Doorlooptijden bij Raad voor Vergunningsbetwisting met 3 maanden ingekort

Een uitspraak over een beroep van een omgevingsvergunning laat gemiddeld 12 maanden op zich wachten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In werkingsjaar 2019-2020 was dat nog 15 maanden. Dat blijkt uit de jaarresultaten van de Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC). Voor Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA) een teken dat de DBRC zijn efficiëntie verder heeft verhoogd. 

23 oktober 2022  – Laatst bijgewerkt om 23 oktober 2022 16:29
Lees meer over:

Op donderdag 20 oktober 2022 heeft de Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC), tijdens de openingszitting van het veertiende werkjaar van “de Vlaamse bestuursrechtspraak In het omgevingsrecht”, de kerncijfers gepresenteerd van de resultaten van het voorbije werkingsjaar. 

Tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2022 zijn er bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen 1.009 beroepen ingediend. Dat is opnieuw meer dan in de twee voorbije werkingsjaren, en in die periode heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen 959 einduitspraken gedaan, naast 96 uitspraken in de schorsingsprocedure, en 41 uitspraken ‘bij uiterst dringende noodzakelijkheid’. Op 31 augustus 2022 waren er daardoor, in totaal, van de 13 vorige werkingsjaren, nog 974 dossiers hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. 

Van deze 974 dossiers zijn er 800 (of 79%) ingediend tijdens het vorig werkingsjaar zelf, en 130 (of 18%) tijdens het daaraan voorafgaand werkingsjaar. Dat betekent dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen erin slaagt in een standaarddossier gemiddeld na 12 maanden uitspraak te doen over een beroep tot vernietiging van een beslissing over een omgevingsvergunning, dat is drie maanden minder dan in het werkingsjaar 2019-2020.   

Amper 4 procent van het resterend aantal dossiers dat hangende is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, dateert van de 4 vorige werkingsjaren. Concreet: er zijn bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen geen dossiers meer blijven liggen van de 7 eerste werkingsjaren. Bovendien slaagt de Raad erin de doorlooptijd van de schorsingsprocedures te beperken tot 4 maanden, en de doorlooptijd van de procedures bij uiterst dringende noodzakelijkheid tot 10 dagen. 

Aanpassingen lonen

Sinds de start van deze bestuursperiode kreeg de DBRC er 4 extra voltijdse bestuursrechters bij met als doel de doorlooptijd van de dossiers verder te verminderen zonder in te boeten op de kwaliteit van de rechtspraak. Het aantal bestuursrechters steeg daarmee van 9 naar 13. Daarnaast werd ook extra geïnvesteerd in digitalisering. Zo is het sinds eind september 2020 mogelijk om beroepen digitaal in te dienen in plaats van via aangetekende zendingen.   

Verder kreeg Demir groen licht van het Vlaams parlement voor een decreet dat enkele belangrijke wijzigingen doorvoert om het kluwen van beroepsprocedures te beperken tot de gevallen waar de belangen effectief geschaad worden. Dat decreet bevatte een zogenaamde relativiteitseis. Volgens die eis kan een onwettigheid enkel leiden tot vernietiging indien die de beroeper benadeelt. Tegelijk werd ook een attentieplicht ingevoerd: de beroepsindiener mag geen argumenten inroepen die hij in eerdere procedures niet inriep. Ook maakte ze de rechters bevoegd om in meer gevallen een einde te stellen aan carrouseldossiers.

Om beroepen sneller te kunnen afhandelen werden tussenarresten voor bemiddelingsprocedures afgeschaft, werd een systeem van automatische rolrechten ingevoerd en kan een rechtsplegingsvergoeding voortaan ook verschuldigd zijn bij schorsingsverzoeken.

Minister Demir is blij met het geboekte resultaat: “De snelheid van onze rechtspraak verhogen zonder in te boeten op de kwaliteit. Dat was ons doel en dat is wat gerealiseerd is.” Ook Eddy Storms, eerste voorzitter van DBRC, is tevreden. “De doorlooptijd zal de volgende jaren bovendien nog verlagen door de recente benoeming van bijkomende  bestuursrechters.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek