Van stadsmeisje tot landbouwgedeputeerde: “Er wordt zoveel misinformatie over landbouw verspreid”
interviewMet Vooruit-politica Jinnih Beels kreeg de landbouwportefeuille in de provincie Antwerpen vorig jaar een opvallend nieuw gezicht. Niet gelinkt aan een traditionele landbouwpartij en zonder voorkennis over de sector trok ze een jaar lang het veld in om met landbouwers in gesprek te gaan. “Er leeft zoveel misinformatie over landbouw. Het is één van mijn prioriteiten om die perceptie te keren en landbouw opnieuw een volwaardige plaats aan de overlegtafel te geven”, luidt haar conclusie.
Dat ze die opdracht serieus neemt, blijk ook uit haar aanwezigheid op de boerenprotesten donderdag in Brussel. “Ik wil de Vlaamse boeren het signaal geven dat ze gezien worden en dat ik als beleidsmaker naar hen wil luisteren”, zei Beels te midden van de protesterende boeren. “Wij betekenen niets als samenleving als onze voedselzekerheid niet gegarandeerd is. Willen we eten, dan hebben we landbouwers nodig, ook in de toekomst. Als wij in Vlaanderen en Europa onze overladen met regels terwijl we verdragen sluiten met landen die zich daar niets of weinig van aantrekken, getuigt dat van totale onkunde en onwetendheid.”
En dus trok Beels mee de straat op met de boeren. Want als beleidsmaker kiest ze resoluut voor het terrein om haar beleid vorm te geven. Die aanpak oogst niet altijd lof bij collega's, maar geeft haar wel een scherp beeld van de uitdagingen waar landbouwers vandaag mee worstelen: van stikstof en vergunningen tot grondgebruik en publieke beeldvorming. In dit interview blikt ze terug op haar eerste jaar in functie.
Had u het verwacht gedeputeerde voor Landbouw in de provincie Antwerpen te worden?
Jinnih Beels: Eerlijk? Nee, ik had daar niet op gerekend. Ik heb wel heel bewust campagne gevoerd in de Kempen, uiteraard met de hoop een zetel te behalen. Tegelijk besefte ik dat cd&v en N-VA daar sterk staan. oen de uitslag bekend werd, leek het erop dat dezelfde coalitie zou aanblijven. Dat was ook de boodschap die ik aanvankelijk kreeg van eerste gedeputeerde Luk Lemmens toen hij bij ons kwam luisteren naar onze visie op het provinciebeleid. Maar plots werd er toch in onze richting gekeken, een kans die we niet wilden laten liggen. Vooruit had immers al een tijd geen uitvoerend mandaat meer in de provincie Antwerpen. En dat is altijd mijn ambitie geweest: ik wil mee aan de knoppen zitten en het beleid in een bepaalde richting sturen. Vanuit de oppositie is dat moeilijk.
Stond u te springen om de bevoegdheid Landbouw te krijgen? Laat ons eerlijk zijn, landbouw en Vooruit is nooit echt een match geweest.
Ik heb me bij de bevoegdheidsverdeling heel bescheiden opgesteld. Landbouw is me aangeboden en ik ben er zonder discussie op ingegaan. Ik wist wel dat het een sector is die voor enorme uitdagingen staat. Maar dan ligt het in mijn karakter om juist daar mijn tanden in te zetten. Het klopt dat Vooruit niet geassocieerd wordt met landbouw, maar ik ben in de politiek gegaan om alle mensen te helpen en zaken in beweging te zetten. Ik heb dat als schepen van Onderwijs van de stad Antwerpen gedaan en ik wil dat nu ook doen als gedeputeerde van Landbouw.
Met welk idee over landbouw bent u aan uw mandaat begonnen?
Ik heb geen landbouwachtergrond, ik ben een echt stadsmeisje. Mijn grootmoeder had een tweede verblijf op de buiten, in Kortrijk-Dutsel, en wat ik daar als kind zag, bepaalde grotendeels het beeld dat ik had van landbouw: heel verouderd en clichéachtig dus. Tot mijn grote verrassing is dat beeld na een jaar volledig bijgesteld. Vanaf het begin van mijn mandaat heb ik ervoor gekozen om mijn laarzen aan te trekken en op het terrein in gesprek te gaan met landbouwers en de organisaties errond. Ik wil weten tegen welke drempels landbouwers aanlopen, wat hun bezorgdheden zijn en waar het beter kan. Dat leer je niet uit beleidsnota’s, maar door het terrein op te gaan en echt te luisteren.
En hoe kijkt u nu naar landbouw?
Ik zie het als een sector met enorme knowhow, die innovatief is en eigenlijk al heel duurzaam bezig is. Een sector ook die grote investeringen moet doen. Vandaag is een landbouwer met veel meer zaken bezig dan mensen beseffen: hij werkt op het land, verzorgt zijn dieren, maar is daarnaast ook boekhouder, bioloog, manager en soms zelfs dierenarts. Een boer heeft zoveel petten tegelijk op.
Het afgelopen jaar heb ik sterk het gevoel gekregen, en daarin moet ik de landbouwers gelijk geven, dat zij vaak de rol van zwart schaap krijgen
U wijst intussen al mensen terecht op Facebook als ze negatief spreken over landbouw, zelfs uw partijgenoten…
Door te sector te leren kennen, besef ik hoeveel misinformatie er over landbouw de wereld in wordt gestuurd. Ik ben na een jaar zeker nog niet de grote deskundige, maar ik weet intussen wel hoe één en ander in elkaar steekt en ik besef dat veel van wat in de media wordt beweerd, zoals over de drinkwatervervuiling of recent nog een opiniestuk over vogelgriep, gewoon niet klopt.
Het is spijtig dat er op zo negatief wordt gesproken over een sector die ontzettend hard zijn best doet om alle regels na te leven. Vaak is er een bepaalde vooringenomenheid, gelinkt aan lobbygroepen. Begrijp me niet verkeerd, lobbygroepen doen hun werk, maar problematisch wordt het als media dit beeld klakkeloos overnemen. Daardoor krijgt de consument een verkeerd beeld van hoe uitdagingen in de landbouw concreet in elkaar zitten. Het afgelopen jaar heb ik sterk het gevoel gekregen, en daarin moet ik de landbouwers gelijk geven, dat zij vaak de rol van zwart schaap krijgen.
Over lobbygroepen gesproken, bij aanvang van de nieuwe deputatie zei N-VA-gedeputeerde Luk Lemmens dat het beleid de landbouwer opnieuw centraal wil stellen en rechtstreeks wil aanspreken, in plaats van allerlei instellingen ertussen. Dat leek op een sneer naar Boerenbond…
Ik ben snel na mijn aantreden rond de tafel gaan zitten met Boerenbond en dat gesprek was open en constructief. Het klopt dat er veel negatieve beeldvorming was over de organisatie, maar ik heb ook duidelijk gemaakt dat ik me daar niet door laat beïnvloeden. Ik wil samenwerken met belangenorganisaties, maar mijn prioriteit ligt bij de individuele landbouwer, niet bij bijvoorbeeld Boerenbond. Wel wil ik samen bekijken hoe we het leven van landbouwers rechtszeker, efficiënter en economisch rendabeler kunnen maken. Na een jaar merk ik dat het lukt om met wederzijds respect samen te werken.
Mijn deur staat trouwens open voor alle belangenorganisaties, ook uit de hoek van natuur en industrie. Te veel ideologie is in het debat geslopen waardoor het uiteindelijk doel – onze voedselzekerheid garanderen met respect voor de natuur – is verloren gegaan. Oplossingen vind je volgens mij alleen met gezond verstand en voldoende pragmatisme.
Ik wil onze dienst Landbouw opnieuw op de kaart zetten, zodat ook andere beleidsdomeinen consequent rekening houden met de impact van hun beslissingen op landbouw
De bevoegdheid Landbouw was in de provincie meer dan 30 jaar in handen van cd&v. Mogen we een trendbreuk in het beleid verwachten?
Het feit dat ik geen deel uitmaak van een traditionele landbouwpartij is op zich al een trendbreuk, maar ook in het beleid willen we dit doortrekken, op drie niveaus. Ten eerste willen we een mentaliteitswijziging binnen de provincie realiseren: landbouw telt opnieuw mee. Mijn indruk is dat deze bevoegdheid de afgelopen jaren wat stiefmoederlijk behandeld werd. Ik wil onze dienst Landbouw opnieuw op de kaart zetten, zodat ook andere beleidsdomeinen consequent rekening houden met de impact van hun beslissingen op landbouw.
De tweede trendbreuk zit in de communicatie. Zoals ik al zei, de perceptie over landbouw is vaak negatief. De valse tegenstelling tussen landbouw en natuur draagt daar sterk aan bij. Die wil ik doorbreken door actief samen te werken met collega’s die bevoegd zijn voor water en natuur, en door landbouw zichtbaar en begrijpelijk te maken voor de burger. Boeren worden te vaak geframed als het probleem, terwijl ze juist een onmisbaar deel van de oplossing zijn. Landbouw zorgt voor voedselzekerheid en in geopolitiek onzekere tijden getuigt het streven naar zelfvoorzienendheid van anticiperend en langetermijnbeleid.
Komen er ook inhoudelijk andere klemtonen?
Jazeker, dat is de derde trendbreuk. Er is een eerste inhoudelijk speerpunt om te streven naar meer rechtszekerheid en duidelijke kaders. Boeren moeten weten waar ze aan toe zijn. Beleid dat om de haverklap wijzigt of dat buitenlandse producten aan lagere standaarden toelaat, schaadt onze productie en is op zijn zachtst gezegd onwenselijk. Ook het vergunningenbeleid wil ik mee proactief aanpakken: meedenken met dossiers voordat ze vastlopen in plaats van achteraf te moeten bijsturen. Een derde speerpunt is een eerlijke en strategische grondverdeling. Onze Vlaamse vruchtbare gronden zijn onze grondstoffen en moeten beschermd, geactiveerd en toegankelijk gemaakt worden voor startende landbouwers. Dat kan onder meer via aankoopbeleid, agrarisch hergebruik en clustering van percelen.
Dat plattelandsbeleid voortaan niet meer gekoppeld is aan het landbouwbeleid kreeg de nodige kritiek. Kan u die volgen?
Die is onterecht. Het plattelandsbeleid verdwijnt niet, maar wordt geïntegreerd in een nieuwe Dienst Lokale Besturen die ook landelijke gemeenten beter zal ondersteunen. De middelen vanuit het plattelandsbeleid die vroeger beperkt naar landbouw gingen, worden ruimschoots gecompenseerd door extra provinciale investeringen, onder meer in de Hooibeekhoeve en in de mogelijke aankoop strategische landbouwgronden. Daarmee gaan we vlot boven een half miljoen euro extra richting landbouw.
Met de Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimvee heeft de provincie belangrijke instrumenten in handen om mee richting te geven aan de toekomst van de veehouderij. Is die toekomst er nog na het stikstofdecreet?
Die toekomst moet er zijn. Willen we de miljarden mensen op de wereld gezond voeden, dan moeten we landbouw de kans geven om zich aan te passen aan de uitdagingen die er zijn. De manier waarop beslissingen zijn opgelegd, is gewoon fundamenteel verkeerd. We verwachten van landbouwers dat ze enorme investeringen doen in stikstofreducerende maatregelen, terwijl we ze ook hun veestapel moeten verkleinen. Dat is economisch nauwelijks te verantwoorden. En dan worden de regels nog eens en cours de route gewijzigd: dat is toch geen beleid, dat is kafka.
Ik heb er ook moeite mee dat in het stikstofdossier niet alle sectoren op een gelijkwaardige manier zijn behandeld. De landbouwsector is bijzonder hard getroffen. Voor landbouwers gaat dit over hun levenswerk en hun toekomst. Die onzekerheid zonder duidelijk perspectief, heeft diepe wonden geslagen en de politieke geloofwaardigheid ondermijnd. Wie draagvlak wil creëren voor een fundamentele koerswijziging, moet voorzichtig te werk gaan en landbouwers actief betrekken. Over hen praten in plaats van met hen heeft geleid tot frustratie en woede op het terrein. Dat had vermeden kunnen worden.
Ik denk dat we onderweg gemakshalve zijn vergeten hoe cruciaal en strategisch de landbouwsector voor ons is.
Na moeizame zoektocht krijgt Turnhouts Vennengebied nieuwe intendant
18 november 2025Eén van de zwaarst getroffen gebieden op dat vlak ligt in jouw provincie. Hoe kijkt u naar de uitdagingen voor het Turnhouts Vennengebied?
Ook hier is landbouw aangewezen als de grote schuldige, maar het Turnhouts Vennengebied ligt niet onder een stolp hé. De haven ligt echt niet zo ver en stikstof laat zich niet tegenhouden aan de grens. Ik snap nog steeds niet goed hoe het zo ver is kunnen komen. Ik denk dat we onderweg gemakshalve zijn vergeten hoe cruciaal en strategisch de landbouwsector voor ons is.
Maar nu is er eindelijk een intendant…
Ja, eindelijk, Frank Smeets. Eerlijk, het is een shitty job. Het zal niet evident zijn om de drie verschillende sectoren terug tot elkaar te brengen. Zeker in het masseren van de landbouwsector zal hij wel wat tijd moeten steken. Want door de behandeling van de afgelopen jaren voelen landbouwers zich volledig buitenspel gezet.
Uw naam circuleerde op een bepaald moment ook voor de positie van intendant?
Klopt, toen de minister me de vraag stelde overviel ze mij, maar ik heb vrij snel ja gezegd. Niet omdat ik dacht dat het een makkelijke job zou worden, wel omdat ik het gevoel had dat ik iets zou kunnen doen voor de landbouwers daar. Ik had ook de indruk dat de boeren in het Turnhouts Vennengebied achter mijn kandidatuur stonden. Maar bepaalde partijen vonden de job van intendant zogenaamd niet combineerbaar met mijn mandaat als landbouwgedeputeerde. Ik kwam te veel uit landbouwhoek, terwijl een intendant onafhankelijk moet zijn. Als u het mij vraagt, eerder politieke spelletjes in plaats van op zoek te gaan naar werkbare oplossingen voor heel de samenleving.
Mag ik opmerken dat uw visie op landbouw veel raakvlakken vertoont met die van cd&v?
Er is mij zelfs al verweten dat ik een partijkaart van cd&v moet aanschaffen. Maar dat soort opmerkingen raakt voor mij de kern van wat vandaag fout loopt in de politiek: te vaak zijn beleidsmakers bezig met elkaar te bekampen of in hokjes te duwen, in plaats van beleid te voeren voor alle mensen op het terrein.
Ik begrijp dat partijen bepaalde thema’s willen claimen, daar is op zich niets mis mee. Maar eens je bestuurt, moet je dat doen voor iedereen, los van waar je je stemmen haalt. Dan stopt de campagnepraat en moet je verantwoordelijkheid nemen. Ik weet dat landbouwers traditioneel vaak cd&v stemmen, maar ik voer geen landbouwbeleid om stemmen te winnen. Net daarom spreek ik ook mijn eigen partijgenoten geregeld aan. Ik vraag hen om zich meer in de samenleving te begeven en te spreken als volksvertegenwoordigers, niet als partijvertegenwoordigers.
Wanneer kijkt u tevreden terug op uw mandaat dat in 2030 ten einde loopt? Wat hoopt u gerealiseerd te hebben?
Ik hoop dat de negatieve perceptie over landbouw gekeerd is. Ik heb me voorgenomen om daar continu werk van te blijven te maken. Daarnaast wil ik ook de consument wijzen op zijn verantwoordelijkheid, niet met een beschuldigende vinger, maar wel door uit te leggen hoe het er wél aan toegaat in de landbouw. Dat boeren begaan zijn met het milieu en de natuur en dat ze goed voor hun dieren zorgen. Ik ben nog op geen enkele boerderij geweest waarbij ik zag dat de dieren niet goed verzorgd worden. Meer zelfs, ik denk dat kippen en varkens vandaag het vaak beter hebben dan mensen in de zorg bijvoorbeeld.
En ik hoop ook dat landbouwers aan het einde van mijn mandaat kunnen zeggen: “Beels, je hebt niet alles kunnen veranderen, maar je hebt tenminste naar ons geluisterd en ons opnieuw een volwaardige plaats aan de overlegtafels bezorgd.” Wanneer er opnieuw geluisterd wordt, ontstaat begrip voor de uitdagingen en de knelpunten van de sector en dat helpt om een consequent beleid te voeren.