EFSA bevestigt veiligheid aspartaam
nieuwsDe Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) bevestigt in haar advies dat de consumptie van de populaire suikervervanger aspartaam geen risico’s voor de gezondheid inhoudt. Aspartaam is ongeveer 200 keer zoeter dan suiker, waardoor er minder zoetstof nodig is om hetzelfde smaakeffect te krijgen. "We kunnen de consument geruststellen", klinkt het bij VIWF en FEVIA.
Aspartaam is een van de meest onderzochte ingrediënten in de voedselketen. De veiligheid ervan werd door honderden studies bestudeerd. Nu brengt ook EFSA een advies uit, waarin het stelt dat aspartaam bij normaal gebruik geen gezondheidsrisico’s inhoudt. Eerder kwam de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al tot dezelfde conclusie. Doordat aspartaam veel zoeter is dan suiker, is de hoeveelheid calorieën van aspartaam in producten vergeleken met suiker te verwaarlozen.
VIWF, de sectorvereniging van de Belgische water- en frisdrankindustrie, onthaalt de studie enthousiast: "VIWF verwelkomt de duidelijkheid van de EFSA-studie en de geruststelling die ze geeft aan de consumenten. Frisdranken zonder calorieën of met een verlaagd caloriegehalte zijn goed voor 24 procent van de Belgische frisdrankenmarkt. Dit aandeel gaat al jaren in stijgende lijn. Deze dranken bieden een zoete smaak zonder de calorieën en helpen de consument bij het samenstellen van een evenwichtig dieet. Onze sector zal blijven innoveren om zo de consument een breed gamma aan producten te bieden."
Ook FEVIA, de Federatie Voedingsindustrie in België, is blij met het veiligheidsadvies. "In het verleden is er heel veel discussie geweest over de veiligheid van aspartaam", zegt Chris Moris, directeur-generaal van FEVIA. "Ook wij waren vragende partij om de veiligheid van de suikervervanger te controleren. Mensen die graag een product met een suikervervanger hebben, weten nu ook dat het perfect veilig is. Bovendien kunnen er nu ook meer en andere producten op de markt gebracht worden waardoor de consumenten uit een breder aanbod kunnen kiezen", aldus Moris.
Bron: eigen verslaggeving/Belga