Parlement buigt zich over misbruik beroepsprocedures en vergunningswet
nieuwsHet Vlaams parlement buigt zich over de wildgroei aan procedureslagen in vergunningsdossiers. Vergunningsdossiers die eindeloos aanslepen omwille van herhaaldelijke beroepsprocedures zijn in haast geen enkele gemeente vreemd, en de Vlaamse regering wil hier paal en perk stellen. “We moeten maximaal inzetten op de vereenvoudigde proceduremogelijkheden en kritisch blijven ten aanzien van elke sectorale regelgeving”, zei Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) op de afgelopen commissie Leefmilieu.
De trage rechtsgang inzake vergunningsprocedures treft meer dan één sector. Midden april illustreerde een Pano-reportage hoe de woonsector getroffen wordt door de excessieve beroepsprocedures. Hoewel het systeem vooral bedoeld is om oprechte bezorgdheden aan te kaarten, is de motivering niet bij iedereen even zuiver. Trage procedures en een troebele regelgeving maken het heel makkelijk om vergunningsaanvragen te laten stranden in een juridisch moeras. En dat is ook binnen de landbouwsector een probleem.
Waar het debat binnen de commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement zich vooral beperkte tot de woonsector, trok parlementslid Bart Dochy (cd&v) de discussie in de commissie Landbouw open naar de agrarische sector. De Vlaamse regering wil de procedures versnellen met maatregelen zoals het Modulair Omgevingsvergunningsdecreet, maar Dochy wees erop dat dit niet voldoende is. “Een fundamenteel helder juridisch kader met duidelijk afgelijnde procedures en criteria die in het kader van een ontvankelijkheid van een beroep worden opgesteld, is essentieel”, stelt Dochy. “Dit is belangrijk om een einde te kunnen maken aan dat strategische procederen.”
Wettekst uitgebreid van 14 naar 1.200 pagina's
Volgens Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns valt er op vlak van vereenvoudiging nog veel terrein te winnen. In de commissie Leefmilieu verwees de minister naar de Stedenbouwwet. Die telde in 1962 slechts veertien pagina’s, Frans en Nederlands samen. Vandaag telt het ‘Zakboekje ruimtelijke ordening 1.200 pagina’s. “Maar in die ‘kloefer’ zijn maar weinig pagina’s die over die procedure gaan”, sprak Brouns. “Dat is de clou. Er is heel veel sectorale regelgeving. Vijf jaar geleden zou een architect niet hebben hoeven te berekenen wat de stikstofimpact van vrachtwagens van en naar de werf is. Vandaag moet dat wel. Er zijn veel goedbedoelde regels ter bescherming van mens, milieu en omgeving, maar die maken projecten soms vatbaarder voor beroep en procedure dan vroeger.”
Er zijn veel goedbedoelde regels ter bescherming van mens, milieu en omgeving, maar die maken projecten soms vatbaarder voor beroep en procedure dan vroeger
Brouns wees erop dat heel wat van die 1.200 pagina’s het gevolg zijn van Europese milieuwetgeving. Als we vandaag alle milieuwetgeving, die vanuit Europa komt, weghalen, zullen heel wat van die 1.200 bladzijden wegvallen”, zegt Brouns. “Het is goedbedoeld: de bescherming van ons als mens, van onze omgeving, onze milieukwaliteit. Maar dat maakt het voor diegenen met slechte bedoelingen gemakkelijker om te procederen. We moeten maximaal inzetten op de vereenvoudigde proceduremogelijkheden en kritisch blijven ten aanzien van elke sectorale regelgeving.”
Recht op procederen
Langs de andere kant van de medaille bestaan beroepsprocedures natuurlijk met een reden: parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) erkent de excessen binnen het systeem, maar vraagt de minister om bepaalde rechten niet te ondergraven. Ze verwijst hierbij naar het verdrag van Aarhus, dat de principes van toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter moet garanderen voor iedereen.
Het is een pijnlijke vaststelling dat er vandaag businessmodellen worden gemaakt op basis van beroepsprocedures
Brouns zegt dat als een evidentie te zien. “We raken niet aan de principes uit het verdrag van Aarhus. Inspraak en beroepsmogelijkheden blijven essentieel. Mensen moeten gehoord kunnen worden wanneer ze disproportionele nadelen ondervinden van een project dat in hun leefomgeving zou verrijzen. Daar mag geen twijfel over bestaan. Inspraak, toegang tot informatie en het recht op beroep zijn fundamentele hoekstenen van een rechtsstaat."
“Maar het systeem van rechtsbescherming is niet bedoeld om te misbruiken”, zegt de minister nog. “Het is een pijnlijke vaststelling dat er vandaag businessmodellen worden gemaakt op basis van beroepsprocedures. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.”
Onrechtmatige beroepen
In de commissie Landbouw ging men nog wat dieper in op de excessen binnen de landbouwsector. Dochy sluit zich aan bij het VILT-interview met Carl De Braeckeleer van adviesbureau DLV, die onder meer het systematisch in twijfel trekken van adviezen van erkende deskundigen aan de kaak stelt.
Als er een onrechtmatig beroep is, zou daartegen moeten kunnen worden gereageerd. Meer dan vandaag het geval is
Volgens de minister kan men er ook niet van uit gaan dat deskundigen onfeilbaar zijn en dat hun rapporten nooit een fout of een leemte bevatten, maar moet er wel harder worden opgetreden tegen misbruik van rechtsbescherming. “Als er een onrechtmatig beroep is, zou daartegen moeten kunnen worden gereageerd, en wat mij betreft, meer dan vandaag het geval is”, stelt Brouns.
Trage procedures maken landbouwers 'te oud' voor VLIF-steun
Zoals eerder aangekaart in VILT, zorgen de langdurige beroepsprocedures er ook voor dat vele landbouwbedrijven de steunmaatregelen voor jonge landbouwers mislopen. Dit omdat er vaak vele jaren liggen tussen aanvraag en verwezenlijking van een project. Een aandachtspunt voor het beleid, vindt Dochy, “We rekenen bijvoorbeeld bij de aanvang van de vergunning twee jaar alvorens men de realisatie zou starten, maar door zo’n roekeloos tergend beroep kan dat misschien drie, vier jaar duren, waardoor de aanvrager in die periode de leeftijdsgrens overschrijdt”, zegt Dochy. “Je kunt je aanvraag maar formeel indienen op het moment dat je over een geldige milieuvergunning beschikt. Boven de 40 jaar krijg je een pak minder subsidies, ook al is de aanvraag voor de 40 ingediend.”
Volgens Brouns kan men er echter moeilijk omheen dat het moment waarop een vergunning wordt verleend, crucialer is dan de datum van aanvraag. “Het college, de provincie stempelt af op het moment van de vergunning. Op dat moment wordt gekeken naar de andere voorwaarden voor de toekenning van VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds). Dan komt de gevoeligheid: de uitvoeringstermijn. Het kan zijn dat het door het huidige pingpongspel met de Raad voor Vergunningsbetwistingen vaak over en weer kan gaan. De termijn die door het VLIF is ingesteld waarbinnen je het moet opnemen, kan een grote uitdaging zijn. Ook al beantwoord je initieel aan de voorwaarden, het kan zijn dat de termijn waarbinnen het moet worden opgenomen, ondertussen verstreken is. Dat moeten we nu bekijken in functie van de door u geschetste problematiek."

“Helft Vlaams grondgebied is visieloos”
30 september 2024Boerderij wordt woning, procedures volgen
In de marge van de discussie bracht Jurgen Callaerts (N-VA) nog de zonevreemde functiewijzigingen ter sprake. Wanneer stoppende landbouwbedrijven hun gebouwen vermarkten, zijn deze mits een functiewijziging zeer gegeerd op de woonmarkt. Maar zo krijgen de omliggende landbouwers natuurlijk wel te maken met een residentiele bewoner in hun midden, wat bepaalde landbouwactiviteiten bemoeilijkt. “Dat zijn moeilijke discussies, want de huidige landbouwers zien dat als hun spreekwoordelijke appeltje voor de dorst, maar dat staat op gespannen voet met het feit dat je op die manier landbouwgebied zonevreemd maakt en dus mee de krimp zet in dat areaal, dat al onder druk staat”, zegt Callaerts.
Brouns beaamt dat het hier belangrijk is om een balans te vinden. “De woning moet meer rechten worden gegeven dan vandaag”, stelt hij. “Stallen die geen landbouwfunctie meer hebben, moet je durven af te breken. Je moet ruimte geven aan de landbouwactiviteit in de omgeving. En tegelijkertijd moet je de rechten van de buurman-landbouwer in de omgeving ook niet hypothekeren. Als hij volkomen conforme zone-eigen activiteiten exploiteert, dan kan het niet zijn dat hij bij een vergunningsaanvraag hinder ondervindt door die plattelandswoning.”
Brouns herinnert eraan dat sinds het begin van de legislatuur een expertencommissie samenzit om het vergunningenbeleid in Vlaanderen te hertekenen. “Tegen het najaar verwachten we concrete voorstellen om te komen tot een eenvoudigere, transparantere en robuustere aanpak”, aldus de minister.
