Varkensboeren Glenn en Jolien storten zich op caravankippen: “Kleinschalig en duurzaam”

In eerste instantie zijn Glenn en Jolien varkensboeren. Met de mobiele kippenstal willen ze hun bedrijf enigszins diversifiëren. Op een weide tegenover de parking van supermarkt Aldi in Beveren, is de stal met eierautomaat een populaire halte bij de shoppende Beverenaars. “Ons varkensbedrijf is vrij klassiek, maar met de kippen wilden we voor een andere aanpak gaan”, klinkt het. We houden het bewust kleinschalig, met zo’n 400 eieren per dag. 50 procent van onze omzet halen we uit ons eierautomaat, dat we naast de weide hebben geïnstalleerd. Voor de rest leveren we veel aan lokale bakkers, beenhouwers en horecazaken.” 

Geen bouwvergunning nodig 

De mobiele stal kent heel wat voordelen tegenover een vast exemplaar. “Voor een vaste kippenstal heb je een bouwvergunning nodig, voor een mobiel exemplaar hadden we enkel goedkeuring nodig van het FAVV”, zegt Glenn. “Elke tiental dagen verplaatsen we de kippen naar een ander gedeelte van de weide. In plaats van zwarte uitloop, hebben ze dus altijd vers gras. We pachten dit stuk grond van een projectontwikkelaar, en er is niet meteen de mogelijkheid om het te verbouwen. Met de mobiele stal kunnen we het nu toch benutten.” 

De kleinschalige manier van werken vraagt bewust een andere aanpak. “Op onze manier van werken kan je niet de goedkoopste zijn”, zegt Glenn. “We moeten onze eieren handmatig sorteren en stempelen. Eitje per eitje. Er bestaan machines die dit automatisch doen, maar deze zijn duur. Als je maar 430 kippen hebt, ga je die investering nooit terugverdienen. Onze eitjes zijn dus ook niet zo goedkoop als die van de supermarkt, maar ik merk wel dat veel mensen mee zijn met ons duurzame verhaal. Ze vinden het ook fijn om eieren te kopen van dieren die ze zelf hebben zien scharrelen.” 

Niet bio, wel duurzaam 

“We zijn niet bio, maar wel duurzaam”, zegt Glenn. “Voeder produceren we zelf. De mobiele stal heeft vier zonnepanelen en een batterij voor stroomvoorziening. Elke ochtend gaan de lichten aan, telkens om hetzelfde uur om de legcyclus te bevorderen. Om 11 uur ’s ochtends, na het leggen, gaat de stal open en kunnen de kippen naar de weide gaan. Ze worden zes keer per dag automatisch gevoederd. ’s Avonds gaat het licht aan in de stal, gaan de kippen op stok, en gaat de stal weer dicht. Zo blijven ze veilig afgeschermd voor roofdieren. Er zijn ook ventilatoren om de stal te koelen bij te warm weer. Een verwarming is er niet. Zelfs tijdens de winter is het 16, 17 graden in de stal door de warmte die de dieren produceren.” 

“Nu, moesten alle pluimveebedrijven werken zoals ons, België zou vol staan”, merkt Glenn op. “We houden van onze kleinschalige werking, maar dit is natuurlijk niet haalbaar voor heel de industrie. We betalen vijf keer meer per kippenplaats dan een conventionele stal. We proberen dus ook niet te concurreren met de traditionele pluimveebedrijven.” 

Fin de carrière 

“Momenteel zijn de kippen 32 weken oud, en dus in topproductie”, zegt Glenn. “We hebben een legpercentage van 93 procent. Zodra de kippen fin de carrière zijn, lijkt het ons leuk om ze te verkopen aan mensen uit de buurt. Zo kunnen ze er toch nog geniet van hebben. We zien nu al veel interesse om onze dieren te kopen, vooral bij jonge ouders. Geregeld komen ze met hun kinderen naar de kippen kijken.” 

Voor het koppel bieden de kippen een leuke afwisseling op de varkenshouderij. “Het is heel gevarieerd werk. Voorzichtig werk natuurlijk ook, met de eitjes. Veel handenarbeid, maar leuk om te doen”, zegt Jolien. “De vraag is groot. Binnenkort installeren we een tweede mobiele kippenstal.”