nieuws

Veehouders op zoek naar toekomst: Hoe aantrekkelijk is de pluimveesector?

nieuws

De pluimveesector kent gouden tijden. Veehouders die omwille van het stikstofbeleid op zoek zijn naar een toekomst, onderzoeken steeds vaker of kippen een rendabel alternatief kunnen bieden voor hun bedrijf. Toch is de overstap niet vanzelfsprekend: vergunningstrajecten, stikstofregels en dure nutriëntenrechten blijven grote struikelblokken. Hoe aantrekkelijk is de pluimveesector vandaag echt? 

gisteren Jozefien Verstraete & Griet Lemaire
Zidis_Proefbedrijf_Pluimveehouderij_LowRes-123

Hoogconjunctuur in de pluimveesector 

De pluimveesector beleeft momenteel een gunstige economische periode. Bij de legkippen blijven de  prijzen voor eieren stijgen. “Traditioneel zien we de vraag toenemen naarmate het eindejaar nadert”, zegt Martijn Chombaere van Landsbond Pluimvee. “Die stijging wordt dit jaar extra versterkt door de vogelgriep die door Europa trekt. Daardoor daalt het aanbod net op het moment dat de vraag piekt.” 

Bij de vleeskippen werd midden september een recordprijs van 1,40 euro per kilogram levend gewicht bereikt. In de vijf weken nadien zakte die met 15 cent, al bleef de prijs deze week voor het eerst stabiel, door toedoen van vogelgriep. Hoe de markt zich verder ontwikkelt, hangt volgens Chombaere sterk af van het verdere verloop van de vogelgriep dat een aanzienlijke impact heeft langs de aanbodzijde. “Bomen groeien echter niet tot aan de hemel en dalingen zijn nooit leuk, maar de prijzen liggen nog altijd boven het niveau van vorig jaar.” 

Door de gunstige situatie merkt Landsbond Pluimvee op dat er sinds enige tijd veel interesse in de sector is van zij-instromers. “We zien een boom in de mobiele kippenstallen, maar bijvoorbeeld ook een stijgend aantal varkenshouders die kijken of de pluimveesector voor hen een toekomst kan bieden”, duidt Chombaere. 

Informatieaanvragen voor pluimveestallen stijgen 

Die toegenomen interesse stelt ook Mahieu Construct, een bedrijf dat onder meer pluimveestallen bouwt, vast. “Sinds augustus vorig jaar zien we een toename in informatieaanvragen voor pluimveestallen, al komen die vooral uit Noord-Frankrijk en Wallonië. Ook in Vlaanderen zien we groei, maar die verloopt anders dan in Frankrijk”, zegt David Moeyaert van Mahieu Construct. “Hier blijft het vergunningstraject moeilijk. We zien dat veevoederfabrikanten daarom momenteel vooral nieuwe klanten zoeken in Frankrijk.”  

Dat er sprake zou zijn van een golf aan varkenshouders die willen overschakelen naar pluimvee, vindt Moeyaert dan ook overdreven. “Voor 2026 horen we dat er in West-Vlaanderen een twintigtal nieuwe pluimveestallen op de planning staan. Van een boom kan je dus niet spreken. ” De nieuwbouwstallen in Frankrijk en België van Mahieu Construct gaan zowel naar jonge landbouwers die met pluimvee starten, als naar varkenshouders die de overstap maken. 

Veehouders op zoek naar nieuwe richtingen 

Bij Carl De Braeckeleer van agrarisch adviesbureau DLV horen we dat er recent enkele veehouders hebben aangeklopt die een heroriëntatie naar de pluimveesector overwegen. “Tegen 2030 moeten veehouders aan hun PAS-referentie 2030 voldoen. We hebben enkele varkenshouders, maar ook rundveehouders met oude stallen, die vandaag de afweging maken om voor hun nieuwe investeringen in de richting van pluimvee te gaan”, vertelt hij. 

Het PCLT uit Roeselare, dat onder meer opleidingen in de land- en tuinbouw aanbiedt, stelt ook een stijging van het aantal aanvragen voor de cursus pluimveehouderij vast. “Die komen zowel van jonge landbouwers als van varkenshouders die een heroriëntering overwegen”, vertelt directeur Marc Ballekens. Hij benadrukt dat deze cursus geen verplichting is voor landbouwers die al actief zijn.  

Ik zie vandaag nog geen groeigolf terug zoals we in 2017 en 2019 zagen

Wim Vranken - Manager Credit Policy en Review & Reporting  bij Crelan

Nog geen investeringsgolf

Deze interesse zorgt nog niet meteen voor een enorme golf aan investeringen in pluimveestallen, horen we bij Crelan. “Ik zie vandaag in mijn cijfers absoluut geen groeigolf terug zoals we in 2017 en 2019 zagen”, duidt Wim Vranken, Manager Credit Policy en Review & Reporting  bij Crelan. “Wel merk ik dat er beweging is in de pluimveesector. Er is een gezonde groeiende interesse om te investeren.” 

Bij Crelan zijn het vooral de jonge pluimveehouders die aankloppen en een goed momentum zien voor hun investeringswens. Hij wijst er wel op dat een gunstige economische context niet automatisch betekent dat banken elke ondernemer in de sector krediet zullen verlenen. Vranken ziet de hoge verdienste van vandaag op lange termijn niet standhouden. “Ik hoop voor de sector van wel, maar waarschijnlijk zal dit niet het geval zijn”, duidt hij. “Desalniettemin zijn de vooruitzichten wel gunstig. Langs de vraagkant zijn er weinig belemmeringen.” 

Vraag naar pluimveevlees in de wereld blijft hoog 

Zo toonde een marktonderzoek van de Europese sectororganisatie Avec aan dat er een duidelijke verschuiving van rood naar wit vlees gaande is. Tegen 2030 zal pluimveevlees instaan voor zo’n 80 procent van de wereldwijde groei in vleesproductie. Daarmee neemt het een marktaandeel van ongeveer 43 procent in de totale vleesproductie in. “Dit zijn absolute troeven voor een pluimveehouder”, aldus Vranken. “Al zijn er aan de aanbodzijde wel enkele uitdagingen. Denk aan dierziekten zoals de vogelgriep, maar ook aan de moeilijkheden binnen het vergunningenbeleid.” 

Het draagvlak in de buurt kan een probleem vormen in de vergunningsverlening om van een varkensstal naar een pluimveestal te gaan

Gert Van Thillo - Business manager landbouw SBB

Van varkensstal naar kippenstal is niet zo eenvoudig

Die vergunningen vormen inderdaad een uitdaging. Eerst en vooral moet er gekeken worden of de PAS-referentie gehaald kan worden in de nieuwe plannen. De wetgeving laat toe om van diercategorie te veranderen, maar de ammoniakuitstoot op het bedrijf zal tegen 2030 moeten dalen. Anders dan bij de rundveebedrijven, hebben pluimveehouders iets minder moeilijkheden om een techniek te vinden die hen daarbij kan helpen. De meest gangbare ammoniakemissiearme technieken voor kippenstallen hebben bijvoorbeeld een reductiepotentieel van 60 procent of meer.  

Naast de vereiste stikstofreducties zijn er nog andere factoren die maken dat een overstap naar een andere stal in de praktijk minder eenvoudig is dan zou lijken. “Het draagvlak in de buurt kan een probleem vormen in de vergunningsverlening”, duidt Gert Van Thillo, business manager landbouw bij SBB. “Denk daarbij aan geur of het zicht. Pluimveestallen zijn doorgaans wat groter dan varkensstallen. Daarnaast kunnen ook de nutriëntenemissierechten een struikelblok vormen voor de veehouder.” 

Wie een veehouderij uitbaat, moet voor het aantal gehouden dieren over een overeenstemmend aantal nutriëntenemissierechten (NER’s) beschikken. Die kunnen veehouders kopen en verkopen. Maar momenteel staan de NER’s zeer hoog in prijs. “Bestaande veehouders hebben uiteraard al NER’s, maar er bestaan twee soorten. Zo zijn er vrij invulbare NER’s en vaste NER’s die niet voor andere diercategorieën kunnen gebruikt worden. Als een varkenshouder enkel vaste NER”s heeft, is hij onmiddellijk al beperkt in zijn plannen om te heroriënteren. Hij kan op de markt zoeken naar pluimvee-NER’s, maar die zijn zeer duur momenteel”, geeft Van Thillo mee. 

Voor veehouders die zich richting 2030 omwille van de stikstofregels moeten heroriënteren lijkt de pluimveehouderij inderdaad een interessante piste. Maar om van een golf aan nieuwe pluimveestallen te spreken, lijkt het volgens de experts uit de sector dus zeker nog te vroeg. Op bedrijfsniveau moeten er immers heel wat drempels overwonnen worden.

Vooruit: "Slechts kwart van budget voor stopperregeling varkens gebruikt"
Uitgelicht
Vlaanderen wil tegen 2030 zijn varkensstapel met 30 procent inkrimpen en zette daarvoor een budget van 200 miljoen euro opzij. Maar de vaart zit er nog niet in, volgens Vlaams...
14 oktober 2025 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek