Minister Brouns schat zelfvoorziening eieren op 100 procent, sector plaatst kanttekening
nieuwsVlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) schat dat de Belgische zelfvoorzieningsgraad van eieren vandaag rond de 100 procent moet liggen. Ten opzichte van 2013 zou dit een daling van 9 procent beteken. Exacte officiële cijfers zijn er niet, want de graad wordt al jaren niet meer berekend. “Wat de werkelijke zelfvoorzieningsgraad vandaag ook is, binnenkort zal ze ernstig zakken naar 70 procent”, waarschuwt Landsbond Pluimvee.
Een zelfvoorzieningsgraad geeft de verhouding weer tussen productie en consumptie. Voor de productiecijfers baseert minister Brouns zich in zijn inschatting op het aantal opgezette eendagskuikens, opfokpoeljen en de maximumcapaciteit van stallen van leghennenhouders. De cijfers aan de consumptiezijde liggen wat ingewikkelder dan die aan de productiezijde. Want naast de eieren die consumenten in de winkels kopen, gaat ook een groot deel naar de voedingsindustrie. “En ook buiten de voedingsindustrie duiken eierproducten steeds vaker op”, duidt Brouns. “Bijvoorbeeld in de verzorgingsproducten en farmaceutische toepassingen.”
Omdat België niet over totale consumptiecijfers beschikt, baseert Brouns zich op de Nederlandse consumptie. Volgens berekeningen van de Universiteit van Wageningen verbruikt een Nederlander ongeveer 200 eieren per jaar. “Als we dat doortrekken naar België, komen we op zo’n 2,3 miljard eieren. Dat stemt ongeveer overeen met de totale geschatte eindproductie in ons land”, aldus Brouns.
Binnenkort zelfvoorziening van 70 procent
Landsbond Pluimvee schat eerder een zelfvoorzieningsgraad onder de 100 procent. “De exacte zelfvoorzieningsgraad is moeilijk in te schatten zonder cijfers te hebben”, aldus Martijn Chombaere van Landsbond Pluimvee. “Vorig jaar kaartten we dit gebrek aan bij federaal minister van Landbouw David Clarinval (MR), zonder reactie. Dit jaar werd het nogmaals naar voren geschoven en wordt het in overweging genomen.”
“Maar of die zelfvoorziening nu 95 of 105 is, dit is niet het grote struikelblok”, gaat Chombaere verder. “De zelfvoorzieningsgraad in de nabije toekomst baart ons veel ernstigere zorgen, wanneer in Vlaanderen verrijkte kooien verboden zullen zijn. Deze uitfasering zal in de meeste gevallen leiden tot een stopzetting, waarbij we zullen afstevenen op een zelfvoorzieningsgraad van 70 procent.”
Import om vraag op te vangen
Niet alleen wordt een sterke daling in de productie verwacht, ook de vraag naar eieren zal blijven stijgen. Die kloof zal opgevangen moeten worden met import, iets wat nu al gebeurt. Want zelfs met een zelfvoorzieningsgraad van bijna 100 procent voert België eieren in. Vraag en aanbod zijn namelijk niet het hele jaar in balans. Tijdelijke tekorten en lagere prijzen in het buitenland stimuleren zo de import.
Dit kan ook teruggevonden worden in de handelsbalans van eiproducten, die al jaren negatief is én steeds roder wordt. In 2023 klokte de handelsbalans af op -10.853 ton, toen werd er 35.342 ton eiproducten geïmporteerd en 24.489 ton geëxporteerd. In 2018 was de handelsbalans nog -2.061 ton. Toen werd praktisch evenveel uitgevoerd (24.537 ton), maar slecht 26.597 ton ingevoerd.

Van alle eieren die Europa invoert, komt zo’n 60 procent uit Oekraïne. Die worden meestal geproduceerd in klassieke kooien, volgens andere normen dan bij ons. Om onder meer een gelijk speelveld rond dierenwelzijn te creëren, zou Oekraïne volgens het Associatie-akkoord uit 2017 tegen 1 januari 2026 aan de Europese regelgeving moeten voldoen. “Maar met de oorlog moeten we die deadline met de nodige realiteitszin bekijken,” zegt Brouns. “Toch is het belangrijk dit goed op te volgen.”
In de commissie van Landbouw benadrukte hij woensdag het belang van een evenwicht tussen economische leefbaarheid, een lage milieu-impact en een hoog niveau van dierenwelzijn. Om te vermijden dat verwerkers massaal kiezen voor buitenlandse goedkopere kooi-eieren, of pluimveehouders die hun activiteiten verhuizen net over de EU-grens, blijft een gelijk speelveld volgens hem essentieel. “Daarnaast moeten we zorgen dat onze leghenhouders in transitie maximaal ondersteund worden”, klinkt het. De minister ging verder niet in op de vraag van Vlaams parlementslid An Hermans (N-VA) hoe hij dit concreet wil aanpakken. Wel wordt gewerkt aan een toekomstvisie 2030-2050 voor de hele landbouwsector.
