Moeder en dochter runnen succesvol vleesveebedrijf met speelboerderij

In enkele jaren is de veestapel teruggeschroefd van 800 vleesrunderen naar 250 en wordt er ingezet op hoeve-educatie. Boerderij Fines geldt daarmee als een schoolvoorbeeld van een bedrijf dat inzet op schaalverkleining en met korte keten en boerderijeducatie die de kloof tussen landbouw en burger verkleint. “Behalve een gebrekkige kennis over het boerderijleven hebben kinderen ook groot-motorische problemen. Op onze speelboerderij kunnen ze ravotten, klimmen en klauteren”, verwoordt Catherine Rigot het idee achter de bedrijfsverbreding. Sinds het overlijden van haar man in 2018 runt zij het bedrijf met haar dochter Ines.

13 juli 2023  – Laatst bijgewerkt om 4 augustus 2023 9:09
20230704_134152

Deze zomer brengt VILT een reeks portretten van land- en tuinbouwers die op hun bedrijf inspanningen doen om de kloof tussen boer en burger te verkleinen. Uit de recente imagostudie van VILT blijkt dat een groot deel van de Vlamingen vragende partij is om het contact met landbouw te versterken. Doe je zelf inspanningen om de consument bij jouw bedrijf te betrekken? Laat het ons weten en we bekijken of we langs kunnen komen om jouw verhaal op te tekenen.

“De korte keten kan en moet nog meer een rol spelen in het verbinden van landbouw en burger. Ook op het gebied van educatie kan de boerderij van betekenis zijn.” Dat waren twee van de belangrijke conclusies van de imagostudie ‘Hoe kijkt de Vlaming naar de landbouw?’, uitgevoerd door Universiteit Gent in opdracht van VILT. De resultaten van het onderzoek werden begin juli gepresenteerd aan publiek van landbouwbestuurders, boeren en trouwe lezers van VILT.

Gastbedrijf was boerderij Fines in Glabbeek dat met haar congresruimte en speelboerderij een toonbeeld is van het landbouwbedrijf van de toekomst. De boerderij in Vlaams-Brabant ontvangt klassen, organiseert kinderkampen en stelt haar deuren open voor verjaardagsfeestjes. “Ik kom uit het onderwijs en wilde altijd al wat met landbouweducatie gaan doen”, vertelt zaakvoerder Catherine Rigot (56). In 2017 zegde ze haar job als lerares op en diversifieerde het vleesveebedrijf van haar man Marc met een speelboerderij. 

Kinderen komen tegenwoordig niet meer buiten

“Kinderen hebben niet alleen steeds minder kennis van de oorsprong van voedsel en het boerderijleven, bovendien zie ik steeds meer groot-motorische problemen. Kinderen komen te weinig buiten om te spelen en te ravotten”, verklaart de boerin-gastvrouw de theorie achter haar businessmodel. De speelboerderij kreeg de toepasselijke naam Ravot.

In de loop der jaren verdrukte het landbouwtoerisme en -educatie letterlijk en figuurlijk de vleesveestapel. Eén van de vrijgekomen stallen werd omgebouwd tot een speelruimte waar kinderen tussen de strobalen rondjes kunnen rijden in speelgoedtractoren. De andere helft van de stal is uitgerust met een professionele keuken en een congreszaal. 

De nadruk ligt op de jeugd, educatie en spelen, zo klinkt het. “We krijgen elke dag wel een klas over de vloer”, vertelt Catherine. Het is niet alleen de speelruimte en kleine kinderboerderij met een varken en wat kippen. De kinderen kunnen ook binnen in de veestallen. Voor een koppel Belgische witblauw runderen, dat zich in de afmestfase bevindt, staan bijvoorbeeld een 15-tal kleine kruiwagens. “Voor de jongsten: zij vinden het prachtig om te assisteren bij het voederen.” 

Boerderij Fines

Gedwongen transitie

De zaakvoerster geeft aan dat de grote transformatie van het bedrijf ook deels noodgedwongen tot stand kwam. Een jaar nadat zij de nevenactiviteiten opstartte, overleed haar man Marc aan kanker. Twee jaar daarvoor was ook zijn broer Jan aan dezelfde ziekte overleden. “Ze runden het veeteeltbedrijf met zijn tweeën en plotseling stonden ik en mijn dochters er alleen voor. Dat was een moeilijke tijd en de toekomst was onzeker.”

De kwestie van bedrijfsopvolging stak hierdoor eerder dan verwacht de kop op. “Mijn oudste dochter Ines hielp altijd al veel mee op de boerderij, maar de vraag van opvolging was nooit ter sprake gekomen. Hoewel ze destijds studeerde, heeft ze al snel besloten in het bedrijf te komen. Zij heeft zich de veehouderij in de loop der jaren verder eigen gemaakt. Al was het een proces van vallen en opstaan”, vertelt Catherine, die zelf verantwoordelijk is voor de nevenactiviteiten. 

“Er waren verschillende factoren die ervoor zorgden dat het een moeilijke keuze was", vertelt Ines. "Allereerst was ik nog aan het studeren, de combinatie van studeren en werken was niet vanzelfsprekend. Maar door de hulp van familie en vrienden is dit toch gelukt. Daarnaast wist ik ook niet of dit wel écht de job was die ik heel mijn leven wilde doen. Het is namelijk zo dat ik heel geïnteresseerd was in de landbouw, maar doordat ik in Leuven studeerde was ik ook nog niet in heel het reilen en zeilen van de job betrokken geweest. Door dan uiteindelijk in het diepe gegooid te worden, heb ik ontdekt dat ik dit enorm graag doe.”

Ines is op het bedrijf verantwoordelijk voor de veeteelt, terwijl haar zus Margo, die marketing en bedrijfscommunicatie studeerde, de social mediakanalen bijhoudt. “En bij het werk op het land helpen mijn schoonzonen mee”, vertelt Catherine. Op 70 hectare verbouwen de boeren vooral gewassen voor de voedervoorziening, zoals maïs, gras, graan en suikerbieten. Dat laatste gewas gaat naar de suikerfabriek waarna men perspulp retour krijgt. De technische boerenrol van Ines vertaalde zich in de naamgeving van de boerderij. Fines is namelijk een samentrekking van Farm en Ines. 

Professionele veeteelt met passie voor fokkerij

Het vleesveebedrijf telt inmiddels nog 250 runderen, een combinatie van jongvee en volwassen vee. “Onze geslachte koeien zetten we allemaal af bij lokale slagers”, vertelt Catherine. Op deze manier is de afstand tussen boer en consument beperkt." Behalve de teelt van eigen witblauwe runderen, hebben de veehouders ook nog enkele runderen in afmest voor hun klanten-beenhouwers. Zo staan er op het moment van interview twee Deense Jerseys en Nederlandse Lakenvelders in de stal.

Belgisch Witblauw_fines
Belgisch Witblauw_Fines2

Waar haar vader voltijds met het veeteeltbedrijf bezig was, heeft Ines, die afstudeerde als bio-ingenieur met specialisatie landbouw, er een baan als landbouwadviseur bij DLV naast. Omdat ze zich minder vaak tussen het vee ophoudt, is ze aangewezen op technische hulpmiddelen. Zo dragen de vrouwelijke dieren een halsband met activiteitenmeter waaruit de tochtigheid opgemaakt kan worden. Op het bedrijf wordt uitsluitend gebruikgemaakt van kunstmatige inseminatie. Uit de beste koeien, de koeien met de meeste vleesaanzet, worden zelfs embryo's gewonnen om vervolgens snellere stappen in de genetische verbetering van de veestapel te zetten. 

Met deze professionele aanpak treedt Ines in de voetsporen van haar vader Marc en oom Jan. De broers stonden in België bekend als fervente fokkers en deden mee aan prijskampen waar ze regelmatig met een prijs aan de haal gingen. Ook Ines is succesvol op prijskampen. Zo kroonde een koe uit haar stal zich twee jaar geleden tot kampioen op de prijskamp van de jaarmarkt Leuven. 

Met haar 27 jaar behoort Ines tot de jongere vleesveehouders in Vlaanderen. De sector staat te boek als sterk vergrijsd en de verwachting is dat de dalende veestapel van de voorbije jaren zich nog verder zal doortrekken in de toekomst. Catherine gelooft daardoor heilig in het bedrijf dat ze samen met haar dochter runt. “Maar dan wel in combinatie met de nevenactiviteiten zoals landbouwtoerisme, en -educatie. Het is voor de toekomst van de landbouw belangrijk om de kloof tussen boeren en consumenten te verkleinen en wederzijds begrip te creëren.”

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek