Melkveeboer Steven over uitdagende biotransitie: “Begin bij de consument, en de boer zal volgen"

Reportage

Is uw bedrijf leefbaar zonder toegang tot publieke gronden? ‘Neen’, zo klonk het unaniem bij alle boeren die VILT heeft geïnterviewd in het kader van de expo ‘Gentse Gronden’ in het Gentse stadsmuseum STAM. Zo ook Steven De Roo (43), melkveehouder en laatste interviewee in deze reeks. De boer hoopt dat lokale overheden twee keer nadenken alvorens ze hun gronden verkopen. Maar ook aan de voorwaarden van deze stedelijke samenwerkingen, mag worden gesleuteld. “Boeren zullen ecologisch en biologisch werken, zolang het rendabel is. Dat kan pas met een afzetmarkt. Begin bij de consument, en de boer zal volgen”, luidt het.

5 augustus 2024 Ruben De Keyzer
DSC_0747

Nog tot en met 29 september loopt in het Gentse stadsmuseum STAM de expo 'Gentse Gronden'. In samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) brengt deze tentoonstelling recent en aankomend onderzoek rond publiek grondbezit onder de aandacht. Een studie die niet enkel leunt op cijfers, artefacten en kaarten, maar ook op mensen van vlees en bloed. VILT bezoekt de pachtende boeren die meewerkten aan de expo.

Voor landbouwers is het is geen onbekend verhaal: Steven boert op 75 hectare landbouwgrond, maar enkel de hoevegebouwen zijn in zijn bezit. 15 hectare pacht hij bij de kerkfabriek en privé-eigenaars, 10 hectare bij Natuurpunt, waar hij de natuur beheert in ruil voor begrazing en 50 hectare pacht de boer bij OCMW Gent. Vroeger de “jackpot” van de pachtcontracten, want wie pacht bij het OCMW doet dat met langdurige zekerheid en aan een voordelige prijs. Zo ging het decennialang.

Zorgelijke tendens

Maar aan die zekerheid van grond werd de afgelopen jaren flink gemorreld. De afgelopen tien jaar hebben de Oost-Vlaamse OCMW’s 18 procent van hun landbouwgronden verkocht. Historische grondposities die eeuwenlang publiek bezit waren. Deze tendens stemt boeren die zeer afhankelijk zijn van Gentse gronden tot ongerustheid.

“Sinds 2008 is stadsontwikkelingsbedrijf Gent er gekomen, dat een zo hoog mogelijk rendement wil halen uit alle eigendommen die de stad in handen heeft”, zegt Steven. “Dat deden ze door gronden te ontwikkelen en te verkopen, om dan deze opbrengsten te gebruiken om bijvoorbeeld serviceflats te zetten of ziekenhuizen of andere sociale doeleinden. Landbouwgronden zijn in dit verhaal lang links blijven liggen. Maar de laatste tien jaar is een aanzienlijk deel van de landbouwpercelen toch verkocht, zeker buiten grondgebied Gent.”

Die tendens baarde Steven zorgen. “Als reactie is er een aantal jaar geleden een moratorium vastgelegd”, zegt hij. “Dat betekent dat men geen publieke gronden meer mag verkopen, zeker niet binnen grondgebied Gent. Natuurlijk, in oktober zijn het gemeenteraadsverkiezingen. Dus het is altijd mogelijk dat een andere beleidsploeg aan de macht komt en dat moratorium weer opheft.”

Pachtwet

“Verder is er ook nog de pachtwet”, zegt Steven. “Men heeft deze willen versoepelen, zodat mensen sneller aan landbouwers willen verpachten. Vroeger waren veel eigenaars weigerachtig om dat te doen. De gedachte was als volgt: ‘Als we het aan een landbouwer verpachten, zien we het nooit meer terug.' Maar via de nieuwe regelgeving kan een pachter makkelijker van zijn grond worden gezet. Het maakt dat meer mensen aan landbouwers willen pachten, maar de gebruiker heeft nu minder zekerheid.”

DSC_0722

Eerst groeien, nu krimpen

“De gronden waar ik nu op werk, zijn van generatie op generatie overgegaan”, zegt Steven. “Het waren ooit drie boerderijen naast elkaar. Wanneer onze buren ermee zijn gestopt, hebben mijn ouders hun gronden overgenomen. Na enkele jaren semi-uitbating heb ik in 2008 het bedrijf van mijn ouders overgenomen. Iets vroeger dan gepland, in het kader van de VLIF-ondersteuning. Na de geboorte van mijn zoon zijn we gestart met de bouw van een nieuwe melkveestal, om op te schalen van 60 naar een capaciteit van 130 koeien met een draaimelkstal. Die groei was mogelijk dankzij de Gentse gronden. Maar veel groeien willen we niet meer doen. Sterker nog: op termijn is het de bedoeling om in te krimpen.

Ecologisch, maar onzeker

Dat inkrimpen is voor een deel van bovenaf ingegeven. Vanuit Stad Gent wordt Steven gestimuleerd om ecologisch te werken; in korte keten en bij voorkeur bio. Een vraag waar de boer op wil ingaan, maar zijn huidige percelen zijn niet groot genoeg om 130 koeien van biovoer te voorzien. Wie voedergewassen op een biologische wijze teelt, heeft doorgaans een lagere opbrengst per hectare. “Maïs zou grotendeels verdwijnen uit het teeltplan”, zegt Steven. “Er zou meer grasklaver en luzerne bijkomen. En de rijenteelt van granen, nu vooral gerst, zou vervangen woorden door mengteelten. Triticale-veldboon of gerst-erwten. Daar zijn we al een jaar of drie mee aan het experimenteren, maar dat is een proces van vallen en opstaan. We hebben twee jaar triticale-veldbonen geteeld, maar die opbrengst was door de droogte niet geweldig. In 2023 hebben we vijf hectare gerst met erwten uitgezaaid. Tot kerstdag stonden ze er magnifiek, en op een week tijd was alles verdwenen. Hoe dat gebeurd is, blijft een raadsel. Vogelvraat? Dat lijkt me vreemd omdat ze al vrij ver ontwikkeld waren. Geen erwt meer te bespeuren.”

Biosoja importeren van India of China, daar stel ik me serieuze vraagtekens bij

Steven De Roo - Melkboer

Wil Steven de garantie om de vier magen van zijn dieren te vullen, is een inkrimping van zijn veebestand dus de boodschap. Want waar een gangbare boer bij slechte oogst simpelweg voer kan bijkopen, is dat voor een bioboer niet evident. “Biovoer kopen is duur, en ecologisch bedenkelijk” zegt Steven. “Om te beginnen is bio-ruwvoeder in de streek niet voorhanden. Je moet het al honderd kilometer verder gaan zoeken. En dan is de vraag, in mijn ogen, in welke mate je dan nog verantwoord en ecologisch bezig bent. Biosoja importeren van India of China, daar stel ik me serieuze vraagtekens bij.”

Afzetmarkt gezocht

Een nog groter vraagteken, is de afzetmarkt. Biologisch produceren is mooi, maar de markt lijkt er niet op te wachten. “Sinds corona en de economische crisis, grijpen mensen vooral naar de goedkoopste producten”, zegt Steven. “Uit financiële noodzaak of omdat ze andere prioriteiten zien. De stad ziet biologisch en plantaardig als het ideaalbeeld, maar men zou beter stimuleren vanuit de consument in plaats van via de landbouw. De landbouwer zal de klant zeer snel volgen.”

Men zou beter stimuleren vanuit de consument in plaats van via de landbouw

Steven De Roo - Melkboer

Om het probleem van de geringe afzetmarkt te illustreren, verwijst Steven naar zijn melkcontracten. “Wij werken met LDA (Laiterie des Ardennes, red.). Zij werken vooral met gangbare producten, maar ze hebben een nieuwe site gebouwd in Henegouwen waar men biomozzarella zou produceren. Helaas heeft de klant die deze kaas zou afnemen, nu plots afgehaakt. LDA wil dus niet meer doorgaan met het project, zelfs al zijn ze de grootste afnemer van biomelk in België. Daar kan ik dus niet meer naartoe met mijn biomelk. LDA is gevestigd in Recogne (Bastenaken) en hun productie is gecentraliseerd in een zakdoek rond die fabriek. Voor hen is het logistiek niet interessant om helemaal naar Vlaanderen te komen, om met een derde van een volle vrachtwagen terug te rijden.”

Waar is de consument?

Het gebrek aan vraag zet zich door in de gehele biosector. “Frankrijk heeft een viertal jaar geleden gevraagd aan haar boeren om bio te produceren. De overheid zou hen daarin ten volle ondersteunen. Veel Franse melkveehouders zijn zo op die kar gesprongen. Twee jaar later was de biomelk daar, maar de consument was er niet. Op een gegeven moment verdween een deel van die biomelk zelfs in de gangbare vermarkting, en keken Franse boeren over de landsgrenzen heen om hun biomelk af te zetten. Dat heeft de markt hier onder druk gezet. We zien de situatie stilaan stabiliseren, en de vraag neemt weer licht toe, maar het blijft zeer beperkt.”

Er komt wel eens iemand klagen wanneer ik aan het sproeien ben. Vaak mensen die zelf niet bio kopen

Steven De Roo - Melkboer

Steven is er alsnog in geslaagd een samenwerking op te starten met coöperatie biomilk.be. Zijn biomelk zal voorlopig dus wel afzet vinden, maar de zoektocht was beduidend moeilijker dan langs het gangbare traject. “Op een bepaald moment stonden de gangbare melkprijzen zelfs hoger dan de bioprijzen”, zegt hij. “Daarom benadruk ik het dus telkens weer: begin bij de consument. Als ecologisch en biologisch werken rendabel is voor de boer, zal hij dat wel doen. Maar werken vanuit een duurzame ideologie, zonder er iets aan te verdienen? Dat kan je niet decennialang doen.”

DSC_0787

Dat Steven ondanks deze uitdagingen kiest voor de ecologische weg, is niet enkel vanuit zichzelf maar ook vanuit zijn omgeving ingegeven. “Zowel stad Gent als het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) met de Green Deal duwen in die richting. Maar we zitten in een stedelijke context, met buren die ook hun wensen hebben. Er komt wel eens iemand klagen wanneer ik aan het sproeien ben. Wanneer ik uitleg waarom dit moet gebeuren, is er meestal wel begrip, maar niet altijd. Nochtans krijgen we die klachten vaak van mensen die zelf niet bio kopen.”

Grondzekerheid

Grondzekerheid is één van de belangrijkste pijlers in Stevens bedrijf. “Moesten mijn publieke gronden ooit verkocht worden, dan zou ik op zoek moeten naar een privé-eigenaar die ze wil aankopen om opnieuw aan me te verpachten”, zegt de melkboer. “Zelf kopen zou onmogelijk zijn. Dan stopt het verhaal voor mij. Sommige boeren hebben die nachtmerrie helaas beleefd.”

Steven hoopt dus dat hij ongestoord kan blijven doorwerken. “Wanneer mijn pachtcontracten over negen jaar moeten worden vernieuwd, vind ik het vanzelfsprekend dat ze worden voortgezet. In het verleden zijn daar alleszins nooit discussies over geweest. Zekerheid op de lange termijn maakt dat ik mijn best kan doen om de bodem te soigneren. Op tijd bemesten, bekalken, werken met groenbemesters, enzovoort.”

Onderling samenwerken

De filosofie om te investeren in de bodem, deelt Steven met zijn buurman, Maarten Cools van CSA Goedinge. Cools getuigde eerder in VILT over zijn Gentse samenwerking. Maar ook onderling slaan de boeren de handen in elkaar. De publieke gronden die deze boeren bewerkten, lagen erg versnipperd. Daarom besloten ze om onderling pachtcontracten te ruilen. Steven werd zo twee hectare rijker, maar ruilde vruchtbare grond in ruil. “De CSA had gronden overgenomen afkomstig van een pensioenboer”, zegt Steven. “Altijd onderverpacht door een varkensboer, die met maïs, drijfmest en kunstmest de bodem met de jaren heeft kapotgeboerd. Om de CSA een goede doorstart te geven, ruilde ik hen een aanpalend perceel met goede grond. Zo konden ze een doorstart maken terwijl ze in tussentijd de andere gronden verbeteren.”

“In eerste instantie was dat een verlies voor ons, omdat we goede grond hebben afgegeven”, zegt Steven nog. “Maar op lange termijn krijgen we dankzij die wissel mooiere clusters, net zoals de CSA. Dan wordt het een win-win.”

Nieuwe mentaliteit

Steven hoopt dat beleidsmakers publieke landbouwgronden opnieuw gaan koesteren. “Daar kan de expo in Gent aan bijdragen”, zegt hij. “Ik merk wel een verandering in mentaliteit. In 2016 heeft Gent 450 hectare landbouwgrond in Zeeland geclusterd en voor een appel en een ei verkocht aan een investeringsmaatschappij waar Huts bleek achter te zitten. Zo’n 40.000 euro per hectare, zwaar onder de marktwaarde. Daar is toen veel kritiek op gekomen, zelfs mensen die in proces zijn gegaan en gewonnen hebben. De gronden moesten teruggegeven worden, al zijn ze inmiddels snel doorverkocht. Dat was een groot schandaal, maar het heeft wel tot een bewustmaking geleid bij de publieke opinie. Stad Gent heeft toen als ‘verschoning’ nieuwe projecten opgestart, zoals de projectoproep waaruit de CSA van mijn buurman is ontstaan.”

Hoewel Steven het gedane grondenbeleid niet snel zal vergeten, is hij wel tevreden over de huidige samenwerking met stad Gent. “Ze hebben veel ideeën, soms utopisch, maar er is een heel goed overleg”, zegt hij nog. Vroeger was er geen aanspreekpunt voor landbouw en stonden we te roepen tegen een muur, maar daar is de laatste jaren veel verandering in gekomen.”

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek