nieuws

Nieuwe lijst piekbelasters meteen onder vuur in Vlaams parlement

nieuws

Elf van de 41 piekbelasters uit 2022, veebedrijven wiens stikstofuitstoot een grote impact heeft op nabijgelegen natuurgebieden, zijn vrijwillig gestopt. Dat maakt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) maandag bekend in de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement. Tijdens die commissie bleek ook dat de verouderde kritische depositiewaarden (KDW’s) zijn gebruikt in de berekening.

gisteren Griet Lemaire
Lees meer over:
stikstof-varkensbedrijf-diest-afbraak-omgeving-natuur-1225

Het parlementaire jaar start normaal later in de maand september, maar toen Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) een drietal weken geleden met een nieuwe lijst van piekbelasters naar buiten kwam, zorgde dit meteen voor wrevel bij oppositie en meerderheid. Zij vroegen en kregen een extra commissiezitting om meer tekst en uitleg te krijgen bij de nieuwe berekeningswijze.

Ruimere periode in rekening gebracht

Piekbelasters zijn de veebedrijven die door de combinatie van hun ligging met hun stikstof- en ammoniakuitstoot de grootste impact hebben op de beschermde natuur in hun omgeving. Op de lijst met piekbelasters, de zogenaamde ‘rode bedrijven’, die in februari 2022 werd bekendgemaakt stonden 58 landbouwbedrijven op de lijst. Toen een jaar later het stikstofakkoord vorm kreeg, hadden al 17 veebedrijven hun activiteiten hun activiteiten stopgezet, omgevormd of verplaatst.

De andere 41 bedrijven kregen pas deze zomer echt duidelijkheid, want in het stikstofdecreet was bepaald dat de impactscore geen momentopname (uitstootgegevens 2015) meer zou zijn, maar dat ze over een ruimere periode zou berekend worden. Het was de periode 2020 tot 2022 die in rekening werd gebracht. In de nieuwe berekening werden onder meer ook andere meteo- en habitatkaarten gebruikt.

Van sluiting naar uitstoot verminderen

Door deze hertelling werden minder piekbelasters geïdentificeerd. “Een landbouwbedrijf belandde daarbij pas op de nieuwe lijst als het in de betrokken periode minstens twee jaar verantwoordelijk was voor de helft (of meer) van de stikstofneerslag die de nabije natuur aankan”, zo lichtte Bart De Schutter, gedelegeerd bestuurder van de VLM, toe aan de commissie. De uiteindelijke lijst die minister Brouns bekendmaakte, bevatte nog maar 11 piekbelasters: vier van die bedrijven liggen in Oost-Vlaanderen, drie in Limburg, drie in Antwerpen en één in Vlaams-Brabant. Twee van hen zijn al ingegaan op het flankerend beleid.

De vorige Vlaamse regeringen achtten de impact van de bedrijven op de rode lijst zo groot dat hij niet opgelost kon worden. Daarom werden ze verplicht te sluiten tegen 2025, weliswaar tegen een uitkoopvergoeding. Maar onder de huidige regeling krijgen de huidige bedrijven op de rode lijst nog meer tijd om hun uitstoot te drukken. Dat kan bijvoorbeeld door extra investeringen in technologie of door de veestapel te verkleinen. Ze krijgen daarvoor de tijd tot hun vergunning verloopt, en uiterlijk tot 2030.

KDW’s van in de periode 2020-2022 gehanteerd

Waar grote verontwaardiging over was in de commissie was het feit dat de verouderde kritische depositiewaarden (KDW’s) zijn gebruikt om de nieuwe lijst te berekenen. Dat zijn waarden die bepalen hoeveel stikstof een bepaald habitattype kan verdragen zonder dat het risico bestaat dat de natuur er schade van ondervindt. In juli werden de KDW’s aangepast. Dit gebeurde nadat de Raad van State een nieuwe vergunning voor Nelissen Steenfabrieken in Lanaken had vernietigd omdat er bij de goedkeuring geen gebruik werd gemaakt van de meest recente gegevens rond die kritische depositiewaarden.

N-VA, Vooruit, Groen, Open Vld en PVDA stelden zich in de commissie vragen over die verouderde waarden. Minister Brouns benadrukte dat de berekening van de piekbelasters volledig conform het stikstofdecreet gebeurde en dat de VLM de KDW's heeft gebruikt "die van toepassing waren in de periode 2020-2022”. Maar de gebruikte depositiewaarden zijn ondertussen dus achterhaald. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) toonde in 2024 al aan dat een derde van de Vlaamse natuur nog kwetsbaarder is voor stikstof dan eerder gedacht.

Bom onder rechtszekerheid?

“Dit legt een bijkomende bom onder de rechtszekerheid, terwijl het regeerakkoord die rechtszekerheid net wil herstellen”, aldus Andy Pieters (N-VA) die toen nog in de hoedanigheid van kabinetschef van toenmalig minister van Omgeving Zuhal Demir het stikstofdecreet mee vorm gaf. “Als één van de tegenpartijen voor het Grondwettelijk Hof dit argument inbrengt, dreigt volgens het parlementslid een groot probleem voor de hele economie.” Ook Mieke Schauvliege van Groen was niet te spreken over deze “juridisch wankele lijst”.

Volgens de minister maakt de situatie met de gewijzigde KDW's duidelijk dat er "al langer met bewegende doelpalen moet worden gewerkt". "Op die manier kan je nooit rechtszekerheid geven. Daarom wil ik liever vandaag dan morgen de omslag maken naar een meer emissiegebaseerd vergunningenbeleid." Het kwam vervolgens nog tot een stevige woordenwisseling tussen coalitiepartners N-VA en cd&v. Toen Pieters de minister beschuldigde van “gechipoteer”, maakte Brouns zich boos. “Dit pik ik niet”, klonk het.

Stikstofdepositie daalt met 10 procent, maar niet door de veehouderij
Uitgelicht
Vlaanderen kleurt plots lichter op de stikstofkaarten: de achtergronddepositie daalde met tien procent ten opzichte van vorige maand. Niet omdat de uitstoot ineens daalde, maa...
4 augustus 2025 Lees meer

Bron: Belga / eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek