drie jaar voerden al meer dan 240 melkveehouders samen met hun klimaatconsulent minstens één klimaatscan uit, in totaal werden al zo’n 500 scans genomen. Naast die uitgebreide scan is er nu ook een “FAST”-scan om de klimaatimpact van het bedrijf sneller inzichtelijk te maken voor rapporteringsdoeleinden. Er werden het voorbije jaar extra klimaatconsulenten opgeleid om de melkveehouders sneller van een scan en informatie te voorzien.
Met de Klimrek klimaatscan krijgt de melkveehouder naast inzicht ook advies over zijn klimaatimpact

Klimaatscan helpt boeren klimaatslimmer te worden
10 februari 2020Zuivelsector zet schouders onder uitrol klimaatscans
MilkBE zal in het lopende jaar de kostprijs om de Klimrektool operationeel te houden voor zijn rekening nemen. Zo worden de kosten voor de opleiding voor klimaatconsulenten en het gebruik van de tool, zowel voor melkveehouders als consulenten, door de brancheorganisatie gedragen. Op deze manier wenst MilkBE de verdere uitrol van klimaatscans te bevorderen en de hele sector in beweging te zetten. “Een verdere verduurzaming is een belangrijk speerpunt in onze werking”, aldus MilkBE die hierbij verwijst naar zijn ‘Duurzaamheidscharter’. “We geloven in de kracht van klimaatscans om stapsgewijs de melkveehouderij verder te verduurzamen via een structurele, langetermijnaanpak, op maat van elke melkveehouder.”
Dat een stapsgewijze langetermijnaanpak de beste garanties voor de toekomst van de hele zuivelsector geeft, werd ook benadrukt door Lien Callewaert, ondervoorzitter van MilkBE en directeur bij Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) op het VLAM-zuivelsymposium afgelopen donderdag. “We willen er telkens over waken dat de duurzaamheidsaanpak stap voor stap verloopt, en het ook telkens haalbaar is voor de melkveehouders. De belangrijkste kernstelling hierbij is dat er geen ‘one-size-fits-all’-oplossing bestaat die zo geïmplementeerd kan worden op elk melkveebedrijf.”
Nieuwe bedrijfsconcepten voor de melkveehouderij
Op het symposium stelde ILVO ook nog eens het resultaat van zijn studie voor waar samen met de Wageningen Universiteit werd gezocht naar innovatieve concepten voor melkveehouderijen in de toekomst, op verzoek van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Bij deze concepten werd telkens rekening gehouden met uitdagingen als vergroening, dierenwelzijn, verstedelijking en rendabiliteit. De studie vertrok telkens van een dierreductie op de boerderij van 15 procent om te komen tot de wettelijke vooropgestelde emissiereductie. Met de vrijgekomen grond en arbeidsuren werkten de onderzoekers vervolgens verschillende nieuwe verdienconcepten uit. Uiteindelijk werden uit de serie aan concepten twee scenario’s doorgerekend op zowel economisch, ruimtelijk als maatschappelijk vlak. Eén ervan werd ook op ecologisch vlak doorgerekend.

“In één van die concepten zou de melkveehouder bijvoorbeeld een meerwaarde kunnen creëren uit de restromen zoals mest, urine en ammoniakemissie, door er brandstof, elektriciteit of renure van te maken”, duidt Veerle Van Linden, senior researcher bij ILVO.
De concepten werden ook telkens getoetst, onder meer door twee melkveebedrijven die betrokken waren bij de studie, of ze praktisch haalbaar zijn. “De concepten moeten gezien worden als een startconfiguratie waar melkveebedrijven mee aan de slag kunnen”, aldus Van Linden. “Het concept kan naargelang het bedrijf aangepast worden. Het mag niet gezien worden als een passe-partout die voor elk bedrijf kan werken.”
Concepten aan de man brengen
Nu de studie afgerond is, zal VLM zich inzetten om de concepten een ingang te laten vinden in de sector. “VLM staat achter de concepten die WUR en ILVO uitgedacht hebben. Gezien de uitdagingen, zijn dit de pistes die moeten bewandeld worden met de melkveehouderij”, laat Dirk van Gijseghem, afdelingshoofd Platteland en Mestbeleid van VLM, weten. “De volgende stap is om de sector nu mee te krijgen. Onze Begeleidingsdienst voor Betere Bodem en Waterkwaliteit (B3W) zal aan de slag gaan met de ideeën die achter alle concepten zitten. Zij zullen aan de hand van deze concepten de melkveehouders nu beter kunnen adviseren. Ook de adviseurs van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij bekijken hoe ze de concepten kunnen meenemen.”
