“Mensen komen van heinde en verre voor ons hertenvlees”

Marc Bossuyt is met 350 herten de grootste hertenhouder in Vlaanderen. De professionele hertenhouderij in ons land startte in de jaren 90 van de vorige eeuw en alle professionele bedrijven zetten hun vlees af in de korte keten. Nadat Bossuyt met hoeveslagerij De Bouvrie klandizie verkreeg voor zijn hertenvlees, breidde hij zijn aanbod ook uit met rundvlees, lamsvlees en sinds twee jaar varkensvlees. Hij koos hiervoor steeds duurzame rassen die zich buiten kunnen redden. Duurzaamheid staat ook centraal in de akkerbouw waar de landbouwer als één van de eerste bedrijven in België pionierde met bloemenstroken aan de akkerranden. “Bezoekers zijn verbaasd als ze horen dat akkerbouwers hun best doen om zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken”, vertelt de boer die in de zomer rondleidingen organiseert met een boerderijpicknick. 

3 augustus 2023  – Laatst bijgewerkt om 4 augustus 2023 9:10
hertenteelt_hertenteler4

Deze zomer trekt VILT erop uit om een reeks portretten van land- en tuinbouwers te brengen die op hun bedrijf inspanningen doen om de kloof tussen boer en burger te verkleinen. Uit de recente imagostudie van VILT blijkt dat een groot deel van de Vlamingen vragende partij is om het contact met landbouw te versterken. Doe je zelf inspanningen om de consument bij jouw bedrijf te betrekken? Laat het ons weten en we bekijken of we langs kunnen komen om jouw verhaal op te tekenen.

“Ik liep al een tijdje met deze kwetsuur rond, maar heb de operatie steeds uitgesteld. In de zomer is het hier veel rustiger dan in de winter, wanneer de verkoop van hoevevlees piekt.” Aan het woord is Marc Bossuyt, met zijn arm in een mitella, die samen met zijn vrouw Anja Danneels herten kweekt op de nattere leemgronden rond hun eeuwenoude vierkantshoeve De Bouvrie in Bossuit, een deelgemeente van het West-Vlaamse Avelgem in de Scheldevallei. “De nattere gronden zijn minder geschikt om te ploegen en worden daarom al eeuwen gebruikt om vee te laten grazen”, verklaart de boer die over 18 hectare huiskavel beschikt die hij inzet als permanent grasland deels gecombineerd met agroforestry.

De vroegste vermeldingen van de historische hoeve dateren van de twaalfde eeuw en Bossuyt behoort tot de vierde generatie die op deze locatie boert. Zou oud als de geschiedenis van de boerderij, zo jong is de veeteelt die er bedreven wordt. “Wij hebben altijd Belgische Witblauw runderen gehad, maar in de jaren 90 stonden de prijzen erg onder druk door een aantal crisissen, zoals de hormonencrisis. Daardoor ben ik mij gaan oriënteren op een andere activiteit”, vertelt de 56-jarige boer.

Bij zijn agrarische heroriëntatie stonden duurzaamheid en extensiviteit centraal en bovendien wilde hij rechtstreeks voor de consument werken. “In de gangbare landbouw is de boer prijsnemer. Na de oogst is het vaak afwachten welke prijs de boer ontvangt. Dat merkten wij ook sterk bij de kweek van Belgische Witblauw. Ik wilde van deze afhankelijkheid af en met meer toegevoegde waarde de directe link naar de consument leggen”, legt Bossuyt uit.

hertenteelt_hertenteler6

“Alle hertenhouders oriënteren zich op korte keten”

Uiteindelijk viel de keuze op de hertenhouderij, toen nog nagenoeg onbestaand in ons land. “De eerste professionele hertenboerderijen zijn in de jaren 1970 ontstaan in Engeland en Nieuw-Zeeland”, aldus de West-Vlaming die aangeeft dat in de jaren 90 nog meer landbouwers met de kweek gestart zijn. “In deze jaren waren meer boeren op zoek naar alternatieve landbouwactiviteiten en zijn ook de geitenhouderij en de struisvogelteelt opgekomen. Van de struisvogelbedrijven zijn er nog maar weinig over om de simpele reden dat zij zich ook zijn gaan richten op de groothandel en weer prijsnemer werden. Het enige overgebleven struisvogelbedrijf in Vlaanderen is actief in de korte keten.”

In de loop der jaren zijn er in België zo’n tien professionele hertenbedrijven overgebleven tot de dag van vandaag”, aldus Bossuyt die als voorzitter van ABEC, de Belgische hertenkwekersvereniging, over de cijfers beschikt. Twee van de bedrijven zijn gevestigd in Wallonië, acht in Vlaanderen. "Daarnaast zijn er nog acht hobbymatige hertenhouders actief", vult hij aan. Vanaf zo’n 60 hindes (moederdieren) kan er volgens de boer gesproken worden van een professionele hertenboerderij. Zelf heeft hij 100 hindes rondlopen en 350 herten in totaal. Daarmee is hij naar eigen zeggen het grootste hertenbedrijf van het land.

Doordat herten nog niet zo lang gedomesticeerd zijn, volgen deze nog steeds hetzelfde bioritme als hun wilde soortgenoten. De dieren grazen van maart tot december buiten en kalveren eind mei na een dracht van acht maanden buiten in de weide. In september worden de kalveren gespeend (van hun moeder weggehaald) en geoormerkt. In de winter verblijven de kalveren op stal waar ze hooi krijgen. “Omdat ze op de weide in de kudde geboren worden, weten we enkel uit welke moederlijn ze komen”, vertelt Bossuyt. De vader is wel bekend. Een kudde van zo’n 40 hindes telt namelijk maar één bok.”

hertenteelt_hertenteler5

Dicht tegen de natuur

Hoewel de herten op het bedrijf na verloop van tijd gewend raken aan de mens en semi-tam worden, is Bossuyt vooral zeer alert voor de oudere bokken die tot 300 kilo zwaar worden. Vooral in de bronsttijd, het paarseizoen in oktober, kan het mannelijke hert zeer gevaarlijk zijn en komt er een veearts aan te pas om het dier na een verdovingsschot van zijn gewei te ontdoen. Een gewei dat overigens elk jaar vernieuwd wordt. De jongere bokken zijn volgens de hertenkweker makkelijker in de omgang. Deze kunnen voor het zagen worden vastgezet in een hydraulische crush. Het geweizagen is voornamelijk voor dierenwelzijn belangrijk.

De 100 moederdieren blijven tot 15 jaar op het bedrijf. Het zijn de mannelijke herten die tijdens hun tweede winter voor de slacht afgevoerd worden als zij 120 tot 180 kilo wegen. De vrouwelijke slachtdieren zijn lichter en worden soms pas de derde winter geslacht. “In de winter, als de herten zich met een vetlaagje hebben voorbereid op een minder voedzame periode, is het vlees op zijn best. Daarnaast wordt hert als typisch wild vooral in de winter geconsumeerd”, vertelt Bossuyt die de hoeveverkoop tijdens de winter ziet pieken en dagelijks enkele honderden bestellingen afhandelt. “In de winter heb ik het veel drukker als beenhouwer dan als boer.”

Volgens Bossuyt onderscheidt het hertenvlees in de korte keten zich in kwaliteit en duurzaamheid sterk van het vlees in de retail. “Het hertenvlees in de supermarkten komt uit Polen, Hongarije en vooral ook Nieuw-Zeeland waar het wekenlang onderweg is met een boot. Duurzaam kun je dat niet noemen en bovendien is het vlees verre van vers.” Voor het rantsoen voor de herten en zijn ander vee, zoekt de veeteler het ook dicht bij huis. Graan, tarwe, gerst en luzerne worden op eigen land verbouwd. Met deze teelten kan Bossuyt het gebruik van overzeese soja vermijden. Een bewuste keuze, stelt hij. “Het is toch niet logisch dat soja van ver vervoerd wordt om het hier aan het vee te voeren.”

hertenteelt_hertenteler7

Meer klanten, meer vraag naar ander vlees

De hertenkweker heeft in 30 jaar een imposante klantenlijst opgebouwd van mensen uit de streek en ver daarbuiten. 90 procent van het hertenvlees wordt via de hoeveslagerij, die zich bevindt in een vleugel van de vierkantshoeve, verkocht. De rest gaat naar lokale slagerijen en in mindere mate horecazaken. "Werken in de korte keten geeft enorm veel voldoening", vertelt Bossuyt. “Je hebt rechtstreeks contact met de klant en het is erg motiverend om te horen dat jouw vlees gesmaakt wordt.”

Klanten weten de hoeveslagerij, die in het seizoen van oktober tot eind februari alle weekenden geopend is en daarna eens per maand, overigens niet alleen te vinden voor het hertenvlees. In de loop der jaren heeft de boer-beenhouwer het assortiment uitgebreid met rundvlees, kalfsvlees, lamsvlees en sinds twee jaar varkensvlees. “Dat is eigenlijk op verzoek van de consument zo gegroeid. Bij de koop van hertenvlees vroeg men vaak of we geen rundvlees of varkensvlees verkochten”, legt hij uit.

varkens_hoeveslagerij_korteketen
Limousine_Vleesvee

Rondleidingen met boerderijpicknick

Ook deze dieren worden op de hoeve gekweekt. Bij de raskeuze speelde net zoals bij de hertenhouderij duurzaamheid een belangrijke rol. Zo kalft het Franse Blonde d'Aquitaine vleesveeras op natuurlijke wijze en grazen zij grote delen van het jaar in de weides. Bij de varkens koos de hertenhouder voor het Yorkshire-varkensras dat eveneens buiten rondscharrelt en in een jaar slachtrijp is. “Dieren die buiten rondlopen verbeteren het imago van de landbouw”, vertelt Bossuyt die met zomerse rondleidingen, gecombineerd met picknicks waar hoeveproducten geserveerd worden, de rustige vleesverkoop compenseert.

Ook met deze rondleidingen voor groepen probeert hij de landbouw dichter bij de consument te brengen, hoewel hij toegeeft dat hij met zijn extensieve kweek en unieke veesoorten niet representatief is voor het gemiddelde landbouwbedrijf in Vlaanderen. Volgens de boer bestaan er veel vooroordelen ten opzichte van de landbouw. “Zo denken bezoekers vaak dat een akkerbouwer er lustig op rond spuit. Maar dat is helemaal niet het geval. Ik leg ze dan uit dat wij veel gebruik maken van natuurlijke bestrijders en het pesticidegebruik zo veel mogelijk beperken, al was het maar om de kosten te drukken.”

De kosten zijn zeker niet de enige motivatie van de West-Vlaamse landbouwer. Hij zit sinds enkele jaren in het bestuur van Boerennatuur Vlaanderen, een organisatie op het snijpunt van landbouw en natuur, en hij experimenteerde 20 jaar geleden al met bloemenstroken aan zijn akkers en andere natuurbeheerprojecten om de biodiversiteit rond zijn bedrijf op te krikken en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen terug te schroeven. Met specifieke gewassen zet hij zich ook al vele jaren in voor akkervogels. Met succes, stelt hij: “Jaarlijkse tellingen wijzen uit dat de akkervogelpopulatie, denk aan patrijzen, kwartels en leeuweriken, de laatste jaren is vergroot en door de aanwezigheid van insecten als natuurlijk bestrijders, hoef ik nauwelijks insecticiden te gebruiken, zeker niet meer preventief.”

Baanbrekende plannen voor de toekomst heeft de West-Vlaming niet. “Mogelijk dat we de varkensstapel nog wat kunnen uitbouwen. Daarnaast zou ik voor de afzet van het hertenvlees nog wat meer met lokale slagers willen werken. In tegenstelling tot de retail hebben zij nog wel extra geld over voor kwalitatief vlees”, besluit hij.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek