ILVO bouwt nieuw huis voor de kip van de toekomst
ReportageDe zes oude ILVO-proefstallen in het Oost-Vlaamse Melle maken plaats voor één hoogtechnologisch Pluimvee Innovatie Centrum, kortweg PIC. In dit nieuwe, klimaatneutrale complex zullen onderzoekers beloftevolle innovaties uittesten voor de pluimveehouderij. Eind vorige week legde landbouwminister Jo Brouns (cd&v) de eerste steen.
Vliegen zal ze niet kunnen, maar verder zijn de mogelijkheden eindeloos voor de kip van de toekomst. “Het nieuwe centrum zal meer toegepast onderzoek toelaten dan vandaag mogelijk is”, zegt pluimvee-onderzoekscoördinator Evelyne Delezie van ILVO. “We hebben vier compartimenten die voorzien zijn van natuurlijk daglicht, met een wintertuin en vrije uitloop. Een ideale situatie om alternatieve huisvestingssystemen uit te testen.”
Kippen zijn notoir gevoelig aan hitte- en koudestress. Dat dit een uitdaging biedt, werd zeker duidelijk op de warme, stoffige vrijdagnamiddag wanneer de eerste steen werd gelegd. Dankzij de goede isolatie van de stalsystemen, kunnen de onderzoekers het stalklimaat minutieus wijzigen om te onderzoeken hoe men de kippen beter bestendig kan maken tegen warmte en koude. “Het is zeer belangrijk onderzoek, zeker met de klimaatverandering”, zegt Delezie.
Duurzaamheid en emissies
Het duurzaamheidsvraagstuk staat bij vele innovaties centraal. Binnen het centrum zullen diverse voeder-, water- en managementstrategieën worden uitgetest, met een meting van hun impact op diergedrag, gezondheid, emissies, excreties en de vleeskwaliteit. Onder andere voeding speelt hier een cruciale rol. “Zo hebben we onderzoek naar duurzame voedingsstrategieën en alternatieve eiwitbronnen”, zegt ILVO-afdelingshoofd van Dier Bart Sonck. “Er wordt gekeken naar alternatieve voederbronnen zoals algen of kringloopvoer, een nevenstroom uit de voedingsindustrie. Ook de voederconversie wordt geoptimaliseerd, met als doel lagere kosten en minder uitstoot. Zo daalt de totale milieu-impact, van ammoniak en mest tot geurhinder en broeikasgassen."
“In elk compartiment zal bepaald kunnen worden wat de emissies zijn. Er zal dus een mooie lijn kunnen getrokken worden tussen emissies enerzijds en dierenwelzijn en vleeskwaliteit anderzijds”, vult Delezie nog aan.
In elk compartiment kan bepaald worden wat de emissies zijn. Er zal dus een mooie lijn kunnen getrokken worden tussen emissies enerzijds en dierenwelzijn en vleeskwaliteit anderzijds
Goed voor het dier, goed voor het milieu?
Met dat laatste verwijst Delezie meteen ook naar een pijnlijke realiteit binnen de pluimveehouderij, namelijk dat dierenwelzijn en klimaat niet altijd te verzoenen zijn. Het grote publiek verlangt naar het idyllische beeld van de hennen die dartel scharrelen in een open weide, maar deze manier van huisvesting kent doorgaans een grotere milieu- en klimaatimpact dan een gesloten scharrelstal.
Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) vindt het dan ook cruciaal om te investeren in innovatie. “We zien vaak dat wat goed is voor dieren, niet altijd goed is voor het milieu”, zegt de minister. “Mensen willen traaggroeiende kippen met meer ruimte, uit bekommernis voor dierenwelzijn. Maar dat leidt vaak tot meer uitstoot. Die paradox moeten we met innovatie kunnen opvangen."
Mensen willen traaggroeiende kippen met meer ruimte, uit bekommernis voor dierenwelzijn. Maar dat leidt vaak tot meer uitstoot. Die paradox moeten we met innovatie kunnen opvangen
“Ik denk dat we elkaar niet meer hoeven te overtuigen: in de steeds schaarser wordende open ruimte moeten we durven de kaart van technologie en innovatie trekken”, zegt Brouns nog.
Het onderzoek binnen het nieuwe pluimveecentrum zal zich voornamelijk toespitsen op vleeskippen. “Al kunnen er ook kalkoenen gehuisvest worden”, zegt Delezie. “Welke rassen hier precies zullen gehuisvest worden, zal afhankelijk zijn van het onderzoek. De meeste onderwerpen zullen gebonden zijn aan Ross 308. Dat is het traditionele, snel groeiende vleeskuiken.”
Niet enkel kippen, maar ook bedrijfsonderzoek
Volgens Sonck is het nieuwe complex broodnodig om tegemoet te komen aan de lopende uitdagingen. “We zien een duidelijke toename in complexiteit, maatschappelijke druk en een nood aan evidence-based antwoorden en adviezen”, zegt hij.
ILVO wil naast de kippen zelf, ook aandacht hebben voor de bedrijfsvoeding op pluimveebedrijven. “Denk aan digitalisering en automatisatie door toepassing van precisieveehouderijtechnologieën, en AI-gedreven data-analyse”, zegt Sonck.
Ook robotica en diepgravend onderzoek naar de rentabiliteit en schaalbaarheid van deze technologieën zullen een centrale rol spelen. “Tot slot zoeken we naar houderijsystemen waarin het aangenaam vertoeven is voor zowel de dieren als de pluimveehouder. We willen zeer sterk inzetten op systeemdenken. Kijken naar totale, innovatieve bedrijfsconcepten waarin alle duurzaamheidspijlers op een evenwichtige basis aan bod komen. Een zoektocht waarin alle stakeholders betrokken worden.”
We zien een duidelijke toename in complexiteit, maatschappelijke druk en een nood aan evidence-based antwoorden en adviezen
Klimaatneutrale energie
Energie is een ander groot vraagstuk dat de onderzoekers willen tackelen. De temperatuur- en ventilatievraag binnen een pluimveestal is allesbehalve constant. Eéndagskuikens hebben nood aan een warme leegomgeving van rond de dertig graden Celsius, met een relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 65 procent. Maar dat verandert drastisch wanneer de kippen (bijna) geslachtsrijp zijn. Deze dieren geven veel warmte af en vragen juist koeling naar idealiter 18 graden, en dus is er ook een krachtige ventilatie nodig. De nood om voortdurend te schakelen tussen verwarming en koeling maakt een pluimveestal zeer behoeftig naar energie. Het is dus geen evidentie om deze systemen klimaatneutraal te houden.
Om de stallen te verwarmen, berust het complex op drie warmtebronnen. Enerzijds is er geothermie, waar men warmte haalt uit de ondergrond. Verder gebeurt er recuperatie van ventilatielucht vanuit de luchtwasser. Op het dak zijn er fotovoltaïsche-thermische panelen aangebracht, ook wel PVT’s of hybride zonnepanelen genoemd.
Verder wordt overtollige thermische energie opgeslagen in een watertank van 50 kubieke meter om de energieproductie af te vlakken of uit te stellen. Indien nodig koopt men groene stroom aan via het Vlaams Energiebedrijf VEB. Een AI-systeem kan met behulp van weers- en gebouwmodelvoorspellingen, de netprijzen en de zelf opgewerkte energie flexibel schakelen tussen diverse bronnen. “ILVO draagt met deze flexibele sturing flink bij aan de energietransitie in Vlaanderen”, zegt Gerlinde De Vogeleer, energiecoördinator bij ILVO.
Steun voor een sector in volle vlucht
Administrateuur-generaal van ILVO, Joris Relaes kijkt ernaar uit om het centrum in werking te zien treden. “Het gaat goed met de pluimveesector. De vraag naar pluimveevlees stijgt wereldwijd”, zegt hij. “We zien een duidelijke shift van andere vleessoorten naar pluimvee. Hoe dat komt? Pluimvee heeft een duidelijk lagere economische en klimaatvoetafdruk.”
“Maar één van de knelpunten, is dat we nog niet strategisch autonoom werken met deze stal”, zegt Relaes. “Ondanks het feit dat we heel wat reststromen verwerken, moeten we ook veel eiwitten invoeren, zoals soja uit Noord- en Zuid-Amerika. En dat komt onder druk te staan door de handelsoorlogen waarmee we op dit moment op het wereldtoneel geconfronteerd worden. Maar daar werken we aan. Zo hebben we een aantal sojarassen ontwikkeld, die onze spin-off Protealis nu probeert uit te rollen.”
Ondanks het feit dat we heel wat reststromen verwerken, moeten we ook veel eiwitten invoeren, zoals soja uit Noord- en Zuid-Amerika
“Er wordt gewerkt aan nieuwe landbouwvisies, en die willen we helpen realiseren”, zegt Relaes tot slot. “Als ik mijn ogen sluit, dan zie ik prachtige klimaat-, energievriendelijke en energieneutrale pluimveestallen, mooi ingeplant in het landschap, met daarrond bloemen en in de wind wuivende sojavelden.”
Met dit hoogtechnologische centrum is ILVO overigens niet aan zijn proefstuk toe. In totaal beschikt dit onderzoekscentrum over ongeveer 20.000 vierkante meter aan proefstallen voor onderzoek bij rundvee, varkens en pluimvee. Na de oprichting van de Varkenscampus in 2014 en de nieuwe proefstal voor Melkveeonderzoek in 2015, krijgt de pluimveesite nu zijn welverdiende opwaardering.
Bron: Eigen berichtgeving